Het voorstel van de VVD om voor alle inkomens één tarief in te voeren ('Vlaktaks') kost miljarden euro's. Het voorstel komt uitsluitend ten goede aan de hogere inkomens en is slecht voor de lagere inkomens en de werkgelegenheid. Daar moeten we niet aan beginnen.

Het nieuwe beginselprogramma van de VVD bevat een oud idee: één tarief in de inkomstenbelasting. Zo'n `vlaktaks' maakt het belastingsysteem eenvoudiger, gaat zwartwerken tegen, beloont inspanning door meer werk of extra scholing en maakt een einde aan het vreemde verschijnsel dat wie meer verdient ook meer overhoudt aan de aftrek van de hypotheekrente. Aldus de VVD.
Dat laatste is goed nieuws. Eindelijk erkent de VVD dat deze fundamentele weeffout in de aftrek van hypotheekrente zo snel mogelijk moet worden aangepakt. Tot nu toe was dit voor de VVD taboe. Vreemd voor wie sober met de overheidsfinanciën zegt om te gaan. Waarom krijgen mensen met de hoogste inkomens de grootste koopsubsidies? Dat kost de overheid jaarlijks miljarden euro's. Maar om dit nu te verhelpen via een vlaktaks, dat is de wereld op zijn kop. Eerst verspilt de overheid via de hypotheekrente-aftrek miljarden, om dit vervolgens `op te lossen' door met een vlaktaks – die leidt tot een daling van het toptarief – álle mensen met een hoog inkomen minder belasting te laten betalen. Dat kost nóg meer geld. Aanpak van de onrechtvaardige hypotheekrente-aftrek zou de overheid juist geld moeten opleveren in plaats van extra geld te kosten.

Het is ook niet nodig. Iedereen zou hetzelfde voordeel moeten krijgen bij aanschaf van een eigen huis. Dat kan door het eigen huis als vermogen te beschouwen. Dat bespaart geld en maakt het belastingsysteem eerlijker. En dat wordt hoog tijd.

De andere voordelen van een vlaktaks bestaan niet. Een vlaktaks leidt tot schijneenvoud. De complexiteit van de inkomstenbelasting is geen gevolg van de verschillende tarieven; die behoren juist tot de goed begrepen onderdelen van de inkomstenbelasting. Over de eerste euro die je verdient betaal je minder belasting dan over de laatste. Met een vlaktaks zal het aangiftebiljet niet verdwijnen, zoals het NOS-Journaal abusievelijk berichtte. Dat burgers de jaarlijkse aangifte lastig vinden, is vooral het gevolg van de regels voor verschillende aftrekposten. Een vlaktaks doet hier niets aan af.

Zwartwerken wordt niet tegengegaan. Zwart werk is vooral lonend wegens de BTW van doorgaans 19 procent op de meeste diensten en speelt vooral bij lagere en midden-inkomensgroepen. Een vlaktaks leidt niet tot lagere tarieven voor deze groepen. Als eerste zal namelijk het hoogste tarief van 52 procent fors dalen. En zoveel inkomen verdient de zwart bijklussende bouwvakker, barman of huishoudelijke hulp niet.

Stimuleert de vlaktaks meer werk of investering in scholing? Dit argument verwijst naar de `marginale druk'. Hoe hoger de marginale druk, hoe minder je overhoudt van extra inkomen als je (meer) gaat werken of meer verdient door extra scholing (armoedeval). Vooral mensen met een inkomen tussen minimum en modaal hebben last van een hoge marginale druk. Dat komt door de belastingdruk (nu circa 40 procent) voor deze groepen, maar nog belangrijker zijn de inkomensafhankelijke regelingen, zoals de huursubsidie. Soms kan de marginale druk hierdoor zelfs stijgen tot meer dan 100 procent: wie meer gaat verdienen, gaat er dan op achteruit. Het verlies aan recht op inkomensafhankelijke subsidies is dan groter dan de winst uit extra inkomen. De marginale druk voor hogere inkomens is veel lager.

De kabinetten-Balkenende hebben dit probleem voor de lagere inkomensgroepen behoorlijk verergerd: enerzijds door de inkomstenbelasting op lage inkomens fors te verhogen naar circa 40 procent nu. (Het verschil tussen de tweede en derde schijf is anno 2005 minimaal geworden: daar is de facto al sprake van een vlaktaks voor pakweg 80 procent van de Nederlanders.) Anderzijds door introductie van de zorgtoeslag in 2006: weer een extra inkomensafhankelijke regeling die de lage en middeninkomens moet compenseren voor de nieuwe torenhoge vaste premie voor de ziektekosten die alle burgers straks betalen. Hierdoor neemt de marginale druk nog verder toe.

Een vlaktaks zal alleen leiden tot daling van het hoogste tarief van 52 procent, waardoor het echte probleem van de hoge marginale druk (voor de lage en middeninkomens) geheel niet wordt aangepakt. Daarvoor is geen vlaktaks, maar juist versterking van de progressieve belastingheffing nodig. De hogere inkomensgroepen profiteren wel van de vlaktaks: de managers, topondernemers en commissarissen van de koningin betalen minder belasting over hun extra bonussen en riante neveninkomsten. Dat blijkt ook uit een onderzoek van het ministerie van Financiën (2001) naar de vlaktaks. De hoogste inkomens gaan er 12 procent op vooruit, de laagste inkomens 6 tot 25 procent op achteruit. De marginale druk voor de lage inkomens neemt fors toe.

Geen voordelen dus, wel forse nadelen. De progressieve belastingheffing is ooit ingevoerd vanuit de terechte overtuiging dat wie meer verdient ook extra bijdraagt aan de publieke zaak. Een hoog inkomen is minder vaak dan gedacht resultaat van een individuele inspanning, als wel het gevolg van aangeboren talent of afkomst. De samenleving maakt verzilvering van dit `toeval' mogelijk, mag daar dan ook een extra bijdrage tegenover staan?

De vlaktaks breekt met deze gedachte en tast de solidariteit in de inkomenspolitiek aan. Eenmaal ingevoerd, maakt een vlaktaks het de overheid vrijwel onmogelijk om een gerichte en solidaire inkomenspolitiek te voeren. Dáár is het de VVD om te doen: het vrijwaren van de hoogste inkomens van een progressieve inkomenspolitiek. Dat begon met de belastingoperatie-Oort in 1989 (daling toptarief van 72 naar 60 procent) en is doorgezet met de nieuwe Wet Inkomstenbelasting 2001 (daling toptarief van 60 naar 52 procent). Met een vlaktaks zou een toptarief van 40-42 procent kunnen worden bereikt, een dure operatie die louter tot voordeel van de hoge inkomens strekt en waarschijnlijk door alle burgers betaald moet worden (via extra accijnzen, hogere BTW of bezuinigingen op zorg en onderwijs). De meeste Nederlanders willen graag naar draagkracht belasting betalen, zodat de inkomens niet al te ver uit elkaar lopen. Blijkbaar heeft de nieuwe Volkspartij voor Vrijheid en Democratie deze boodschap nog niet begrepen.

Laten CDA, D66 en PvdA, die flirten met de vlaktaks, nog eens diep nadenken alvorens de VVD te volgen. Minister Zalm moet zijn onderzoek naar dit dure speeltje voor rijke mensen afgelasten en de desastreuze resultaten van het laatste onderzoek serieus nemen. Zijn ambtenaren hebben wel wat beters te doen dan slechte proefballonnetjes van de VVD door te rekenen. Daarvoor zijn onze belastingcenten niet bedoeld.
 

Kees Vendrik