Minister Kamp neemt publiekelijk afstand van de verstandige woorden van minister Van Ardenne over de papaverteelt in Afghanistan. GroenLinks vraagt zich af wat hem bezield heeft en verzoekt hem zijn woorden weer in te trekken. Mariko Peters heeft daarover de volgende vragen gesteld:

Schriftelijke vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking en Defensie over de bestrijding van de papaverteelt in Afghanistan, d.d. 30 januari 2007.

1. Waarom heeft de minister van Defensie vandaag publiekelijk afstand genomen van het verstandige pleidooi van de minister voor ontwikkelingssamenwerking om niet over te gaan tot vernietiging van papavervelden in Uruzgan? *

2. Kan de minister van Defensie toelichten hoe het mogelijk is dat hij beter weet wat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking in Kabul heeft gezegd, dan de laatstgenoemde minister zelf?

3. Bent u met mij van mening dat dit het beeld oproept, dat de papaver een splijtzwam in het demissionaire kabinet vormt?

4. Hoe verhoudt de opstelling van beide bewindslieden zich tot de staatsrechtelijke regel dat het kabinet met één mond spreekt?

5. Wie sprak er van beide bewindslieden namens het kabinet?

6. Is het niet juist dat het vernietigen van papavervelden, bij afwezigheid van alternatieven voor de boeren, vooral de wederopbouw blokkeert, grote humanitaire gevolgen kan hebben voor de bevolking, het conflict ter plekke kan verscherpen en verder zal militariseren?

7. Is de minister van Defensie bereid zijn woorden terug te nemen en het kabinetsbeleid, zoals uiteengezet door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking te steunen?

8. Bent u bereid deze schriftelijke vragen te beantwoorden vóór donderdag 1 februari 16.00 uur, zodat de antwoorden beschikbaar zijn voor het Algemeen Overleg over Afghanistan?