Senator Marijke Vos voert vandaag het woord over het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten en geeft in haar zeer genuanceerd verhaal aan hoe wij als GroenLinks denken over de proportionaliteit van dit wetsvoorstel: dierenwelzijn bevorderen versus inperking van de grondwettelijke vrijheid van godsdienst. De Eerste Kamerfractie staat voor een moeilijke afweging.
Vandaag bespreken we het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Thieme. Met dit wetsvoorstel wil zij een verbod invoeren voor onbedwelmde rituele slacht van dieren. In principe is het in Nederland verplicht om dieren altijd te bedwelmen voordat zij worden geslacht, maar bestaat er een uitzondering voor slacht volgens de Islamitische en Israelitische ritus. Deze uitzondering wil mevrouw Thieme schrappen.
Dit wetsvoorstel leidt tot op de dag van vandaag tot maatschappelijke beroering. Voorstanders wijzen op het onaanvaardbare dierenleed, veroorzaakt door onbedwelmde rituele slacht. Tegenstanders wijzen op de aantasting van een grondrecht, het recht op de vrijheid van godsdienst, en betwisten de ernst van het extra dierenleed in vergelijking met reguliere slacht. Ook economische schade wordt genoemd.
De fractie van GroenLinks ondersteunt het doel van de indienster, namelijk het bevorderen van het dierenwelzijn. Maar ook is mijn fractie van mening dat er hierbij sprake is van inperking van de godsdienstvrijheid, en zijn wij het niet eens met het oordeel van mevrouw Thieme dat er geen sprake zou zijn van beperking van dit grondrecht.
Voor ons is de cruciale vraag of het doel van het wetsvoorstel, namelijk het bevorderen van dierenwelzijn, de beperking van de vrijheid van godsdienst in dit geval rechtvaardigt. Het gaat om een weging van belangen, waarbij ook proportionaliteit en subsidiariteit aan de orde zijn.
Bij de vraag of de inperking van godsdienstvrijheid in dit geval gerechtvaardigd is moeten we naar de feiten en daadwerkelijke effecten kijken, zowel op het gebied van dierenwelzijn als op het gebied van godsdienstvrijheid.
Is de concrete verbetering van het dierenwelzijn die met deze maatregel wordt bereikt zodanig is dat het de concrete aantasting van de godsdienstvrijheid in casu rechtvaardigt? (proportionaliteit). En kan die verbetering niet ook bereikt worden met maatregelen die minder inbreuk maken op de vrijheid van godsdienst ?(subsidiariteit).
Ik kan u zeggen dat deze weging geen eenvoudige is voor mijn fractie, en dat daarover verschillende opvattingen bestaan.
Om deze afweging te kunnen maken, hebben we ons intensief verdiept in literatuur, diverse gesprekken gevoerd met de verschillende partijen en een aantal bezoeken aan een slachthuis gebracht.
Aantasting dierenwelzijn
Onze fractie heeft met diverse partijen en deskundigen gesproken over de aantasting van dierenwelzijn bij onbedwelmde rituele slacht. Er bestaat discussie over dit onderwerp. Alles overziende, is GroenLinks het eens met de indienster dat onbedwelmd slachten gepaard gaat met meer aantasting van het dierenwelzijn dan in geval van reguliere slacht. Ook wat betreft het kabinet staat dit niet ter discussie.
Ik baseer me bij deze beoordeling op de vele wetenschappelijke rapporten, waaronder het DIAREL rapport, opgesteld op verzoek van de EU/EFSA door een team van onafhankelijke wetenschappers en deskundigen uit 7 landen. Ook sprak ik met ondermeer de Dierenbescherming en Prof Ludo Hellebrekers van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gespecialiseerd in anesthesiologie. Volgens de KNMvD moet je naar de verschillende fasen en handelingen in het slachtproces kijken.
Allereerst het uitselecteren, verplaatsen en de fixatie.Waar runderen met een kantelapparaat op de rug worden gebracht, of schapen en geiten op de rug worden vastgehouden, leidt dit tot extra stress bij de al angstige dieren, met kans op fouten en complicaties.
