Asielopvang moet eerlijk over alle gemeenten verdeeld worden, gemeenten moeten de regie krijgen en kleinschalige opvang kunnen bieden. Lees hier het opinieartikel door Linda Voortman en ondertekend door tien GroenLinks wethouders, dat op 30-09-15 in Trouw is gepubliceerd.

De afgelopen tijd hebben we hartverwarmende initiatieven gezien vanuit de samenleving om asielzoekers op te vangen. Maar ook zien we verzet vanuit de bevolking tegen de overhaaste komst van opvanglocaties. Hiermee gepaard verzamelen zich de klachten van gemeenten en particulieren over de rigide en soms stuurloze houding van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).  Zo luidde de burgemeester van Heerenveen de noodklok over bussen met onbegeleide vluchtelingen en verkeerde aantallen asielzoekers. Als handreiking kwam het COA niet verder dan dat 'hij er zich maar mee moest redden.' Nu het aantal vluchtelingen fors toeneemt, neemt de noodzaak toe om kritisch te kijken naar hoe we de vluchtelingenopvang kunnen organiseren. Dit kan volgens ons democratischer en kleinschaliger. Om zo lokale initiatieven te stimuleren, maar ook om de zorgen van inwoners serieus te nemen.

De opvang van vluchtelingen moet eerlijk over alle gemeenten verdeeld worden. Dit kan niet zonder ze regie te geven. Gemeenten zijn al verantwoordelijk voor het huisvesten van statushouders. Daarnaast gaan ze over de opvang van bijvoorbeeld daklozen en sinds dit jaar ook over zorg, werk en jeugdhulp voor hun inwoners. In de opvang en begeleiding van asielzoekers kunnen zij deze taken aan elkaar verbinden. De verzoeken van het COA aan gemeenten zijn echter vaak abrupt en kort dag – het COA laat weinig ruimte voor gesprekken met omwonenden of het maken van een lange termijnplan. Hiermee is niet gezegd dat het COA niet haar best doet. Dat het nu acuut om noodopvang vraagt bij gemeenten is geen symptoom van een slechte planning, maar van slechte aansturing en budgettering vanuit het Rijk. Het COA weet pas aan het eind van het jaar hoeveel geld het krijgt voor de opvang van asielzoekers. Het COA is zo gedwongen zich reactief op stellen: zodra er meer asielzoekers zich melden, moet het snel aan slag om opvangplekken te regelen. Dit belet gemeenten om tijdig in gesprek te gaan met omwonenden en meer begrip te creëren.

Op dit moment keurt het COA alleen grootschalige ruimtes goed. Dat moet anders. Kleinschalige opvang biedt meerdere voordelen: het is gemakkelijker te organiseren, er is sneller draagvlak voor onder omwonende burgers, het maakt dat integratie in de samenleving makkelijker is en prettiger voor vluchtelingen dan de grootschalige opvanglocaties. Diverse gemeenten hebben kleine opvanglocaties aangeboden aan het COA, maar zij vinden geen gehoor. Dit soort plekken kosten relatief meer geld en zijn minder efficiënt te managen, vindt het COA. De moeilijke opdracht om een goede balans tussen het opvangen van vluchtelingen en het rekening houden met de draagkracht van de lokale gemeenschap wordt zo ondergeschikt gemaakt aan het belang van de centen. De voordelen van kleinschalige opvanglocaties worden hiermee genegeerd.

De organisatie van vluchtelingenopvang moet op de schop. Alle gemeenten moeten meedoen en  de regie krijgen, waarbij ook kleinschalige opvang mogelijk is. Het is tijd dat wij het beter organiseren van de vluchtelingenopvang boven het belang van de portemonnee stellen.

Linda Voortman, Tweede Kamerlid voor GroenLinks

Laura Bromet, GroenLinks-wethouder te Waterland

Mede namens de GroenLinks-wethouders (op alfabetische volgorde):

Annie Postma, wethouder te Ten Boer

Cora-Yfke Sikkema, wethouder te Haarlem

Erika Spil, wethouder te Ronde Venen

Frans Langeveld, wethouder te Doetinchem

Henk Bakker, wethouder te Zuidhorn

Isabelle Diks, wethouder te Leeuwarden

Raf Janssen, wethouder te Peel en Maas

Richard Kruijswijk, wethouder te Bloemendaal

Rien Honnef, wethouder te Leek

Yolan Koster-Dreese, wethouder te Woerden