Europarlementariër Judith Sargentini is waarnemer bij de verkiezingen in Myanmar/Birma. Ze blogt erover op onze website.

Om half zes in de ochtend stonden we in Yangon bij een stembureau om de opening mee te maken. Het was een school in een gegoede buurt. Het hoofd van het stembureau had er de wind onder. Natuurlijk was ze het hoofd van de school. Ik ben een kind van een onderwijzer. Zoiets ruik ik. Alle tafeltjes hadden bordjes met wie er moest zitten en die bordjes waren Engels ondertiteld. Ik heb nog nooit zo'n strak georganiseerde procedure gezien. Maar ja, de hoofdstad, in een gegoede buurt, dat zal toch niet de standaard zijn?

De rest van de dag gingen we de stad uit, naar Ayeyerwaddy, de delta. In de negen stembureaus die we bezochten, in stadjes en op het platteland, was de organisatiegraad ongelooflijk goed. De ondertiteling viel natuurlijk weg, maar met behulp van een tolk, konden we de procedures goed volgen. Het leek alsof verkiezingen een alledaagse bezigheid was voor de veelal jonge vrouwen, onderwijzeressen natuurlijk, die de stembureaus bemensden. En dat terwijl de laatste min of meer vrije verkiezingen in 1990 waren. Die vrouwen waren toen nog niet eens geboren.

Potje inkt

Iedere stemmer komt met een klein wit briefje met een nummer en zijn naam. Dat wordt nagekeken in het kiezersregister. De kiezer tekent het register, krijgt een stembiljet van dame twee, tekent het reçuutje van het stembiljet en doet zijn ding, en dat drie of vier keer, want er zijn meerdere verkiezingen op dezelfde dag. En aan het einde, zoals overal in landen met een discutabel bevolkingsregister en stevig wantrouwen tegenover de autoriteiten, steek je je pink in een potje onuitwisbare inkt. Je hebt gestemd, en het kan niet nog een keer.

Het klinkt droog, maar dat is waar een waarnemer naar kijkt. De routine mag op papier logisch klinken, maar als het warm is een een schoollokaal, en druk, en het wordt laat op de dag, en ze zijn vergeten je eten te brengen, worden dan alle handtekeningen nog gezet, alle vingers nog in inkt gedoopt?

Controlewerk

In ieder stembureau zit een rijtje mannen met een schriftje te turven. Zij vertegenwoordigden verschillende politieke partijen. Bij de sluiting om vier uur 's middags slaan ze allemaal de eerste pagina van hun schriftje open. Daar hebben ze die ochtend de nummers genoteerd van de tie-wraps waarmee de stembussen gesloten werden. Ze nemen het controlewerk zeer serieus terwijl ze de hele dag met hun neus bovenop de bussen hebben gezeten. Voordat de bussen open kunnen, moeten eerst alle niet gebruikte stembiljetten weggeruimd worden. Je wil niet dat er tijdens het tellen nog opeens extra biljetten opduiken.

Ook de vrouwen doen hun werk met precisie. De witte briefjes worden geteld, de overgebleven stembiljetten ook, en als die som klopt, kunnen de bussen open en het tellen beginnen. Het is ondertussen kwart voor vijf. De zon gaat al zakken, over een uur is het pikkedonker. Dan komt er een partijlid stennis maken. Alle ongebruikte stembiljetten moeten niet zomaar weggeborgen worden, maar eerst ongeldig gemaakt worden. De heren zijn het met elkaar eens, zo moet het.

De dames pakken hun liniaaltjes en beginnen de stembiljetten een voor van een kruis te voorzien. Dat gaat nog wel even duren. We zitten twee uur rijden van Yangon, om half zeven wordt het donker, onze beveiliging heeft bevolen dat we voor donker binnen moeten zijn. We besluiten te vertrekken en laten het tellen voor wat het is. De vrouwen zullen hun werk vast met precisie doen, en de mannen zullen daar scherp op toe zien.

Theorie uit het boekje

Terug in de auto, is onze conclusie dat de dag voorbeeldig is verlopen. Rustige verkiezingen volgens het boekje, maar zo georkestreerd dat zelfs als Aung San Suu Kyi meer dan de helft van de stemmen binnensleept, de militairen met hun automatische vijfentwintig procent benoemde zetels alle grondwetswijzigingen kunnen tegenhouden. Maar ook dat is theorie uit een boekje. Als de bevolking overweldigend voor verandering stemt, dan kan geen grondwet dat tegenhouden.