Op deze pagina vind je een selectie uit de reacties in de online discussie, hier kan je geen bijdrage meer voor leveren. 
Plaatsing houdt niet in dat GroenLinks de weergegeven mening onderschrijft.

Een eerlijke verdeling van werk voor iedereen

GroenLinks Werkgroep Chronisch Zieken en Gehandicapten, Petra Ybeles Smit

Ook voor mensen met een arbeidsbeperking, is werk (betaald of vrijwillig) belangrijk: voor hun ontwikkeling, voor hun contacten, voor hun gevoel van eigenwaarde. 

Met het ingaan van de participatiewet krijgen werkgevers alleen nog maar een vergoeding voor (een individueel aangetoonde) lagere productiviteit op basis van het wettelijk minimumloon niveau, in plaats van op CAO-niveau zoals eerder het geval was. Wij pleiten voor hetzelfde loon voor hetzelfde werk, dit betekent dat loondispensatie moet plaatsvinden tot het niveau van de CAO-loonschalen. 
Er zijn bedrijven die mensen met een beperking een stukloon betalen dat zo laag is, dat het niet haalbaar is om het wettelijk minimumloon te verdienen, of hen alleen voor de gesubsidieerde periode in dienst nemen. De overheid moet hier stappen in nemen, door bijvoorbeeld het verbieden van stukloon, maar ook de subsidievoorziening niet na 5 jaar laten aflopen als duidelijk is dat iemand nooit een normale productiviteit zal behalen.

De snel veranderende arbeidsmarkt en de kennismaatschappij waarin steeds minder uitvoerend werk beschikbaar is, verhinderen mensen die niet in staat zijn om kenniswerk te doen werk te vinden. Waar het bedrijfsleven geen oplossing biedt, moet de overheid ingrijpen door bijvoorbeeld in dergelijke situaties subsidies te verstrekken.

Deze werkgroep vindt vrijwilligerswerk net zo belangrijk als betaald werk, ook wanneer dit vrijwilligerswerk niet (direct) leidt tot betaald werk. Tegelijk moeten er basiszekerheden voor iedereen zijn. Uitkeringen zijn en blijven daarom belangrijk. Wij hechten aan een bijverdienmogelijkheid, zodat het ook de moeite waard is om te gaan werken als je niet het minimumloon gaat verdienen. 

Belangrijke voorwaarden voor werk

Flexibele AOW is oneerlijk

Joyce Klarenbeek   Ik lees een voorstel om de ingangsdatum van recht op AOW af te stemmen op de hoogte van de opleiding. Laaggeschoolden beginnen gemiddeld eerder met werken dan hoger geschoolden.
Dit is een schijnoplossing en oneerlijk. Er zijn ook hoogopgeleiden die op jonge leeftijd beginnen te werken, en/of van wie de werkbelasting helemaal niet zo licht is. Mijn persoonlijke situatie: begonnen met werken in het onderwijs op 19-jarige leeftijd na een volledig afgeronde HBO-opleiding. Gewoon vlot gestudeerd, met als beloning jeugdloon. Ook toen. Verder gestudeerd op eigen kosten, in eigen tijd, naast de fulltime baan die ik bijna alle 40 jaar van mijn loopbaan vervulde. Onderwijs is een zwaar beroep, vaak ook lichamelijk, maar zeker geestelijk heel druk. Ik loop nu straks al bijna een jaar AOW mis, want zo ervaar ik dat na al mijn inzet, maar zou het zeer onterecht vinden wanneer dit idee tot splitsing naar opleiding uitwerking krijgt.  

Voor het verkleinen van de wig

Wilco Fiechter 

Er lijkt een breed politiek draagvlak voor verlaging van de lasten op arbeid (in vaktaal: het verkleinen van de wig). Het is de vraag of dit als middel voor het scheppen van werk veel effect heeft. Ook GroenLinks pleit voor lastenverlichting op arbeid, in combinatie met het verzwaren van de lastendruk op vermogen en vervuiling. Maar als we die tegen elkaar wegstrepen, creëren we nog geen ruimte voor extra werk in de publieke sector - bijvoorbeeld onderwijs en zorg. Nieuwe banen in de publieke sector nopen tot bezuinigingen op andere overheidsuitgaven of tot lastenverzwaringen. 

