In de nota “Vraag aan bod” kiest het kabinet voor een herziening van de sturing van de zorg en een aanpassing van het verzekeringsstelsel. De nota geeft het verkeerde antwoord op de juiste vraag. Het huidige stelsel is reeds lang aan vervanging toe. GroenLinks pleit daarom al jaren voor de introductie van een basisverzekering voor de gezondheidszorg. Helaas kiest het kabinet voor verzekeraars boven de patiënten en werknemers in de zorg en voor marktwerking boven inkomenssolidariteit.

De herziening van de sturing van de zorg is nodig. De huidige regelgeving heeft een onoverzichtelijk en slecht beheersbaar systeem opgeleverd. Zorgvragers, zorgaanbieders en verzekeraars zitten gevangen in geboden en verboden. De kostenbeheersing heeft geleid tot tekorten op alle terreinen. De zorgvrager klopt tevergeefs aan bij aanbieders en verzekeraars en de aanbieders lopen teleurgesteld weg. Wordt het nu beter?

Nee, Paars is hardleers. Het kabinet wil de gezondheidszorg verbeteren door verzekeraars met winstoogmerk de regie te geven over concurrerende zorgaanbieders. Marktconforme (financiële) prikkels moeten hen prikkelen om hun beste beentje voor te zetten. De overheid beperkt zich tot het garanderen van het recht op zorg, de toegang tot de verzekering voor iedereen, en het regelen van toezicht op de zorg. Waar blijven de sociaal zwakkeren als zorgaanbieders zich moeten richten op een goede prijs-kwaliteit verhouding? Wie weerhoudt de verzekeraar, met winstoogmerk en aandeelhouders, van het sluiten van wurgcontracten? En hoe realistisch is dit plan bij de grote tekorten aan personeel?

Met deze benadering wordt volledig voorbijgegaan aan de essentie van de zorgsector: niet geld maar intrinsieke motivatie en plezier in het werk zijn de belangrijkste drijfveer. Daarbij bepalen zorgaanbieder en zorgvrager samen de aanpak op grond van de kwaliteitsrichtlijnen van de beroepsgroep. De verzekeraar maakt afspraken over beschikbaarheid, zorgt voor de betaling en kan zo nodig bemiddelen.

De aanpassing van het verzekeringsstelsel is eveneens hard nodig. Het huidige stelsel is ondoorzichtig, biedt nauwelijks keuzevrijheid en de financiële lasten zijn ongelijk verdeeld. De modale inkomens betalen onevenredig veel en kleine veranderingen in het inkomen kunnen grote verschuivingen geven. Hier liggen grote politieke meningsverschillen. Wordt de algemene verzekering met inkomensafhankelijke premies gefinancierd of met één premie, waarbij lagere inkomens via de belasting worden gecompenseerd?

De regering wil geen onderscheid naar risico: ook chronisch zieken en ouderen kunnen gewoon meedoen. De regering wil de premie gedeeltelijk inkomensafhankelijk en gedeeltelijk nominaal heffen, zodat de burgers kostenbewust worden. Ook hier zullen de lagere inkomens het gelag betalen. Dat is volledig in strijd met het recente advies over sociaal-economische gezondheidsverschillen: juist voor mensen in een zwakke positie moet de toegang tot gezondheidszorg worden verbeterd.

Paars schuift de bal voor zich uit om de coalitie niet te splijten. Drie verzekeringsvarianten maken het mogelijk de vervolgkeuzen over de premieheffing meer naar de inkomensafhankelijke kant of meer naar de nominale kant te schuiven. Ook de integratie van de algemene verzekering met de AWBZ komt pas op een later tijdstip.

Voor dit kabinet gaat geld voor gezondheid en is de zorg een markt als alle anderen GroenLinks staat voor één verzekering met inkomensafhankelijke financiering, uitgevoerd door aanbieders en verzekeraars met ondernemersvrijheid maar zonder winstoogmerk. De overheid heeft daarbij niet alleen een rol bij het garanderen van toegang en toezicht maar ook bij de spreiding van voorzieningen en het reguleren van tarieven. De gezondheidszorg is te belangrijk om aan de markt over te laten!

Corrie Hermann, 06-25057216

Castricum, 6 juli 2001