Er moet een verbod komen op de export van Nederlandse surveillancesoftware naar China. Dit stelt GroenLinks maandag in een debat. Afgelopen zomer ontdekte de Correspondent dat twee Nederlandse bedrijven software leveren aan het Chinese veiligheidsministerie. Deze software kan onder meer door de Chinese autoriteiten worden gebruikt om Oeigoerse burgers te bestraffen en belonen voor hun gedrag.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Bram van Ojik: “In China hangen miljoenen camera’s die elke stap van burgers volgen. Bewoners die contact hebben met dissidenten of aanwezig zijn op de verkeerde plek, kunnen direct door het Chinese regime worden bestraft. Dat Nederlandse bedrijven hier een bijdrage aan leveren moet direct worden gestopt. Mensenrechten gaan voor handelsbelangen.”

De bedrijven die software leveren zijn Vicar Vision uit Amsterdam en Noldus uit Wageningen. Zij verkopen hun software ‘Facereader’ aan het Chinese veiligheidsministerie. Deze software kan emoties en gezichtsuitdrukkingen herkennen en de etniciteit en gender van een persoon vaststellen. 

Het kabinet zegt in antwoord op Kamervragen van GroenLinks het onwenselijk te vinden dat mensenrechtenschendingen plaatsvinden met behulp van Nederlandse technologieën. Maar het kabinet wil dit niet nationaal regelen voor er Europese overeenstemming op dit onderwerp is. GroenLinks wil hier niet op wachten. Van Ojik stelt daarom voor door middel van nationale wetgeving een vergunningsplicht in te stellen voor surveillancetechnologie.

China investeert miljoenen in surveillancetechnologie. Via een uitgebreid systeem kunnen de 1,4 miljard inwoners constant worden gevolgd - van medische data en online gedrag tot de plaatsen waar zij zich begeven. In de noord-westelijke regio Xinjiang zitten een miljoen Oeigoeren vast in strafkampen. Bewoners van de provincie Xinjiang worden constant gemonitord door de Chinese staat. Ook exporteert China de technologie naar andere totalitaire regimes, zoals dat in Venezuela.

P.S.
Wij ontvingen een reactie op dit nieuwsbericht namens Noldus en VicarVision, waarin zij bezwaar maken tegen een aantal van de stellingen.

Wij vinden de reactie niet op alle punten overtuigend. Op één punt hebben de bedrijven wel gelijk dat we ons voorzichtiger hadden moeten uitdrukken. De eerste alinea legt een directe link tussen de specifieke FaceReader software en het bestraffen en belonen van Oeigoerse burgers voor hun gedrag. Hoewel de export van dergelijke technologie bijdraagt aan het versterken van de Chinese surveillancestaat in algemene zin, is het inderdaad te kort door de bocht om de link tussen FaceReader en de Oeigoeren zo expliciet te stellen.

De bedrijven benadrukken ook dat directe levering aan de Chinese autoriteiten slechts één transactie betrof in het verleden. Dat erkennen wij hierbij.

Dat neemt echter niet weg dat GroenLinks van mening blijft dat de export van dergelijke technologie moet vallen onder het dual use regime met bijbehorende vergunningsplicht. In China is het onderscheid tussen de autoriteiten, de private sector en de academische wereld niet altijd makkelijk te maken en vaak compleet afwezig.