Het nieuwe wetgevingsprogramma in de vandaag gepresenteerde terrorismebrief van de ministers Donner en Remkes is teleurstellend en kent een hoog symboolgehalte, aldus Femke Halsema en Marijke Vos.

De anti-terreurministers keren zich onverantwoordelijk sterk tegen de randverschijnselen van terrorisme als ze apologie, het goedpraten of verheerlijken van terroristische misdrijven, strafbaar willen stellen. De onzindelijkheid van het verheerlijken van terroristisch geweld onderschrijft iedereen, maar er bestaat al een uitgebreid arsenaal strafwetten waarin het aanzetten tot haat en geweld bestreden wordt. Dus is het niet nodig cruciale burgerlijke vrijheden verder in te perken. Waar het écht om gaat - het effectief bestrijden van terreur - krijg je alleen voor elkaar als voldoende goed gekwalificeerde AIVD-ers en opsporings-autoriteiten de bestaande (ruime) bevoegdheden goed toepassen. Daarom kan de personele versterking van een aantal diensten wel op onze steun rekenen.

Met de strafbaarstelling van apologie roep je een nieuw handhavingsprobleem in het leven; er gaat dan veel tijd zitten in het opsporen en bestraffen van daders van verheerlijking, terwijl de uitvoerders in alle stilte hun daden blijven voorbereiden en uitvoeren. Ook de andere onderdelen van het wetgevingsprogramma roepen veel vragen op. Vooral onduidelijk is of en zo jaar waar de grenzen van nog weer meer nieuwe bevoegdheden liggen. Kan straks in heel Nederland iedereen zonder enige aanleiding gefouilleerd worden?

In de terrorismebrief blijft onderbelicht hoe je nu er precies voor zorgt dat de juiste mensen geworven en in staat gesteld worden om terrorisme te bestrijden. GroenLinks juicht elk voorstel toe dat ertoe bijdraagt dat terrorisme adequaat en efficiënt wordt bestreden, maar zal elk wetsvoorstel waarin de vrijheid van meningsuiting - als één van de belangrijkste burgerlijke vrijheden - wordt aangetast, zeer kritisch beoordelen.

Femke Halsema

Marijke Vos