Voorzitter. Hier staat een fractievoorzitter met gemengde gevoelens. De afgelopen uren is mij, denk ik, vijfentwintig keer de vraag gesteld: is dit geen feest voor de oppositie? Het antwoord daarop is: nee, niet vanzelfsprekend. Ik wil die gemengde gevoelens met de Kamer delen. De minister-president heeft gelijk als hij in zijn verklaring zegt dat de uitslag van de verkiezingen op 15 mei logischerwijs leidde tot de coalitie van CDA, LPF en VVD. Zulks hebben wij ook aanbevolen. Die coalitie is er gekomen. Nieuwkomer LPF had bijna 1,6 miljoen stemmen, een nog nooit vertoonde prestatie. Een prestatie van formaat, waar direct ook grote verantwoordelijkheden aan moesten worden gekoppeld. Men kwam namelijk niet alleen met 26 mensen de Kamer binnen, maar men kreeg ook direct regeringsverantwoordelijkheid. Dan past het, begrip te hebben voor aanloopproblemen. Maar de wijze waarop met het vertrouwen is omgegaan, vind ik eerlijk gezegd onacceptabel. Het is onbeschaamd.

De LPF heeft ook dé politiek een slechte dienst bewezen. De crisis binnen de LPF straalde namelijk af op de hele politiek. Misschien moet na drie maanden conflict één van de conclusies wel zijn dat het vak van politicus niet zoveel anders is dan een ander vak. Je moet het namelijk ook leren. Misschien is het net iets meer dan: buiten je oor te luisteren leggen en hier een verhaal houden dat door een ander geschreven is. Het is veelal net iets moeilijker. Als mensen zich na deze crises gaan afkeren van een partij, dan is dat één. Ik hoop echter niet dat mensen zich, na alles wat zij de afgelopen weken en dagen te zien hebben gekregen, gaan afkeren van dé politiek.

Het positieve nieuws is dat wij mogelijkerwijs weer echt over de inhoud kunnen gaan praten. De komende verkiezingen bieden mogelijkheden om nieuwe accenten te leggen, een Kamer te kiezen met nieuwe verhoudingen. Er kan weer meer worden gepraat over zorg, onderwijs, milieu en Melkertbanen; meer over andere keuzes maken, bijvoorbeeld inzake de koopkracht voor de minima, thema's waar wij alleen bij de algemene politieke beschouwingen inhoudelijk over hebben kunnen spreken. Ziehier mijn gemengde gevoelens.

Het moest anders. Nou, het ging ook inderdaad anders. Wij hebben een kabinet achter de rug met de kortste zittingsduur en de meeste conflicten. Een kabinet met een einde via de regeling van werkzaamheden, voor zover dat burgers iets zegt. Het avontuur is dus mislukt. Duidelijkheid en daadkracht, zo zei de minister-president, maar duidelijkheid en daadkracht maakten drie maanden lang plaats voor ruzie en rancune. Normen en waarden, zei de minister-president. Maar normen en waarden, die hij hier op onszelf van toepassing verklaarde, maakten drie maanden lang plaats voor macht en macho's. Daar ging het vooral om en niet of nauwelijks om de politieke inhoud van de zaak. Dat stelt mij teleur. Ik hunker weer naar het moment waarop de politieke inhoud ons het meeste bezig houdt. Dan heb je altijd wel eens een conflict. Wij komen allemaal aan de beurt. Die situatie kennen wij.

De minister-president heeft iets gezegd over de wijze waarop de afgelopen dagen een vertrouwensbreuk is ontstaan tussen enkele ministers van de LPF. Mijn indruk is dat er bij de minister-president sprake is van een lichte, dan wel stelselmatige onderschatting van het probleem dat zich vandaag heeft geculmineerd in een climax via de verklaring van de minister-president. De laatste werkdag dat wij bij elkaar waren, vroeg ik met een aantal collega's informatie aan het kabinet. Wij kregen per kerende post, een dag later, een kaartje van de minister-president terug. Dat weet hij vast nog wel, want dat is nog niet zo lang geleden. Wij kregen de groeten. De groeten terug, overigens. De minister-president zei: wij groeten u in gezamenlijkheid en eenheid. Dat was twaalf dagen geleden. Daarna was er crisis op crisis. Dat is niet alleen een uitdrukking van gebrek aan fatsoen of minachting van de Kamer. Zo kun je er ook over spreken. Dat wil ik allemaal voor lief nemen. Ik heb echter gezegd: ik bewaar dat kaartje. Ik heb ook gezegd: wie het laatst lacht, lacht het best. Maar zelfs dat lachen is mij eigenlijk al vergaan. Het is namelijk een uitdrukking van onderschatting bij u, minister-president, als leider van dit kabinet, van de problemen waar leden van uw kabinet al maanden mee zaten en dat ook in alle openheid ventileerden.