Daarna is er de fase van het aanbrengen van de halssnede, waarna niet onmiddellijk bewustzijnsverlies optreedt. Die periode kan sterk variëren afhankelijk van de diersoort, de wijze van aanbrengen van de halssnede en de manier van verbloeden. Bij runderen en schapen kan deze periode oplopen tot twee minuten, en bij runderen in uiterste gevallen zelfs tot 4 minuten volgens Hellebrekers. Tijdens deze periode is het dier bij kennis en is er zeer waarschijnlijk sprake van onnodige pijn en lijden door de halssnede. (Omdat bij runderen de arteria vertebralis (slagader aan rugzijde) niet wordt doorgesneden, welke een deel van de bloedtoevoer naar de hersenen verzorgt, is de periode tot optreden bewustzijnsverlies bij runderen aanmerkelijk langer dan bij andere dieren die onbedwelmd worden geslacht.)
De KNMvD concludeert dat er bij het grootste deel van de schapen en bij alle runderen sprake is van onaanvaardbare pijn en lijden.
De KNMvD schrijft dat er alternatieven zijn. Het dier in staande positie slachten in plaats van gekanteld vermindert de fixatietijd, angst en stress. Wanneer dieren direct na de halssnede worden geschoten of elektrisch bedwelmd, verkort dit de periode van bewustzijn aanmerkelijk. Ook reversibele bedwelming voorafgaand aan het ritueel slachten is een alternatief, wat in Nederland al op beperkte schaal binnen islamitische kringen wordt toegepast.
In Nieuw Zeeland bestaan er protocollen voor reversibele elektrische bedwelming die niet in strijd worden geacht met voorschriften van bepaalde religies, omdat het dier na de bedwelming kan bijkomen. Volgens het CDON (Comité Dierenwelzijn Organisaties Nederland) exporteert Nieuw Zeeland veel halal geslacht schapenvlees van reversibel bedwelmde schapen naar het Midden Oosten. In Maleisie, en ook Indonesie is het geaccepteerd om bij de halal slacht direct na de halssnede te bedwelmen.
Ik heb zelf een aantal rituele slachtingen meegemaakt in het slachthuis op het Food Center aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam. Een slachthuis wat zowel reguliere slacht doet, als slacht volgens de Islamitische en Joodse ritus.
Samen met GroenLinks collega Ruard Ganzevoort en andere collega’s was ik getuige van de onbedwelmde slacht van kalveren volgens de Joodse ritus. Hoe dan ook ziet de slacht van een dier er afschuwelijk uit, en het is voor leken moeilijk te beoordelen in hoeverre de dieren pijn leden en stress ervaren. Wel gebeurde deze Joodse slacht op rustige wijze, door een ervaren sjocheet.
Ook heb ik zelf op de dag van het Offerfeest de halal slacht van schapen meegemaakt, volgens een methode die door de bedrijfsleider van het slachthuis is ontwikkeld, samen met de organisatie Halal Correct. De schapen werden op een speciaal ontworpen loopband staande vastgezet en gesneden en direct daarna elektrisch bedwelmd. Volgens Halal Correct een methode die door steeds meer moslims wordt geaccepteerd, maar niet door iedereen. Later heb ik de halal slacht van runderen gezien, in een speciaal ontworpen apparaat (ook op initiatief van de bedrijfsleider), een box waarin de runderen rechtop vastgezet worden, de kop wordt omhoog getrokken, waardoor de hals goed vrijkomt. De snede wordt aangebracht en dan direct bedwelmd met een pin in de kop. De dieren waren snel weg, voorzover ik dat kan beoordelen.
Deze methode leidt ook volgens de KNMvD tot minder aantasting van dierenwelzijn, doordat het dier veel korter bij bewustzijn is. (overigens is volgens prof Hellebrekers bedwelming vooraf te prefereren.
Veel hangt ook af van de zorgvuldigheid waarmee het fixeren en aanbrengen halssnede gebeurt. Het is niet goed te begrijpen waarom aan de vakbekwaamheid van de uitvoerder van het onbedwelmd slachten slechts beperkte wettelijke eisen worden gesteld. Is de staatssecretaris dat met mij eens? En waarom is de vergunningplicht (met behoefteverklaring) voor het ritueel slachten afgeschaft in 2006? Is het juist dat de omvang van rituele slacht sindsdien verder is toegenomen, ondermeer ten behoeve van de export?
