GroenLinks vindt dat het sociaal minimum ook in het Caribisch gebied gebaseerd moet zijn op de werkelijke minimale kosten voor levensonderhoud, zoals dat ook in Nederland het geval is. Senator Ruard Ganzevoort diende daartoe een motie in, die vandaag door de gehele Eerste Kamer (met uitzondering van de PVV) werd gesteund.

In Nederland wordt onder het sociaal minimum verstaan: 'het bedrag dat u minimaal nodig heeft om van te leven'(UWV). Dat lijkt een open deur, maar in de plannen van de regering wordt het sociaal minimum op Bonaire, Sint Eustatius en Saba gebaseerd op het wettelijk minimumloon. Dat wettelijk minimumloon is afhankelijk van economische ontwikkelingen op de eilanden. In de praktijk is dat onder de armoedegrens.

Volgens de Eerste Kamer staat dat haaks op internationale verdragen en op de verplichting in de grondwet dat de overheid moet zorgen voor een leefbaar bestaan. Dat begint ermee dat duidelijk moet zijn wat voor een leefbaar bestaan nodig is. 

Minister Plasterk (PvdA) ontraadde de motie, omdat de koppeling aan het minimumloon goed zou zijn als prikkel om te gaan werken en omdat we rekening moeten houden met de economische realiteit. Ganzevoort: "De economische realiteit in Caribisch Nederland is grootschalige armoede. Dat mogen we in ons land niet accepteren. De Kamer vraagt nu alleen nog maar om te berekenen wat dat sociaal minimum zou moeten zijn. Plasterk wil die berekening niet omdat daarmee de enorme armoede in Caribisch Nederland zichtbaar wordt. Met deze massieve uitspraak van de Kamer is de regering aan zet om snel stappen te zetten."