En dan gisteren. Gisteravond bleek dat de andere LPF-ministers niet meer samen wilden met de heren Bomhoff en Heinsbroek. Mag ik hier reageren op datgene wat misschien ook uzelf het meeste spijt, namelijk de dag van gisteren? U heeft gezegd dat de dag van de uitvaart zo had moeten blijven, een dag waarin wij met onze gedachten bij prins Claus waren, na de indrukwekkende uitvaartdienst en de bijzetting in de kelder. Een dag van rouw en bezinning. Hoe is het mogelijk dat u een kabinetsvergadering heeft uitgeschreven waar niet het beleid van het kabinet met betrekking tot de Europese Unie centraal stond, maar een crisis? Daar bent u verantwoordelijk voor. Ik heb gisteren met schaamte en verbijstering urenlang naar de televisie zitten kijken. Ik kon niet geloven dat het daarover ging. Dat had nooit mogen gebeuren. U had het recht om te vergaderen over Europa, maar als het over andere dingen had gegaan, had u dat overleg moeten afbreken en had u van mijn part vanochtend om zes uur bij elkaar kunnen komen. Maar die dag had niet op die wijze mogen worden belast. U zei: het had zo moeten blijven, de dag ter nagedachtenis aan prins Claus. Dat is niet gebeurd en u heeft daar de volle verantwoordelijkheid voor te nemen. Het spijt mij dat ik het zo hard moet zeggen, maar het is wel iets dat mij gisteren diep en diep raakte.

Hoe zit het overigens, vraag ik de minister-president, met dat standpunt over Europa? Krijgen wij dat nog voordat Europa beslist over de uitbreiding? De wereld en zelfs Europa trekken zich namelijk maar verdraaid weinig aan van het gekrakeel in Nederland en in Den Haag.

Ik rond af met een enkele vraag. De minister-president zei: ik heb een beroep gedaan op de ministers van VWS en Economische Zaken om consequenties te verbinden aan het feit dat hun partijgenoten in het kabinet niet meer met hen samen verder wilden. Ook dat lijkt er op te duiden dat u met dat ontslag van die twee ministers nog dacht dat er sprake zou kunnen zijn van een levensvatbaar kabinet. Waarom heeft u toen niet de conclusie getrokken dat er geen sprake meer kon zijn van een levensvatbaar kabinet? Waarom heeft u toen niet voor uzelf de mind opgemaakt, maar heeft u dat pas gedaan nadat u die gedachten zijn aangereikt door de fractievoorzitters van de regeringspartijen, vanochtend in de beslotenheid van het Torentje? Blijkbaar zijn zij degenen geweest die u op de gedachte hebben moeten brengen dat het ontslag van uw kabinet aan Hare Majesteit moet worden aangeboden. Ook dat lijkt te duiden op een onderschatting van de problematiek.

Voorzitter. Wij staan voor de vraag wanneer er verkiezingen zullen komen. Dat moet zo snel mogelijk gebeuren. Het kabinet zal daarover een besluit moeten nemen. Zoals gezegd, mijn fractie hunkert naar het inhoudelijke politieke debat, wat de afgelopen maanden naar de rand van de tafel is verschoven. Dat kan niet langer zo doorgaan, zoals wij ons ook niet lang met een campagne kunnen bezighouden. Wat ons betreft, moeten de verkiezingen zo snel mogelijk plaatsvinden. Kan de minister-president duidelijkheid geven over het moment waarop dat kan gebeuren?

Ten slotte. Je bent er altijd klaar voor, politiek correct gesteld. Maar het is zeer begrijpelijk dat veel mensen het niet zo zien zitten om weer met verkiezingen bezig te zijn. Dat geldt ook voor onszelf. Maar het is wel de minst slechte optie, gegeven de huidige situatie. De campagne voor de komende verkiezingen begint altijd de dag na de vorige verkiezingen. In die zin zijn wij sinds 16 mei al bezig. Daar komt een schepje bovenop, maar wij zijn er klaar voor. Dat de minister-president het ontslag van zijn kabinet aanbiedt, hij had geen andere keuze meer. Ik weet niet of hij de problemen had kunnen voorkomen, maar ik vind wel dat hij op een aantal momenten ernstige inschattingsfouten heeft gemaakt.