Deze lastenverschuiving is mijns inziens cruciaal in de GroenLinks-politiek, waarbij het op de goede manier verkleinen van de wig essentieel is. Wordt de wig verkleind door de netto-inkomens naar het bruto-niveau op te trekken, dan zullen er inderdaad weinig nieuwe banen gecreëerd worden. De lasten op arbeid voor de werkgever veranderen namelijk niet. Het Centraal Planbureau heeft dit niet zo lang geleden ook uitgerekend aangetoond. Zo moet het dus niet. Als daarentegen de bruto-lonen dalen, en tegelijkertijd de netto-inkomens op peil blijven, wordt de wig ook verkleind en zullen er wel banen gecreëerd worden. De lasten op arbeid nemen immers af, kunnen ongeveer halveren! Voor werkgevers wordt het goedkoper mensen aan te nemen en/of levert het minder op om mensen te ontslaan. Om het financiële gat te dekken, moeten de werkgevers meer belasting gaan betalen voor energie, milieuvervuiling, autogebruik (betalen per km gereden met leaseauto) etc. Als werkgevers gaan investeringen om dit (belaste) energiegebruik etc. terug te dringen, levert dit ook weer werkgelegenheid op. Het thema „werk creëren in de publiek sector“ staat er los van deze discussie.

Onzichtbaar werk telt mee

Kiki Schrier

In de gespreksgroep op de bijeenkomst onlangs in Amsterdam was de vraag ben je principieel voor of tegen een basisinkomen en waarom. Ik ben principieel voor een basisinkomen omdat op die manier alle arbeid gewaardeerd kan worden, ook de arbeid die we 'onbetaalde arbeid' noemen; in de vrouwenbeweging van de 80tiger en 90tiger jaren al een item. In die tijd was er het voorbeeld van een man die de waarde van het werk van zijn vrouw, toen zij overleden was, claimde bij een verzekering. We sloegen achterover van de hoeveelheid functies en van de bedragen die daaraan gekoppeld waren. Die 'gewone huisvrouw' was op jaarbasis meer dan een ton waard. Arbeid die normaal gesproken onzichtbaar was en nergens zijn waarde kon laten registreren in de economie, het bruto nationaal product en dergelijke, bleek ineens via een verzekering wel degelijk in geld uitgedrukt te kunnen worden.

Hoewel de rollen wel wat minder vastliggen mogen we er nog steeds van uitgaan dat vrouwen het merendeel van de onbetaalde arbeid uitvoeren. Maar of een man of een vrouw nu de onzichtbare en onzichtbaar gemaakte arbeid verricht is om het even. Om de arbeid die niet meegeteld wordt in het nationale inkomen/economie een volwaardige plaats te geven, is een basisinkomen goed voor de economie (die alle arbeid dan meetelt) en mijns inziens ook rechtvaardig.

Bovendien geeft het iedereen meer vrijheid op de arbeidsmarkt omdat je niet elke vorm van (verkapte slaven-) arbeid meer hoeft te accepteren. Het zou werkgevers weer naar de kwaliteit van arbeid en arbeidsvoorwaarden kunnen doen terugkeren. En dat laatste is hard nodig gezien de huidige gang van zaken in de arbeidswereld.

Zorgmunt - een complementair geldsysteem

Eric Leltz

De toekomst van het werk gaat ook over de verdeling van betaald en onbetaald werk. En als steeds meer werk onbetaald is, zou je dit op een of andere wijze toch willen honoreren. Een basisinkomen kan hierin voorzien maar ook een zorgmunt. Met een zorgmunt kun je onbetaald werk waarderen zonder dat daar geld aan te pas komt. De waardering vindt plaats op grond van wederkerigheid en de “munt”eenheid is bijvoorbeeld een uur. Met een uur werk voor de een kun je een uur van een ander vragen. En je kunt dit uurtje zelf gebruiken maar je kunt het ook aan een ander geven. Bijvoorbeeld aan iemand die elders namens jou mantelzorg verricht. Het hoeft in de uitvoering helemaal niet ingewikkeld te zijn. Er kan gebruik worden gemaakt van elektronische kaarten die mensen toch al hebben en er kan worden geleerd van ervaringen elders in de wereld. Een nadeel lijkt dat je formaliseert wat eigenlijk normaal zou moeten zijn en soms ook al informeel wordt geregeld. 