En is de staatssecretaris het met mij eens dat er hoe dan ook permanent toezicht moet plaatsvinden, niet alleen bij de grote slachthuizen, maar ook bij de middelgrote en kleine slachthuizen ? Graag een reactie.
Tenslotte bestaat er geen etiketteringsplicht voor vlees van (onbedwelmd) ritueel geslachte dieren. Zo komt vlees van onbedwelmd geslachte dieren, wat afgekeurd wordt op basis van rituele eisen, in de gewone consumptieketen terecht, zonder dat de consument hiervan kennis kan nemen. Is de staatssecretaris het eens dat dit ongewenst is? (zonodig overwegen we een motie)
Aan de indienster heb ik de vraag waarom zij in het wetsvoorstel zelf geen onderscheid tussen verschillende diersoorten heeft gemaakt, gezien het grote verschil in effect op dierenwelzijn. Zo is zeker voor runderen de welzijnsaantasting veel ernstiger, en in mindere mate voor schapen. Maar bij pluimvee hoeft welzijnsaantasting tijdens de onbedwelmde slacht niet groter te zijn.
Overigens is in de Algemene Maatregel van Bestuur die zal worden uitgewerkt op basis van het aangenomen amendement wel de mogelijkheid geschapen om onderscheid te maken naar verschillende diersoorten.
In die zin heb ik een vraag aan de staatssecretaris die schrijft dat het niet mogelijk is om onderscheid naar diersoorten te maken volgens het voorliggende wetsvoorstel. Graag opheldering op dit punt.
De Stichting Dier en Recht heeft in april 2011 een overzicht gegeven van inspectieresultaten van rituele slachterijen. In 2009 werden 16 slachthuizen bezocht door een combiteam van AID inspecteur en VWA dierenarts. Zij constateerden dat er in 11 van de 13 slachterijen waar onbedwelmd werd geslacht tekortkomingen zijn, bij 5 resulteerde dit in directe maatregelen. Sinds oktober 2009 zijn er volgens de Stichting lichte verbeteringen, maar nog steeds signalen van onvoldoende naleving.
Waar er sprake is van misstanden, dienen deze onverwijld te worden aangepakt, door aanscherping van toezicht en handhaving.Ditzelfde geldt uiteraard voor de reguliere slacht, waar ook sprake is van misstanden. Is de staatssecretaris dit eens, en zal hij maatregelen nemen om toezicht en handhaving te verbeteren?
Het is voor mijn fractie duidelijk dat verbeteringen van dierenwelzijn bij de rituele slacht noodzakelijk zijn. De vraag is of er niet voldoende verbetering te realiseren is zonder een wettelijk verbod op onbedwelmde rituele slacht.
Allereerst een aanzienlijke intensivering van controle en handhaving.
Ook zijn aanzienlijke verbeteringen mogelijk, door het stellen van (wettelijk vastgelegde) eisen aan de opleiding van het personeel, aan het mes, en de behandeling van de dieren, zoals een verplichting om de dieren in rechtop staande stand te slachten, en na de halssnede pas tot andere handelingen overgaan als het dier het bewustzijn heeft verloren, hiervoor dient men meer tijd uit te trekken dan nu het geval is.
Een andere vraag is of met een maatregel als bedwelming direct na de halssnede voldoende verbetering kan worden bereikt.
Graag hoor ik van mevrouw Thieme of zij minder vergaande maatregelen dan een verbod heeft onderzocht en wat haar oordeel over deze maatregelen is.
Ook ben ik benieuwd of zij hierover met de religieuze groeperingen heeft gesproken. Is zij op de hoogte van de voornemens van het CMO om een convenant te sluiten? Het Contact Orgaan Moslims heeft een voorstel gedaan voor een convenant waarin zij zich wil vastleggen op eisen en maatregelen rond vergunningverlening, opleiding, transport, verblijf in slachthuis, fixatie en toedienen van de halssnede.
Heeft zij hierover recent nog met hen gesproken? Heeft zij zelf rituele slacht bezocht in Nederland en besproken met de betrokken partijen?
