Één op de negen kinderen in Nederland leeft in armoede. De gevolgen hiervan zijn groot: de kinderen ervaren stress, kunnen moeilijker meekomen op school en hebben daardoor een achterstand op hun leeftijdsgenootjes. GroenLinks wil dat kinderen die in armoede opgroeien een eerlijke kans krijgen in het leven. Daarom doet Linda Voortman drie voorstellen.

Ten eerste is de financiële positie van ouders belangrijk. GroenLinks vindt het de wereld op zijn kop dat rijke tweeverdieners met één kind er netto 20 keer zoveel op vooruit gaan als een bijstandsmoeder met één kind. De 250 miljoen extra die het kabinet investeert in de kinderbijslag zou daarom naar het kindgebonden budget moeten gaan. Zodat het geld terecht komt bij de gezinnen die het echt nodig hebben.

Daarnaast moeten gemeentes gemakkelijker de inkomenspositie van ouders kunnen versterken. Dat is op dit moment heel moeilijk. Mensen kunnen een beroep op bijzondere bijstand doen, maar omdat elke aanvraag apart beoordeeld moet worden is dit heel bureaucratisch. Bovendien schromen mensen vaak om hier gebruik van te maken. Daarom wil GroenLinks dat gemeentes meer mogelijkheden krijgen om categorale bijstand te verlenen aan gezinnen met kinderen.

Tenslotte vindt GroenLinks dat kinderen, los van hun ouders, uiteindelijk ook zelf recht op sociale zekerheid hebben. Dit is geregeld in artikel 26 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), maar Nederland heeft als enige land ter wereld dit artikel niet omarmd en er een zogenaamd voorbehoud op gemaakt. Waar het gaat om kinderrechten is willekeur uitgesloten. GroenLinks wil daarom dat staatssecretaris Van Ark onderzoekt of er een verband bestaat tussen het hoge aantal kinderen dat opgroeit in armoede en dit voorbehoud op het IVRK.

Tweede Kamerlid Linda Voortman: “Zolang er in Nederland kinderen zijn die in armoede opgroeien doen we niet genoeg. En moeten we meer doen om ervoor te zorgen dat álle kinderen gelijke kansen krijgen. Ik roep het kabinet dan ook op mijn voorstellen over te nemen.”