In Japan, Engeland en België hebben ze al ervaring met dit soort complementaire geldsystemen. In Vlaanderen verdien je overigens geen tijd maar punten. Daarmee lijkt het veel op loyaliteitsprogramma’s als ‘airmiles’. Deelnemen gaat als volgt. Op de gemeentelijke 'verdienlijst' staan alle activiteiten die punten opleveren. Voorbeelden zijn een anti-reclame sticker op de brievenbus, over schakelen op groene stroom of meewerken aan buurtactiviteiten. Op de 'verzilverlijst' staat alles wat met die punten 'gekocht' kan worden zoals waardebonnen voor optredens in de plaatselijke schouwburg, fietslampjes, spaarlampen, batterijladers, compostvaten, radiatorfolie en trein- of buskaarten.

Juist nu de participatiesamenleving steeds meer vorm krijgt, creëren we met een zorgmunt een manier waarmee mensen voor hun inspanningen aan de samenleving worden beloond.

Niemand móét meedoen, iedereen dóet al mee!

Jan Atze Nicolai & Brigitta Meinema-Scheepsma van basisinkomenfryslan.nl

U doet al mee –omdat u bestaat- en wij waarderen en belonen dat! Dit is het tegenovergestelde wat het kabinet beweert: u móét meer meedoen, anders wordt ‘het’ allemaal te duur (VVD), of wordt solidariteit aangetast (PvdA). Dit terwijl er meer vrijwilligerswerk gedaan wordt dan ooit. Dit in terwijl het bruto nationaal zorgproduct van mantelzorgers zo ‘n 7 miljard euro is. Alle vormen van participatie zijn gelijkwaardig. Iedereen dóét al mee.

Ook GroenLinks moet in zekere zin ‘de draai’ nog maken. In de partijbrede discussie lijkt ‘meer groen werk’ en dominantie van betaald werk een hoofdrol te spelen. Een gemiste kans.  Daarin zien we – bijna symbolisch - de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt als misleidend ankerpunt. ‘De vrouw’ zou door een onvoorwaardelijk basisinkomen niet meer emanciperen, en nooit meer achter het aanrecht weg te slaan zijn. Deze vrees wordt openlijk uitgesproken binnen GroenLinks. Gelukkig openlijk. Maar wel nonsens, en nodeloos bevoogdend voor een vernieuwende en emanciperende partij als GroenLinks. Het gaat er helemaal niet om hoeveel vrouwen er achter een aanrecht staan. Het gaat er om of wij als politiek en samenleving hier wel of niet een positief beeld bij hebben.  De vrouwenemancipatie is in Nederland nog lang niet voltooid. Net als talloze andere. Vrouwen hoeven geen ‘manwijven’ te worden om te emanciperen, en VMBOers geen academici. Alsjeblieft niet! Het gaat om een evenwichtige waardering van menselijke waarden en de onderkenning van kwetsbaarheid. Voorbeelden van mogelijkheden om te komen tot verandering:

GroenLinks is dé partij om deze kansen te grijpen!  

Aanpassing en flexibilisering van de AOW is noodzakelijk 

Aad Nijmeijer

Hoogleraar Harry van Verbon schreef in VK-opinie dat de noodzaak om de AOW te verhogen naar 67 jaar achterhaald is. Vier jaar geleden werd door onder andere het CPB gewaarschuwd voor grote personeelstekorten als gevolg van de vergrijzing. De realiteit is anders. Door de economische crisis is de werkeloosheid gestegen is tot ruim 630.000. Samen met de 380.000 mensen met een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand moeten er ruim een miljoen mensen aan een baan geholpen worden. Organisaties krimpen intussen hun personeelsbestand in en door efficiency-maatregelen, automatisering en robotisering komen er geen banen bij. Personeel, flexwerkers of zzp'ers die overblijven moeten meer produceren tegen minder inkomen.
 
