GroenLinks doet een dringend beroep op minister Cramer om zo snel mogelijk een groot hiaat in de Nota Ruimte te repareren. Uit een uitspraak van de Raad van State van 15 augustus jl. blijkt dat gemeenten en provincies zich niets aan hoeven te trekken van het rijksbeleid voor de bescherming van natuur en landschap in de Nota Ruimte.

Het rijk vráágt gemeenten en provincies wel om hiermee rekening te houden, maar heeft nagelaten ze te verplichten. Gemeenten en provincies kunnen het rijksbeleid dus naast zich neer leggen. De uitspraak van de Raad van State gaat concreet over de bouw van een villapark met recreatiewoningen in het Groene Hart, maar heeft grote consequenties voor bescherming van natuur en landschap in héél Nederland. Wijnand Duyvendak heeft minister Cramer gevraagd om zo snel mogelijk in te grijpen om te voorkomen dat dit probleem zich als een inktvlek uitbreidt over Nederland.

Met de uitspraak van de Raad van State wordt een eerdere uitspraak van de rechtbank in Den Haag vernietigd. Die was ook tot het oordeel gekomen dat de bouw van de villa’s strijdig is met de bescherming die de Nota Ruimte biedt voor nationale landschappen, maar ging er – ten onrechte dus – vanuit dat de gemeente daar wél aan gehouden is. Cruciaal in de uitspraak van de Raad van State is de volgende passage:

“De rechtbank [van Den Haag] heeft aan het vorenstaande evenwel ten onrechte de conclusie verbonden dat de ruimtelijke onderbouwing niet voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. De strijd die in zoverre met de Nota bestaat, hoeft niet tot dat oordeel te leiden. De kernkwaliteiten van het Hollands-Utrechts veenweidegebied zijn in de Nota, evenals de andere daarin opgenomen beslissingen, niet als concrete beleidsbeslissing als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de WRO aangewezen. Buiten zodanige beslissingen is het college niet gebonden aan rijksbeleid, maar dient het daarmee slechts rekening te houden. De Nota brengt dit zelf ook tot uitdrukking door te vermelden dat de daarin gemarkeerde beslissingen door de rijksoverheid tot uitgangspunt worden genomen en aan provincies en gemeenten wordt gevraagd in hun beleid rekening daarmee te houden.”

Vragen van het lid Duyvendak (GroenLinks) aan de minister van VROM over de uitspraak van de Raad van State over recreatievilla’s in het Groene Hart

1. Kent u de uitspraak van de Raad van State d.d. 15 augustus 2007 over de verleende bouwvergunning voor 74 zomerwoningen in Alkemade (Zaaknummer 200607728/1)?

2. Bent u ervan op de hoogte dat de Raad van State oordeelt dat het bouwplan weliswaar strijdig is met de Nota Ruimte - omdat het de kernkwaliteiten van het Groene Hart versterkt noch behoudt - maar dat het bouwplan desalniettemin legaal is, omdat de kernkwaliteiten niet als concrete beleidsbeslissing in de Nota Ruimte staan en de gemeente er daarom niet aan gehouden is?

3. Hoe ziet u, gezien deze uitspraak, de uitvoering van het motto “centraal wat moet” voor u? Deelt u het standpunt dat de uitspraak een enorme fout in de Nota Ruimte blootlegt, aangezien de nota geen enkele concrete beleidsbeslissing, maar slechts beslissingen van wezenlijk belang bevat, en nu blijkt dat deze laatste categorie gemeenten en provincies niet verplicht tot uitvoering? Zo nee, waarom niet?

4. Bent u bereid ten spoedigste na te gaan wat de gevolgen van de uitspraak kunnen zijn op de realisering van rijksdoelen op het gebied van natuur en landschap en de Kamer hierover zo snel mogelijk te informeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer?

5. Welke consequenties verbindt u aan de uitspraak?

6. Acht u het noodzakelijk te komen met ‘noodwetgeving’ om deze fout in de Nota Ruimte te repareren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zou dit kunnen?

7. Deelt u het standpunt dat het dringend noodzakelijk is dat het rijk met algemene regels komt ten aanzien van de nationale landschappen en de EHS (in het kader van de nieuwe Wro), om de lagere overheden alsnog te binden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen?