De regeringsleiders van de landen uit de eurozone besloten vannacht tot een steviger Europees bankentoezicht. GroenLinks verwelkomt deze stap, maar vindt dat er nu ook doorgepakt moet worden. Bij een echte bankenunie horen ook een Europees depositiegarantiefonds en een bankensaneringsfonds. Parlementen mogen niet buitenspel komen te staan.

“Een krachtige Europese toezichthouder moet de snelle sanering van probleembanken afdwingen”, stelt Jolande Sap, fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer.

Meer nodig voor echte bankenunie

In Spanje is wel gebleken dat we het bankentoezicht niet aan nationale toezichthouders kunnen overlaten. Maar om banken ordentelijk te herstructureren of failliet te laten gaan moet zo'n Europese toezichthouder ook middelen hebben:

  1. Een depositiegarantiefonds dat spaargeld van alle Europeanen bij een faillissement garandeert en
  2. Een bankensaneringsfonds dat helpt bij het gezonder maken van de Europese banken

Deze fondsen moeten geleidelijk gevuld worden door de banken zelf, opdat belastingbetalers niet langer opdraaien voor de fouten van bankiers. Als de regeringsleiders serieus de vicieuze cirkel tussen zwakke banken en zwakke overheden willen doorbreken, moeten zij nu doorpakken naar een echte bankenunie, aldus Sap.

Voor de herstructurering van de Spaanse probleembanken doet de eurozone nu een beroep op het noodfonds, constateert Europarlementariër Bas Eickhout. “Dat is onvermijdelijk. Het is goed dat premier Rutte zijn verzet tegen directe steun aan banken heeft opgegeven. Maar de bankensteun roept ook de vraag op of het noodfonds wel groot genoeg is. Met een echte bankenunie kan de capaciteit van het noodfonds worden hersteld.”

Tijd gekocht

“Met de flexibele inzet van het noodfonds voor steun aan Spanje en Italië hebben de regeringsleiders opnieuw wat tijd gekocht”, vervolgt Eickhout. Maar om de kapitaalvlucht van zuid naar noord in de eurozone te stoppen, hebben we meer nodig. Daarvoor moeten de eurolanden een deel van hun schulden gezamenlijk gaan financieren. Dat onderdeel van het masterplan van Herman van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad, moet dringend verder worden uitgewerkt.

“Het feit dat de nationale regeringen Van Rompuy onder curatele hebben gesteld bij de uitwerking van zijn masterplan voorspelt weinig goeds”, stelt Sap. “Ik vrees dat het plan wordt uitgekleed als elke regering een veto krijgt. De besluitvorming dreigt ook erg schimmig te worden.”

Conventie voor nieuw verdrag

Van Rompuy trok vannacht de vergelijking met de totstandkoming van het Begrotingspact, maar die achterkamertjespolitiek is niet voor herhaling vatbaar. Als het masterplan uitdraait op onderhandelingen over een nieuw verdrag, dan moet ook de voorgeschreven procedure worden gevolgd: een Conventie. Zo wordt de invloed van nationale en Europese volksvertegenwoordigers zeker gesteld, de openbaarheid vergroot. Europa kan alleen sterker worden als zij ook democratischer wordt.