Werken aan een gezonde samenleving en een leefbare planeet vraagt een omslag in het denken over economie en werkgelegenheid. Niet de mens moet ten diensten staan van economische groei, maar de economie moet ten diensten staan van de mens en zijn leefomgeving. Dat vraagt meer solidariteit in de samenleving en dus een betere verdeling van lusten en lasten.
 
De nieuwe AOW regeling is niet solidair en houd geen rekening met zware beroepen en het grote verschil van 7 tot 8 jaar in levensverwachting tussen hoog- en laag opgeleiden. Ieder die op zijn/haar 16e begon met werken, werkt gemiddeld 7 jaar langer tot de AOW gerechtigde leeftijd, maar leeft 7 jaar korter. Het werk moet eerlijker verdeeld worden door een flexibel systeem waarin de AOW-gerechtigde leeftijd gerelateerd wordt naar reële levensverwachting, inzet en dienstjaren. De AOW-gerechtigde leeftijd kan als voorbeeld worden opgesplitst in:

Daarbij moet het mogelijkheid zijn om per individu langer of korter te werken. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor jongeren om een goede toekomst op te bouwen.

Eerste stappen richting een experiment met basisinkomen

Lisa Westerveld & April Ranshuijsen, GroenLinks raadsleden Nijmegen

De discussie over ‘het basisinkomen’ lokale varianten erop is al oud, maar eigenlijk pas vrij recent weer opnieuw opgedoken. In januari stond GroenLinks Nijmegen er voor het eerst mee in De Gelderlander, eind februari was de eerste Nijmeegse discussiebijeenkomst over dit onderwerp.
Toch beginnen mensen ongeduldig te worden en hebben we al diverse mails gehad met de vraag ‘waar kan ik me aanmelden?’ Helaas gaat dat niet zo snel.
Enkele weken geleden bleek uit een raadsbijeenkomst dat een meerderheid is voor een lokaal experiment. Maar dat betekent nog niet dat direct daarna een experiment kan worden gestart. Allereerst zijn de kaders nog niet duidelijk en nog niet goedgekeurd via een formeel raadsbesluit. Daarom werken we aan een initiatiefvoorstel dat we voor het zomerreces in de raad willen behandelen. In dit voorstel staat wat explicieter de opdracht van de raad aan het college van burgermeesters & wethouders omschreven. Het college moet het immers gaan uitvoeren.
In dat voorstel bewandelen we twee sporen

Beide trajecten kosten natuurlijk tijd. Te meer omdat het over mensen gaat. En omdat wij willen dat een experiment zorgvuldig wordt uitgevoerd, zodat we conclusies kunnen trekken uit de resultaten. Maar allereerst moeten we natuurlijk zorgen voor een politieke meerderheid. Daarom zijn we in gesprek met verschillende belanghebbenden, maar ook met overige fracties in de gemeenteraad. Dat kost tijd, maar het voorstel wordt er wel een stuk beter door.

Klimaatbeleid en basisinkomen

Johan Lok 

Ik ben blij dat de discussie over de mogelijkheid van een basisloon weer wordt gevoerd. Er zijn veel argumenten om de invoering van een basisloon te bepleiten. De allerbelangrijkste vind ik wel dat het basisloon een bijdrage levert aan de vrijheid van mensen. Ik vind het belangrijk, dat er ook een direct verband gelegd kan worden met de mogelijkheid om een goed klimaatbeleid tot stand te brengen. Dit laatste vraagt immers om ingrijpende veranderingen in onze manier van leven en werken. Het invoeren van een basisloon helpt om deze veranderingen tot stand te brengen, omdat het de flexibiliteit van werkzoekenden vergroot. Het vergroot de mogelijkheid om positieve keuzes te maken op de arbeidsmarkt. Mensen hoeven niet meer alles aan te pakken wat maar geld oplevert. Men zal dan liever kiezen voor klimaatvriendelijke werkgelegenheid dan zich te laten gijzelen door fossiele en andere twijfelachtige bedrijvigheid. Het basisloon geeft zo ruimte aan meer en snellere innovaties op dit gebied: tegen een kleine beloning te experimenteren met nieuwe werkgelegenheid, een tijdje minder verdienen zonder meteen in een uitkeringssituatie te belanden etc. Een goede sociale zekerheid (in de vorm van een basisloon) gekoppeld aan flexibiliteit op de arbeidsmarkt levert zo een bijdrage aan de vergroening van onze samenleving.

