Namens de fractie van GroenLinks wil ik u het volgende advies geven. De aanleiding voor de breuk in de coalitie CDA, VVD en D66 is gelegen in het onzorgvuldig handelen van de minister van Vreemdelingen Zaken & Integratie. Prominenten van D66 typeren deze aanleiding echter als de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Dat betekent volgens mijn fractie dat met het aftreden van de bewindslieden van D66 niet alleen de grondslag vervalt onder de huidige (driepartijen) coalitie, maar ook onder het nog geplande beleid van deze coalitie. Om die reden achten wij het ongewenst dat een rompkabinet van CDA en VVD in de gelegenheid wordt gesteld om een volwaardige begroting op Prinsjesdag te presenteren. Simpelweg omdat een volwaardige begroting te veel controversiële voorstellen zal bevatten.

Ook de missie naar Uruzgan vereist geen missionair rompkabinet. 85% van de Kamer steunt de missie en het kabinet zou ook demissionair zijn geweest tijdens de formatie na de verkiezingen van Mei 2007.

Graag wil ik nog twee observaties met u delen. Volgens mijn fractie is een lijmpoging van de huidige coalitie onmogelijk: het onderlinge vertrouwen is onherstelbaar gekrenkt en de samenwerking is ongeloofwaardig geworden. Daarnaast sprak de fractievoorzitter van het CDA in het debat op 29 juni j.l. het oordeel uit dat een andere meerderheidscoalitie dan de huidige, alleen na tussenkomst van de kiezer tot stand kan komen.

Deze drie observaties brengen mij er toe om u te adviseren dat een besluit tot voortvarende ontbinding van de Kamer nu het meest voor de hand ligt, waardoor er snel nieuwe verkiezingen kunnen plaatsvinden. De Nederlandse kiezers dienen in September uit te maken wat zij het beste vinden voor het land. 

Tot slot, wil ik nog één staatsrechtelijke kanttekening plaatsen bij het besluit van de ministers van CDA en VVD om hun portefeuille ter beschikking te stellen. In 1990, tijdens het debat over het aftreden van Landbouw minister Braks (CDA), stelde de toenmalige premier Lubbers dat een minister dient af te treden als een regeringsfractie het vertrouwen  opzegt, ook als die fractie (in dit geval de PvdA) een andere politieke kleur heeft dan de minister. Dit precedent had in de kwestie rond minister Verdonk gevolgd kunnen worden. Dat de premier het staatsrechtelijke voorbeeld van zijn voorganger niet heeft willen volgen tekent het gebrek aan vertrouwen in het voortbestaan van de drie-partijen-coalitie.

Met gevoelens van de meeste hoogachting,

Femke Halsema
Fractievoorzitter GroenLinks