De initiatiefwet van GroenLinks, SP, PvdA en D66 voor goed openbaar vervoer in de grote steden kan op steun rekenen van de Eerste Kamer. Dat bleek vandaag tijdens de behandeling van de wet. Deze maakt het Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam mogelijk hun eigen vervoersbedrijf te houden. Minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) probeerde deze steden te dwingen tot openbare aanbesteding. Gezamenlijk heeft de oppositie hier met steun van de PVV een stokje voor gestoken.
GroenLinks-Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren: “Ik ben blij dat we vandaag met succes dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer hebben verdedigd. De steden hebben zelf weer het heft in handen. Laat hen in het belang van de reizigers handelen. De vervoersbedrijven leveren over het algemeen goed werk, ik zie geen aanleiding hen dit te ontnemen.”
De kabinetsplannen schreven een verplichte aanbesteding voor, waardoor de drie publieke vervoersbedrijven GVB, RET en HTM verkocht moesten worden. Deze verplichte aanbesteding is nu van de baan. GroenLinks gaat ervan uit dat Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag er voor kiezen hun openbaar vervoer in eigen hand te houden.
Van Tongeren: “Het openbaar vervoer is de ruggengraat van het verkeer in deze steden. De 2 miljoen reizigers die hier dagelijks gebruik van maken, moeten verzekerd kunnen zijn van kwaliteit. Het mooie werk van mijn oud-collega Ineke van Gent en haar mede-indieners werpt nu zijn vruchten af. De grote steden kunnen nu aan de slag.”
Stemming over de wet volgt volgende week.