Rechtvaardige marktwerking door basisinkomen

Niels Bosman

Met het basisinkomen wordt arbeid beloond met de waarde die ervoor staat, juist als je het minimumloon afschaft. Maar we moeten eerst kijken naar de toekomst van arbeid. Bestaat arbeid straks nog wel en moeten we dat wenselijk vinden of juist niet? Laten we eerst deze filosofische basisvragen stellen en daarna ingaan op details over uitvoering.

Arbeid is te duur geworden - verander het belastingsstelsel!

Peter Geilen

Durf te breken met de opvatting dat werkgelegenheid een doel is! De vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt wordt gestuurd door economische variabelen zoals winst en kosten met winstmaximalisatie als doel. Er wordt onderhandeld over de prijs die arbeid mag kosten. De door arbeid toegevoegde waarde wordt als winst en interest uitbetaald aan de aandeelhouder. Als wij arbeid (of beter: inkomen) als resultaat wensen te zien, wordt winst geen doel maar middel om iedereen meer evenredig te laten profiteren van de toegevoegde waarde van arbeid. Een verhoging van de vennootschapsbelasting (gehalveerd in de laatste decennia!) moet inzet van onderhandeling zijn. Durf te breken met de gedachte dat het inkomen uit arbeid de heffingsgrondslag moet zijn voor de financiering van de verzorgingsstaat. Inkomensonzekerheden zijn voor werkenden “verzekerd”. De premie moet betaald worden uit het ontvangen loon. We hebben arbeid duur gemaakt en schieten ons nu zelf in onze voet als we zoeken naar werk. Werk voor iedereen én om de stijgende kosten van de verzorgingsstaat te kunnen betalen! Ons systeem is gevormd in een tijd dat consumptieve gelden besteed werden aan lokale, nationale producten waarin ook een post “lokale arbeid” zat. De bestedingen stimuleerden daarmee ook het budget voor de welvaartsstaat. Ten gevolge van globalisering, voortschrijdende automatisering en robotisering daalt de nationale loonsom. De gevolgen worden door een afnemende groei sneller zichtbaar. Het nog duurder maken van de factor arbeid is een doodlopende weg. Voor de benodigde middelen kunnen BTW en Accijnzen op bijvoorbeeld ongezonde, milieubelastende en niet duurzame producten verhoogd worden. De negatieve werkgelegenheidseffecten van dergelijke maatregelen voor onze economie nemen in de tijd af.

“Geen groei, maar herverdelen”, doen! 

Peter van den Bemt

Rudy Wijnen raakt de kern: “er is niet te weinig werk; het moet alleen beter verdeeld worden”. Economische groei als antwoord op de toenemende werkeloosheid is een farce. Het blijft enerzijds een voortgaande aanslag op milieu en klimaat. EN het zorgt met het motto: zoveel mogelijk werk door zo min mogelijk mensen, zélf voor de stijgende werkeloosheid. Het houdt de systematiek van werkeloosheidsbestrijding en alle instanties, projecten etc. in stand. Dat gaat niet helpen. Met de afnemende voorzieningen voor werkelozen, die merendeels simpelweg ‘slachtoffer’ zijn, zal het verschil tussen arm en rijk ook toe blijven nemen. De economie moet in de kern veranderen: zoveel mogelijk werk voor zoveel mogelijk mensen. Dat wordt niet bereikt door mensen langer en meer te laten werken. Het wordt bereikt door inderdaad een werkweek van 32 uur, daarbij misschien zelfs een verbod op overwerk. Maak het voor werkgevers aantrekkelijk meer mensen in dienst te nemen. Voor niet-werkende mensen is er een basisinkomen, waarmee ze niet langer zinloos worden gefrustreerd door UWV en/of overheid. Dat basisinkomen is zo groot dat men zich er fatsoenlijk van kan onderhouden en men zelfs zou kunnen zeggen: ik hoef niet meer, ik heb genoeg. Méér inkomen zou, beter dan nu, te bereiken zijn door aan het werk te gaan. Het niet meer najagen van mensen zonder werk betekent, dat de overheid een flink stuk kleiner kan. Toch een wens van de liberalen? Geen zinloze werkelozenaanhetwerkproberentezettenorganen, geen AOW, geen WW, geen bijstand. Neen: voor iedereen een gelijk basisinkomen en maar 1 uitkerende instantie. Economische groei volgens de huidige principes, is een zekere en steeds zwaardere aanslag op de samenleving en de wereld. Een ander uitgangspunt is vereist en daarbij: genoeg is genoeg. Sterker nog: genoeg is beter.

