Voor de tweede keer in drie jaar sprak de Eerste Kamer zich uit over het kabinetsvoorstel om het lidmaatschap op te zeggen van UNIDO (United Nations Industrial Development Organization). GroenLinks' Eerste Kamerfractie vond destijds dat de argumentatie voor het opzeggen van het verdrag nogal dun was. GroenLinks-senator Frits Lintmeijer meent dat het standpunt van de regering dat UNIDO onvoldoende presteert, nog steeds rammelt.

UNIDO is de VN-organisatie die ontwikkelingslanden helpt met duurzame industriële investeringen in onder meer voedselveiligheid en watermanagement. Op die manier draagt het bij aan het behalen van de wereldwijde doelen die de VN heeft gesteld om in 2030 extreme armoede en ongelijkheid de wereld uit te helpen. Het lidmaatschap van een VN-organisatie zeg je volgens GroenLinks niet zo maar op. Volgens Frits had het kabinet na het stranden van het wetsvoorstel drie jaar geleden een aantal dingen kunnen doen: ''Het kabinet kon ofwel zorgen voor een onweerlegbare onderbouwing dat UNIDO onvoldoende presteert ofwel met UNIDO in gesprek kunnen gaan om de organisatie te verbeteren en de prioriteiten in lijn te brengen met de Nederlandse speerpunten''.

Beide zijn niet gebeurd en dat is jammer, meent de GroenLinks senator: "VN-organisaties doen belangrijk werk en moeten ervan op aan kunnen dat de leden mee blijven doen en betalen. Continuïteit en solidariteit in de internationale samenwerking zijn een groot goed voor mondiale ontwikkeling. Dat zeiden we drie jaar geleden en dat zeggen we nu. Het is onbegrijpelijk dat PvdA minister Ploumen slordig met dit soort commitments omgaat.''

Tekst gaat verder onder de foto.