Dit brengt mij op de afweging tussen dierenwelzijn en vrijheid van godsdienst
Aantasting vrijheid van godsdienst
Het wetsvoorstel gaat niet om een verbod op ritueel slachten, maar om een verbod op het onverdoofd ritueel slachten. De vraag is of dit verbod mogelijk is in het kader van de grondwet en internationale verdragen.
Naar de mening van mijn fractie is er sprake van een inperking van de vrijheid van godsdienst. Het criterium dat daarbij wel wordt gebruikt is of het een aantasting is van een wezenlijk onderdeel van de betreffende religie. De overheid dient zich ten aanzien van de interpretatie terughoudend op te stellen. Gezien de vele reacties van zowel moslim- als Joodse groeperingen blijkt dat de onverdoofde rituele slacht als belangrijk religieus ritueel wordt gezien en een verbod als inperking van hun recht op vrijheid van godsdienst. Mijn fractie is dan ook van mening dat er sprake is van inperking van de vrijheid van godsdienst.
Vrijheid van godsdienst is geen absoluut grondrecht. In de grondwet staat dat er uitzonderingen op gemaakt kunnen worden, en ook het EVRM bepaalt dat de vrijheid van godsdienst kan worden beperkt in het belang van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van rechten en vrijheden van anderen. Het is goed te beargumenteren dat het verbod op onverdoofd slachten als een beperking op grond van goede zeden, namelijk de bescherming van dierenwelzijn, gezien kan worden.
Volgens het beperkingsstelsel dat uit artikel 6 van de Grondwet voortvloeit kan beperking op de uitoefening van godsdienstvrijheid aangebracht worden wanneer deze bij wet voorzien is, voldoende specifiek is en een legitiem doel dient.
De vraag is of hieraan voldaan wordt, en of het belang van dierenwelzijn de inperking van de vrijheid van godsdienst in dit geval rechtvaardigt. Het gaat om een weging van belangen waarbij ook de proportionaliteit en subsidiariteit aan de orde zijn.
Bij de vraag of in dit geval de inperking gerechtvaardigd is moeten we kijken naar de feiten en de daadwerkelijke effecten. Zowel op het gebied van dierenwelzijn (om hoeveel dieren gaat het, hoeveel verbetert het welzijn van dieren door dit verbod?) als op het gebied van godsdienstvrijheid (hoeveel mensen worden beperkt in uitoefening van hun religie, wat zal het effect voor hen zijn?).
De Raad van State is in haar advies over het oorspronkelijk ingediende wetsvoorstel (dus zonder amendement Veldhoven cs) kritisch. Een ongeclausuleerd verbod op ritueel slachten maakt deze vorm van godsdienstig belijden niet langer mogelijk schrijft de Raad. De Raad stelt dat bij een beperking er materiele criteria moeten worden gehanteerd waaraan een rechtmatige beperking van grondrechten moet voldoen. Ook dient er sprake te zijn van voldoende specificiteit, proportionaliteit en kernrecht eerbiediging. Een grondige belangenafweging is vereist, waarbij de bescherming van het grondrecht zwaar dient te wegen. Het wetsvoorstel voldoet daar niet aan, oordeelt de Raad. Ook vindt de Raad het niet aannemelijk dat de inbreuk op dierenwelzijn een dusdanige maatschappelijke behoefte vertegenwoordigt dat een ongeclausuleerd verbod op onverdoofd ritueel slachten er door kan worden gerechtvaardigd.
Ik vraag mevrouw Thieme hier nogmaals in te gaan op de kritiek van de Raad van State. En toe te lichten waarom zij van mening is dat het wetsvoorstel geen beperking van de vrijheid van godsdienst is in haar optiek.
Laat ik op een aantal punten ingaan.
De maatschappelijke behoefte om dierenwelzijn te verbeteren is flink toegenomen de laatste jaren en staat duidelijk op de maatschappelijke en politieke agenda. Ook het feit dat de Tweede Kamer dit wetsvoorstel heeft aanvaard is daar een uiting van. Er bestaat dus wel degelijk een maatschappelijke behoefte om dierenwelzijn in het kader van rituele slacht te verbeteren.