Basisinkomen zou betaalbaar moeten zijn

Paula Teutscher

In feite heeft al 59 % van onze bevolking een soort van ‘basisinkomen’ in de vorm van een AOW, WW, bijstand, WAO enz., dus nog maar 41% hoeft opgebracht te worden. De huidige uitkeringen worden dan gelijkgeschakeld en onvoorwaardelijk. Het heel ingewikkelde indicatie- en controleapparaat op uitkeringen en subsidies kan opgeheven worden. Dat levert geld op. De vrijgekomen ambtenarenbanen kunnen als arbeidspotentieel ingezet worden in de nieuwe duurzaamheidssector. Daar is nog heel veel dringend werk aan de winkel.

Opheffing (of minstens forse verlaging) van de inkomstenbelasting en tegelijkertijd verhoging van de BTW op luxegoederen en schadelijk voedsel (incl. suikers) leveren enerzijds een opleving van de economie (bedrijven kunnen lagere lonen betalen) en anderzijds belastinginkomsten vanuit de BTW. Meer of minder luxe -en dus belasting- wordt dan een eigen keuze. In de basis zijn we voorzien en gelijk.

Ik kan nog tig meer argumenten aandragen, over betere verdeling van de arbeid, over kleiner maken van de kloof tussen arm en rijk, over betere gezondheid en ontplooiingsmogelijkheden, over de mantelzorg enz. Maar ik verwijs verder naar Rutger Bregman en naar buitenlandse pilots, die positief uitpakten. Basisinkomen lijkt me bij uitstek een thema voor GroenLinks.


Belastingdienst en sociale uitvoeringsorganen als bankinstelling 

Marja Vink

Een basisinkomen is op zich een geweldig idee. Echter het moet ook acceptabel zijn voor niet-GroenLinksers. De meeste mensen zullen bang zijn dat niemand (behalve zijzelf dan) nog gaat werken. Bijvoorbeeld maak van de belastingdienst/sociale uitvoeringsorganen een bankinstelling, waar iedereen een verplicht rekening-courant heeft lopen gedurende zijn gehele leven. Inkomsten moeten door werkgevers verplicht hierop worden gestort. Vanuit deze bankrekening krijgt men maandelijks (dus meestal van eigen verdiend geld) het basisinkomen betaald. Verdien je een maand te weinig dan wordt de rekening mogelijk negatief en kan er zo nodig vanuit de overheid actie genomen worden om je toch tot arbeid te stimuleren. Verdien je te veel, dan krijg je afhankelijk van het bedrag dat op de rekening staat en je leeftijd meer dan het basisinkomen. Het restant blijft op de rekening voor de opvang van ziekte, werkloosheid en ouderdom. Op deze wijze voorkom je dat mensen niet meer willen werken, omdat ze bang zijn dat hun buurman misbruik maakt van het feit dat hij ook zonder maar iets te doen een basisinkomen krijgt en zij niet. Door enige controle als mensen negatief komen te staan, voorkom je ook onrechtvaardigheid met heel weinig inspanning en kosten. Alle premies voor sociale wetten en belasting op arbeid dienen dan te verdwijnen. Hiermee wordt de rekening-courant opgehoogd tot een bepaald maximumbedrag waarmee je jezelf de rest van je leven kan voorzien in een bepaald vast te stellen maximuminkomen per maand. Kom je boven dit bedrag, dan krijg je maandelijks het overschot uitgekeerd. De meeste mensen zullen nu volledig financieel voor zichzelf kunnen zorgen. Belasting voor overige zaken moet komen van BTW op milieu- en gezondheidsbedreigende en luxe artikelen en een fikse vermogensvermeerderingsheffing, zodra het vermogen boven een bepaald bedrag uitkomt. En dan moet alles natuurlijk nog heel goed worden uitgewerkt.

