De commissie bouwfraude heeft met haar eindrapport een prestatie van formaat geleverd. Niet gehinderd door de turbulente parlementaire periode en de wisselingen in de samenstelling van de commissie is degelijk werk geleverd. De commissie heeft door haar integere werkwijze de eer van de Kamer hoog gehouden en als voorbeeld gediend hoe met integriteit om dient te worden gegaan.

GroenLinks ziet in het rapport de verontrustende bevestiging van de ernstige vermoedens over de prijsafspraken in de bouwwereld. Het rapport geeft een helder overzicht van structurele overtredingen van de wet door bouwondernemingen, met forse prijsopdrijving en kosten voor de samenleving tot gevolg. Het rapport toont aan dat het fundamenteel mis is met de bestuurlijke en bedrijfsmatige cultuur in Nederland. Het oordeel van bestuurders over organisatiecriminaliteit is stuitend laconiek.

De mooie woorden van bestuurders over maatschappelijk verantwoord ondernemen en de eerdere ontkenning van aantijgingen ten spijt valt de sector zeer veel te verwijten. Deze verwijten raken de bouwwereld, maar ook de accountants die misstanden herhaaldelijk constateerden, maar nalieten om te handelen.

De laconieke en passieve houding van de overheid als opdrachtgever en van toezicht-houders (NMa) en rechtshandhavers (OM) is ook mede oorzaak van de kartelvorming én prijsopdrijving. Schokkend en verwerpelijk is de cultuur van ‘smeren en fêteren’ tussen bouwwereld en aanbestedende overheden, tot de persoonlijke betrokkenheid van bewindslieden aan toe.

Eén ding is duidelijk. Bouwers én aanbesteders moeten voor alles bouwen aan nieuw vertrouwen. Openheid en transparantie moeten de regel worden en blijven.

GroenLinks onderschrijft daarom de aanbevelingen van de commissie. De overheid zal transparanter en opener moeten werken. Het recente wetsvoorstel van GroenLinks over bescherming van klokkenluiders is daartoe een eerste stap. Daarnaast bepleit GroenLinks een meldingsplicht voor accountants bij constatering van overtredingen. Ook wil GroenLinks dat bestuurders en commissarissen van bedrijven niet alleen administratief rechtelijk beboet, maar ook strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor kartelpraktijken.

GroenLinks constateert dat de bevindingen van de commissie – onder andere over de informatievoorziening aan de Kamer - aanleiding kunnen vormen tot het trekken van politieke conclusies, die ook kunnen raken aan de positie van bewindslieden. Degelijke conclusies kunnen pas na het debat met de commissie én de regering definitief worden getrokken. GroenLinks wil voorkomen dat het debat over dit belangwekkende rapport beperkt wordt tot de positie van (ex)bewindspersonen, hoewel zij de positie van de betrokken bewindslieden in het geding acht. Ter discussie staat ook het functioneren van (onderdelen) van de betrokken departementen V&W, Justitie, EZ & VROM. Hoofdzaak is natuurlijk dat het probleem van kartelvorming en prijsafspraken in de bouw definitief uit de wereld wordt geholpen.

Femke Halsema

Den Haag,

12 december 2002