Als Bangladesh dit jaar geen fikse verbeteringen laat zien in de arbeidsomstandigheden en rechten van de werknemers in de kledingfabrieken, dan dreigt de EU het handelsvoordeel voor het land te ontzeggen. Europarlemtariër Judith Sargentini, die vorig jaar het Europees Parlement achter wetgeving tegen conflictmineralen wist te krijgen, maakt zich hard voor wetgeving om productieketens eerlijk en veilig te maken.

Sargentini: “Bangladesh heeft als ontwikkelingsland zeer voordelige toegang tot de Europese markt voor haar producten. Het is goed dat de EU deze markttoegang inzet om verbeteringen af te dwingen. Het is tijd dat Bangladesh zich aan de gemaakte afspraken houdt”.

De belangrijkste exportsector van Bangladesh, kleding en textiel, ligt sinds de ramp in Rana Plaza in 2013 onder een vergrootglas. Het Bangladesh Compact dat direct na deze ramp werd afgesloten zou voor verbeteringen in veiligheid van fabrieken en de rechten en omstandigheden van werknemers moeten zorgen. Concreet roept het Compact op om de arbeidswet de veranderen zodat het mogelijk wordt CAO’s af te sluiten, vakbondsvrijheid te garanderen en minimumlonen wettelijk vast te leggen. Deze afspraken worden echter niet nagekomen.

Sargentini stelt: “Minimumlonen liggen al jaren op hetzelfde onleefbare niveau, de sector lijdt onder extreme corruptie en vakbondsvrijheid bestaat niet.”

Bij demonstraties en protesten voor een hoger loon werden in december vorig jaar vijfendertig vakbondsleiders gearresteerd en werden ruim 1600 medewerkers ontslagen. Ondanks herhaaldelijke internationale druk, onder andere uit de EU, schiet de overheid van Bangladesh tekort in het aanpakken van de misstanden. Nu is de maat vol en eist de EU op korte termijn verbeteringen. Enkel als Bangladesh toewerkt om aan de bestaande internationale standaarden te voldoen, kan de EU het bestaande handelsvoordeel handhaven. De overheid van Bangladesh vraagt de tijd tot het eind van dit jaar om deze doelstelling te halen.

Sargentini wist afgelopen april het Europees Parlement te laten instemmen met een oproep voor bindende wetgeving in de textielindustrie. Met dit soort wetgeving hebben kledingmerken de verantwoordelijkheid om te weten in welke omstandigheden de kleding wordt gemaakt en eventuele misstanden mede aan te pakken. Tot deze wetgeving tot stand komt houdt Sargentini zowel de aanpak van kledingmerken als de ontwikkelingen in producerende landen zoals Bangladesh nauw in de gaten.

Meer informatie: Afgelopen zaterdag legde Sargentini bij Argos op Radio 1 uit waarom Europese wetgeving nodig is en wat er op dit moment in de weg staat.