Verband werk en inkomen niet loslaten 

Tinegre Willemsen

Ik was afgelopen 1 mei 2015 bij de lezing van o.a. Bram van Ojik in het Compagnietheater in Amsterdam. Tijdens de lezing zei van Ojik dat hij wilde inzetten op het loslaten van het verband tussen werk en inkomen. Ik schrok daarvan.
Ik ben voor het basisinkomen maar vind niet dat het arbeidsrechtelijk het verband tussen werk en inkomen aantast. Die band moet heel blijven. Naar mijn inzicht wordt met een basisinkomen er een bodem in de arbeidsmarkt gelegd. Ik zie het dus als voorziening en niet als arbeidsloon. Het is dus meer dan een communicatief verschil. Van Ojik benadrukt met de ingezette strategie het loslaten van werk en inkomen, ergo dat er tegenover werk geen inkomen hoort te staan. Dat lijkt mij een onjuiste ingezette weg, maar het lijkt me ook niet dat hij het zo bedoeld. Daarom is het communicatief fout.

Het moet juist zo zijn dat je in de strategische communicatie van dit 'ei' uitdrukt dat er naast het basisinkomen, werk met een inkomen als beloning staat. Ik wil graag in de strategische communicatie dit verband heel laten omdat 'rechts' dat verband al aardig heeft opgerekt door veel zorg- en welzijnswerk niet- of onder te betalen bijvoorbeeld. Ik wil daarvoor, voor die arbeidsmarkten, juist een herwaardering. Het verband moet blijven bestaan en niet opgerekt worden. Het lijkt me goed om in die zin over bijvoorbeeld een 'bodem in de markt' te spreken. Wellicht kunnen we hier eens nader van gedachten over wisselen, met communicatie strategen van de partij, want het is van belang het idee goed voor het voetlicht te brengen. Ik ben bang dat de huidige inzet naar een race to the bottom leidt.

Geen groei maar herverdelen 

Rudie Wijnen

GroenLinks heeft, met zijn partijprogramma, goud in handen. Het kiest helder en duidelijk voor een duurzame samenleving, zowel op sociaal als klimatologisch gebied. Het kiest ook voor een 32-urige werkweek. Met bovengenoemde twee pijlers kiest GroenLinks, misschien zonder het zelf zo duidelijk te beseffen, radicaal voor een andere samenleving; voor een samenleving, die niet gebaseerd is op tekorten, maar die gebaseerd is op het "Genoeg". Er is niet te weinig geld, het is alleen niet goed verdeeld; er is niet te weinig werk; het moet alleen beter verdeeld worden.

M.i. is de dramatische werkloosheid in Europa, die door vrijwel alle politieke partijen geaccepteerd wordt, een 'bloody shame" en een misdaad tegen de mensheid. In dit flexibele tijdperk wordt ons aangepraat, dat de enige oplossing voor het werkloosheidsprobleem de groei van de economie is. Het is het eeuwige neoliberale denken, dat voor de "grote jongens" veel heeft opgeleverd, maar waarin langzaamaan barsten beginnen te komen.

Vrijwel alle politieke partijen zetten hun troef op het oplossen van de crisis; dus op economische groei. "Dan kan de werkloosheid worden opgelost, dan kunnen we aan het klimaat werken." GroenLinks zet in op een andere koers; de koers van het herverdelen. Er hangt verandering in de lucht, die kan twee kanten uit. De premier van Griekenland zei het helder; "het is de keus voor een socialere wereld of voor Le Pen."

Het wordt tij voor een nieuw elan. Voor een tijdperk van hoop. GroenLinks kan daar een bijdrage aan leveren. M.i. door deelgenoot te worden van een steeds groter wordende groepering, die het zo niet meer pikt; die gaat voor "het Genoeg". Die niet "heel vriendelijk onduidelijk" is, maar die zegt "zo is het Genoeg". Een partij, die zich meer mag opstellen als tegenpartij; maar dan wel een tegenpartij met zeer heldere ideeën.

