Jelle Kuiper, Hoofdcommissaris van politie in Amsterdam uit vanmiddag in het Parool scherpe kritiek op politieminister Johan Remkes. Alle reden voor GroenLinks om een reactie te vragen van de minister.

In ongekend harde woorden reageert Kuiper op het onjuiste beeld dat Remkes afgelopen maandag schetste over de politie in het algemeen en het Amsterdamse Korps in het bijzonder. Kuyper noemt het 'onverteer-baar', 'onbegrijpelijk' en hij heeft er 'de pest in'. Volgens Kuyper is Remkes zelf de grote probleemmaker door de enorme administratieve rompslomp die hij uitstort over de korpsen. GroenLinks stel daarom de volgende vragen aan Remkes:




Schriftelijke vragen van het lid Vos aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de administratieve rompslomp op zijn ministerie, d.d. 5 november 2003



1. Heeft de minister kennisgenomen van de uitspraken van de korpschef Jelle Kuiper van regio Amsterdam - Amstelland, die in Het Parool de wijze waarop de minister de politie behandelt 'onverteerbaar' en 'onbegrijpelijk' noemt?



2. Wat is uw reactie op de stevige kritiek van de heer Kuiper



3. Staat de minister nog geheel achter zijn uitspraken, zoals gedaan in het overleg met de Kamer over de politieregio Amsterdam - Amstelland van afgelopen 3 november, waarbij het beeld werd opgeroepen van een korps dat regels aan zijn laars lapt en de gestelde doelstellingen niet haalt?



4. Wat is zijn reactie op het verwijt van de heer Kuiper dat niet de tegenwerking vanuit de korpsen, maar de administratieve rompslomp die de minister zelf genereert het werkelijke probleem bij de modernisering van de Nederlandse politie zou zijn?



5. Kan de minister uitleg geven over het aantal geldige directieven, richtlijnen en circulaires voor de korpsen, de regio Amsterdam – Amstelland in het bijzonder? Om hoeveel gaat het op dit moment, en is er sprake van een toename of een afname? Hoeveel nieuwe richtlijnen zijn er sinds 5 november 2003 precies uitgegaan?



6. Erkent de minister dat de bureaucratie van de politiekorpsen de afgelopen jaren is toegenomen? Hoe verhoudt de toenemende bureaucratie en verantwoordingsplicht van de korpsen zich tot het streven naar ontbureaucratisering ("minder regels") van het kabinet?



7. Welke afname van bureaucratie, veroorzaakt door rijksregelgeving, beoogt de minister voor 2007 te bereiken voor de korpsen? In welke mate vereisen de onlangs ondertekende prestatiecontracten met de korpsen een extra inspanning om de beoogde reductie in de bureaucratie te bereiken?