GroenLinks is onaangenaam getroffen door het besluit van minister Wijn de MEP-subsidie voor de opwekking van groene stroom met onmiddellijke ingang te stoppen. Dat besluit is ondoordacht, omdat het zowel vanuit economisch als ecologisch oogpunt cruciaal is dat Nederland harder werkt aan een meer duurzame vorm van energieopwekking. Vandaar dat Kees Vendrik de volgende kamervragen heeft gesteld.

Schriftelijke vragen van het lid Vendrik (GroenLinks) aan de minister van EZ over de afschaffing van de subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP)
    
1. Bij de opening van het academisch jaar in Wageningen sprak staatssecretaris Van Gennip  van een 'grote rol van Nederland voor een biobased economy, een economie die draait op duurzame grondstoffen'. In 2010 zal 9% van onze elektriciteit duurzaam zijn. In Europa (EU 25) was echter in 2004 al gemiddeld 13,7% van de elektriciteit afkomstig uit duurzame bronnen. In 2010 zal dit in Europa 21% zijn (bron eurostat). Nederland loopt dus een straatlengte achter op het Europees gemiddelde.
Hoe valt de geciteerde ambitie te rijmen met de zeer bescheiden cijfers?

2. Uit de Volkskrant van 19 augustus 2006 blijkt dat Essent denkt dat het project om de Clauscentrale in Maasbracht duurzaam te maken door de staking van de subsidie geschrapt zal worden. Bent u bekend met meer projecten die door de afschaffing van  de subsidie geschrapt worden of dreigen te worden geschrapt?

3. In rapport Nu voor later. Het energierapport 2005 schrijft u dat (p. 42) 'cruciaal is dat met deze wetsherziening (van de MEP, WD) een stabiel investeringsbeleid tot stand komt. Het is immers noodzakelijk dat er meerjarige zekerheid is over de overheidsbijdrage per project dat biedt de MEP nu.'
Acht u de afschaffing van de subsidieregeling MEP in strijd met een stabiel investeringsbeleid en/of een meerjarige zekerheid over de overheidsbijdrage per project? Zo nee, waarom niet?

4. Bedrijven hebben veelal plannen en kosten gemaakt voor de opwekking van duurzame elektriciteit, mede met het oog op de subsidieregeling. Bent u bereid deze bedrijven alsnog in de gelegenheid te stellen een subsidieaanvraag te doen? Zo nee, waarom niet?

5. Bedrijven zullen door de afschaffing van de subsidieregeling afzien van de opwekking van  duurzame elektriciteit. Krijgen deze bedrijven reeds gemaakte kosten voor de opwekking van duurzame elektriciteit vergoed? Zo nee, waarom niet?

6. Door de afschaffing van de subsidieregeling ontstaat grote onzekerheid bij de (potentiële) producenten van duurzame elektriciteit. Zij zullen zich, óók in het geval van een herstel van de subsidieregeling onder een nieuw kabinet, wel twee keer bedenken alvorens (wederom) in duurzame energie te investeren. Feitelijk is uw besluit dan ook te beschouwen als ten minste deels onomkeerbaar. Bent u het met mij eens dat uw besluit derhalve in strijd is met de regeringsverklaring van Balkenende III? Zo nee, waarom niet?

7. Kunt u deze vragen op een zo kort mogelijke termijn beantwoorden?