Tevens vindt GroenLinks dat daarom juist naar het hele leven van het dier gekeken moet worden, inclusief het transport naar het slachthuis. Wanneer je dit wetsvoorstel in de gehele context van dierenleed ziet is de vraag aan mevrouw Thieme: waarom richt u zich met uw wetsvoorstel op deze laatste minuten in het leven van een slachtdier? Al zijn dit inderdaad de meest stressvolle momenten in het leven van een dier volgens deskundigen. Maar wanneer je dat hele leven beschouwt, hoeveel verbetering realiseert u met dit wetsvoorstel?
Proportionaliteit
Is de concrete verbetering van dierenwelzijn voldoende om een verbod te rechtvaardigen? Ofwel, is er sprake van een proportionele maatregel?
Gezien de vele wetenschappelijke rapporten lijkt met overtuiging te kunnen worden gesteld dat onverdoofd slachten tot meer aantasting van het dierenwelzijn leidt dan verdoofd slachten.
Subsidiariteit
Zijn er maatregelen die minder inbreuk maken op de vrijheid van godsdienst en die evenzeer de aantasting van dierenwelzijn verminderen?
Ik noemde eerder in mijn betoog al maatregelen op het gebied van handhaving en controle, het uitbannen van misstanden, het verplicht stellen van een opleiding, eisen stellen aan het materiaal (het mes, het fixatieapparaat), en verlenging van de periode tussen de halssnede en de volgende handeling met het dier, het afschaffen van de kantelbox en het weer invoeren van een vergunningplicht met behoefteverklaring. Is dit pakket aan maatregelen voldoende met het oog op dierenwelzijn? De Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde vindt dit pakket een verbetering, maar niet voldoende.
Een verdergaande maatregel is het bedwelmen direct na de halssnede. Het dierenwelzijn wordt er flink door verbeterd (al blijft bedwelmen vooraf te prefereren volgens prof Hellebrekers van de KNMvD).Maar is dit een oplossing voor de religieuze groeperingen?
Er zijn tal van moslims die deze methode aanvaardbaar achten. Zie Halal Correct, zie bijvoorbeeld moslims in landen als Maleisië en Indonesië.
Maar er zijn in Nederland ook moslims voor wie dit geen oplossing is. En voor een deel van (orthodoxe) Joodse gemeenschap is dit ook niet aanvaardbaar, al zijn er in Nederland en bijvoorbeeld in de VS rabbijnen die deze praktijk wel accepteren.
Toch is, zoals de staatssecretaris ook schrijft, enige beoordeling van de in het geding zijnde praktijk onvermijdelijk. Een praktijk die ook gericht is op het welzijn van het dier, die juist ontstaan is ter bescherming van het dier. Wanneer vaststaat dat die praktijk haar doel voorbij schiet, en er inmiddels methoden zijn ontwikkeld die het dierenwelzijn veel beter beschermen, dan is de vraag aan de religieuze groeperingen wat zij willen doen om het dierenwelzijn aanzienlijk te verbeteren? Mijn fractie is van mening dat we hier religieuze groeperingen kritisch op mogen bevragen en uitdagen om zich opener op te stellen tegenover bijvoorbeeld reversibel bedwelmen en bedwelmen direct na de halssnede. Zij bepalen zelf wat binnen de rite past, maar de vraag stellen is op zijn plaats.
Doelmatigheid/effectiviteit van het wetsvoorstel
Leidt verbieden in Nederland tot veel meer import van vlees van ritueel geslachte dieren, en minder zicht op zorgvuldige rituele slacht? Dit is een relevante vraag, die niet eenvoudig te beantwoorden is. Dit hangt ook af van de reactie van de geloofsgemeenschappen, wellicht neemt de consumptie van onbedwelmd ritueel geslacht vlees af, maar dit is beslist niet zeker. Het is ook de vraag of rituele slacht in het buitenland minder zorgvuldig gaat dan in Nederland. Waarom zou dat het geval zijn? Toch knelt de redenering dat hier geen sprake is van het ontnemen van de mogelijkheid om onbedwelmd ritueel geslacht vlees te eten, omdat wie wil het uit het buitenland kan halen. Dit kan geen doel van het wetsvoorstel zijn. Graag een reactie van mevrouw Thieme.
