Het akkoord met de melkveehouderijsector is oneerlijk, omdat het goede boeren straft die niet hebben bijgedragen aan het fosfaatprobleem, ook wel het mestoverschot genoemd. Daarom heeft GroenLinks tegen het sectorakkoord en het wetsvoorstel gestemd.

Rik Grashoff: “Nederland is door het afgesproken fosfaatplafond heen geschoten, omdat de intensieve melkveehouderij na het vervallen van het melkquotum fors is gaan uitbreiden. Biologische boeren en melkveehouders die niet meer koeien houden dan hun grond aan kan hebben niet bijgedragen aan dit probleem. Het is onacceptabel dat zij niet worden uitgezonderd in de aanpak van de sector. Zij draaien nu op voor een probleem dat veroorzaakt is door de melkcowboys met megastallen. Daarom hebben wij tegen het sectorakkoord gestemd.”

De melkveesector in Nederland heeft een enorm mestoverschot, als gevolg van groei van de melkveestapel. We zitten zelfs boven de grenzen van de derogatie, de uitzonderingspositie die Nederland van de Europese Commissie heeft gekregen om een groter fosfaatoverschot te hebben dan andere EU-landen. Dit betekent dat in 2017 de melkveestapel met 200 duizend koeien moet krimpen. Op 1 januari 2018 moet Nederland binnen de grenzen van de derogatie zitten, anders dreigen we deze uitzonderingspositie te verliezen. Dat betekent wederom een krimp van ruim een half miljoen koeien.

Rik Grashoff: "De staatssecretaris en de Kamer hebben de kans laten liggen om te sturen naar een duurzame veehouderij. We moeten juist biologische en grondgebonden melkveehouders stimuleren zodat we toegroeien naar natuurinclusieve landbouw. Nu zijn er volstrekt onvoldoende garanties dat biologische en grondgebonden boeren daadwerkelijk worden ontzien en krijgt deze sector de rekening van de intensieve veehouderij met hun megastallen."