Het moment van zijn terugtreden roept vragen op, zeker gezien de motivatie die de minister voor zijn ontslag geeft. Hij beroept zich op het belang van het openbaar bestuur dat geschaad zou worden door de aanhoudende aantijgingen en geruchten rond zijn persoon. Die motivatie zou echter in een veel eerder stadium al tot terugtreden geleid kunnen hebben.

Nu de minister hiermee gewacht heeft tot vlak voor het verschijnen van het rapport over zijn declaratiegedrag als burgemeester van Rotterdam, overtuigt deze verklaring niet.

Een definitief antwoord op de vraag of zijn vertrek als dan niet terecht is, is pas mogelijk als het rapport van de onderzoekscommissie van de Gemeente Rotterdam bekend is. Pas dan is een eindconclusie op basis van feiten mogelijk. Dat neemt natuurlijk niet weg dat wij het besluit van de minister respecteren.

Paul Rosenmöller