PvdA, Christen Unie en GroenLinks hebben een initiatief wetsvoorstel gepresenteerd voor uitbreiding van de Wet Gelijke Behandeling gehandicapten/Chronisch Zieken naar het basis- en voortgezet onderwijs.

Gelijke behandeling van mensen met een handicap of chronische ziekte is in Nederland beperkt in de wet geregeld. Slechts op de arbeidsmarkt en bij het beroepsonderwijs geldt nu een gebod tot gelijke behandeling. De Tweede-Kamerleden Smits (PvdA), Rouvoet (Christen Unie) en Azough (GroenLinks), presenteren een initiatief wetsvoorstel om dat gebod tot gelijke behandeling uit te breiden naar het basis- en voortgezet onderwijs. Het voorstel verbetert de kansen op het volgen van geschikt onderwijs  voor leerlingen die een handicap of chronische ziekte hebben en voor wie aanpassingen nodig zijn. 

Het wetsvoorstel breidt de werking uit van de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Deze wet, in 2003 van kracht geworden, is nu slechts geldig op de arbeidsmarkt en in het beroepsonderwijs. Het is een aanbouwwet en het is altijd de bedoeling geweest de werking uit te breiden naar de terreinen vervoer, onderwijs, wonen, aanbieden van goederen en diensten en dergelijke.

Volgens Smits, Rouvoet en Azough is het kabinet te langzaam met het uitbreiden van de werking van de wet. Maatschappelijke organisaties dringen al langer aan op uitbreiding van de wet naar in ieder geval verkeer en vervoer en onderwijs.

De drie Tweede-Kamerleden kiezen met hun initiatief nu voor snelle uitbreiding naar basis- en voortgezet onderwijs. Belangrijk argument daarvoor is dat het gebod tot gelijke behandeling nu al wel geldt voor beroepsonderwijs. Het is logisch om al het onderwijs dat daaraan voorafgaat onder de werking van de wet te brengen. Ook is inmiddels positieve ervaring opgedaan met zaken die in het beroepsonderwijs speelden en die op grond van de wet zijn voorgelegd aan de Commissie Gelijke Behandeling.

Uit recent onderzoek van de universiteit van Maastricht bleek dat de individuele rechtsbescherming van leerlingen met een handicap tekort schiet en dat uitbreiding van de Wet Gelijke Behandeling dat tekort kan opvullen. Ander onderzoek liet zien dat de kosten van gelijke behandeling zeer beperkt zijn.

Het initiatief wetsvoorstel maakt het makkelijker voor leerlingen (of hun ouders) om van scholen individuele aanpassingen te vragen waarmee het volgen van geschikt onderwijs makkelijker wordt. Het kan gaan om aanpassingen in het gebouw, lesmateriaal maar ook om zaken als extra tijd voor het afleggen van toetsen als de handicap dat noodzakelijk maakt. Het wetsvoorstel gaat ervan uit dat de aanpassingen doeltreffend en redelijk moeten zijn en in principe door de school te dragen zijn. Scholen kunnen niet gedwongen worden tot te dure of te ingrijpende aanpassingen.

Bij geschillen over de vraag of een leerling met handicap terecht of onterecht wordt geweigerd voor een aanpassing of bij toelating tot een school, oordeelt de Commissie Gelijke Behandeling. Eerst moet aannemelijk worden gemaakt dat een weigering terug te voeren is op de handicap of ziekte, waarna vervolgens een advies volgt over de vraag of de gevraagde aanpassing in redelijkheid gevergd kan worden.

Het voorstel beoogt louter de individuele rechtsbescherming van leerlingen te versterken binnen het huidige onderwijssysteem. Een leerling die laag scoort op een citotoets kan bijvoorbeeld niet op grond van deze wet toegang claimen tot een schoolsoort die hoge cito-cijfers vraagt. Maar als een leerling aan alle eisen van de school voldoet en toch wordt geweigerd vanwege een handicap is inschakeling van de Commissie Gelijke Behandeling mogelijk.

Voor meer informatie:

José Smits
André Rouvoet
Naïma Azough