Vragen van Paul Rosenmöller aan de minister van Verkeer en Waterstaat over Schiphol

1. Klopt het citaat van uw reactie over de kritiek van commissie m.e.r. over het niet-meetellen van overlast van vliegtuigen onder de 65 decibel: “De m.e.r.-comissie gaat er van uit dat de grens verlaagd moet worden van 65 decibel. Dat doen we niet. We hebben ze niet gevraagd om de wet te veranderen”?

Zo nee, wat is dan uw standpunt ten aanzien van deze kritiek?

2. Bent u ervan op de hoogte dat de commissie m.e.r. niet anders doet dan de verslechtering van het milieu weergeven, die feitelijk optreedt (als ook geluidsoverlast onder de 65 decibel wordt meegeteld)?

3. Bent u zich ervan bewust dat de commissie in ’t Veld in januari 1998 met betrekking tot de wijziging van de aanwijzing adviseerde om de zogenaamde 65 decibel afkap te verlagen en dat ook de Raad van State op 28 juli 1998, de validiteit van de afkap bekritiseerde?

4. Waarom wijkt u af van de het advies van de commissie in ’t Veld, uitspraak van de Raad van State en nu ook van de kritiek van de commissie m.e.r. rond de 65 dB(A) afkap?

5. Bent u bereidt om de kritiek op de ontwerp-aanwijzing van de commissie m.e.r. ter harte te nemen en bij uw besluit de aanwijzing zodanig aan te passen dat ook het aantal zeer geluidsbelaste woningen niet afneemt (conform het win-win uitgangspunt van de commissie in’tVeld), dus ook bij het meetellen van geluidsoverlast onder 65 decibel?

1) Nieuwsblad Transport, 18 maart 2000, “Veiligheidsnormen Schiphol jarenlang verkeerd berekend”