Amendement en kwaliteit van wetgeving
Dan is er het amendement van Veldhoven cs. Dit amendement beoogt ruimte te maken voor methoden waarvan op basis van onafhankelijk vastgesteld bewijs is aangetoond dat het welzijn van de slachtdieren niet in grotere mate wordt benadeeld dan bij de reguliere slacht. In die gevallen kan een ontheffing worden verleend. Daarbij moet het hele slachtproces worden meegenomen, zowel voorbereidende handelingen, fixatie, kanteling en slacht zelf en ook de snelheid waarmee het dier het bewustzijn verliest. Op al deze facetten mag het dierenwelzijn niet meer worden aangetast dan bij reguliere slacht met voorafgaande bedwelming. In de AMVB kan onderscheid naar diersoorten worden gemaakt.
Volgens de toelichting krijgt de bevoegd bewindspersoon de bevoegdheid om die slacht- en verdovingsmethoden te beoordelen op basis van, bij algemene maatregel van bestuur, vooraf vastgestelde criteria voor het verlenen van een ontheffing op het verbod om te slachten zonder voorafgaande bedwelming.
Dit amendement roept veel vragen op. De criteria van beoordeling zijn niet in de wet opgenomen, de wet geeft geen richting aan de wijze van toetsing.
Wie moet het onafhankelijke bewijs leveren dat een methode niet dieronvriendelijker is?
Het amendement blijkt ook voor velerlei uitleg vatbaar. De indieners van het amendement beogen hiermee ruimte te creëren voor methoden van rituele slacht. Mevrouw Thieme heeft in de Tweede Kamer betoogt dat het onmogelijk is om via dit amendement alsnog een methode van onbedwelmde slacht te ontwikkelen die voldoet.
De staatssecretaris schrijft aan de Eerste Kamer dat dit amendement geen ruimte biedt voor een afweging als er geen onafhankelijk bewijs bestaat dat de nieuwe slachtmethode niet in groter mate het dierenwelzijn aantast. Zegt de staatssecretaris hiermee dat de hem toebemeten discretionaire bevoegdheid te gering is? Wil de staatssecretaris toelichten hoe hij de uitvoerbaarheid ziet, en hoe hij de AmvB vorm zal geven, wie het onafhankelijke bewijs zou moeten leveren naar zijn idee?
Volgens de indieners beoogt het amendement een actieve uitnodiging te doen aan geloofsgemeenschappen om te zoeken naar slacht-en verdovingsmethoden die voor hen passend zijn binnen de eigen geloofsovertuiging en die onnodig aantasting van dierenwelzijn vermijden. De fractie van GroenLinks steunt deze intentie. Maar dient dan niet de interpretatieruimte van dit amendement vergroot te worden, zodat ook methoden die qua dierenwelzijnsaantasting dicht in de buurt komen van de reguliere slacht, zonder exact op alle punten minimaal gelijk te scoren, hieronder kunnen vallen? Ik hoor graag een reactie van mevrouw Thieme. Ziet zij mogelijkheid om bijvoorbeeld de methode met bedwelming direct na de halssnede, onder strikte randvoorwaarden, binnen de reikwijdte van het amendement te laten vallen? Dit zou een mogelijkheid kunnen zijn om substantiële verbetering van het dierenwelzijn bij rituele slacht te realiseren, waarbij voor een deel van de mensen een oplossing wordt gecreëerd (al is dit zeker niet voor iedereen acceptabel)
Ik wil de indienster en de staatssecretaris uitnodigen hierop te reageren.
Tenslotte
In Tweede Kamer 2 moties verworpen die beoogden het dierenwelzijn gedurende het hele leven te verbeteren, en niet alleen in de laatste fase.
Het bevreemdt mijn fractie dat deze moties zijn verworpen, terwijl ook hier dierenwelzijn het doel is. GroenLinks wil de collega’s in de Eerste Kamer uitnodigen via een motie aandacht te vragen voor het welzijn van dieren ook in de fase voorafgaande aan de slacht.