Een pleidooi voor simpeltax

Rinus Scheele

De flexwerkers en ZZP-ers grijpen naast de voordelen van het huidige stelsel. Velen worden domweg uitgebuit. Mensen in de bijstand, worden daar gehouden door de armoedeval. Arbeidsgehandicapten vormen een voortdurende bron van geduw en getrek met herkeuringen en bijstellingen. WW-ers liggen wakker van de vermogenstoets. Ik formuleer uitgangspunten:

Met een onvoorwaardelijk basisinkomen van E 12000  per jaar zijn we een heel eind. Kinderbijslag, STUFI en AOW en WAJONG kunnen opgaan in dit basisinkomen. De te betalen belasting is voor iedereen volgens hetzelfde tarief vast te stellen. Verdien je minder dan een bepaald inkomen (kantelinkomen), dan krijg je er geld bij. Verdien je meer, dan betaal je. Formule: T(tax) = F(belastingtarief) * (I(inkomen) – K(kantelinkomen)). De truc is om K en T  zo vast te stellen, dat iemand die niks verdient E 12000 krijgt. Bij voorbeeld: een tarief van 33 1/3 % hoort bij een K van E 36000. Wie dit bruto verdient, betaalt nog net geen belasting. Behalve dan over vermogenswinst. Bij dit verhaal hoort uiteraard een hoog BTW tarief, waaruit het basisinkomen betaald moet worden, evenals de AWBZ. Wie rekent na wat het uniforme tarief wordt, als we omzet, inkomen en winst met  hetzelfde tarief belasten? Het ligt voor de hand voor kinderen een lager kantelinkomen vast te stellen. Voor de rest: niks meer aan doen.

Basisinkomen voor een echte SAMENleving 

Ton Kuijpers
Het werken en in dit geval bedoel ik produceren om inkomen te genereren, zal door steeds verdere automatisering en robotisering verdeeld moeten worden. Het zal verdeeld moeten worden naar uren en inkomen. Waarbij verdienen meer van belang is voor een evenwichtige samenleving dan inkomen. De verdeling van inkomen zal moeten leiden naar een basisinkomen voor iedereen, willen we een echte SAMENleving realiseren.
Een basisinkomen wat echt de basis is (en niet meer dan dat) waardoor ruimte ontstaat om een samenleving te krijgen waarin:

Het zal tot een hechtere, betrokken en genietende samenleving leiden.  

  •  
    • verbetering van de toegankelijkheid, vooral  in de publieke ruimte, 
    • kortere en flexibelere werkweek voor betere combinatie van werk en zorg,
    • voldoende voorzieningen, zoals : job coach en werkplekaanpassingen, 
    • inclusief onderwijs zal leiden tot acceptatie  van mensen met een beperking,
    • maatregelen tegen arbeidsdiscriminatie,
    • sociale werkplaatsen voor mensen, voor wie dit de enige mogelijkheid tot arbeidsmarktparticipatie is. 
    • De (ont)koppeling van werk en inkomen. 
    • Gelijkwaardige participatie. 
    • Gemeenschapszin: ' mienskip'.
    • De ongelijkheid in het ouderschaps- en geboorteverlof tussen man en vrouw opheffen. 
    • Laaggeschoolden vanaf 63e - 65e levensjaar
    • Middenkader vanaf 65e - 67e levensjaar
    • Hoog opgeleid vanaf 67e - 69e levensjaar.
    1. We vragen het college om in provincie-verband, maar ook samen met andere gemeenten te lobbyen bij het ministerie van Sociale Zaken. Daar moet ruimte gevraagd worden om gemeentelijk te kunnen experimenteren met vormen van een basisinkomen. Op dit moment kunnen gemeenten dat namelijk niet zomaar doen.
    2. Tegelijkertijd vragen we het college om een experiment uit te werken. De verantwoordelijk wethouder zal (indien de raad het voorstel goedkeurt) een ambtenaar de opdracht moeten geven om een plan te maken, met ook een bijbehorende begroting.
    1. Wat gaan we doen als arbeid grotendeels vervangen wordt door robots?
      Er komt meer tijd vrij voor arbeid dat we echt belangrijk vinden. Vervelend werk wordt hoger beloond want er zullen minder mensen zijn die dat willen doen. Leuk werk wordt lager beloond. Anderzijds gaan we vervelend werk zoveel mogelijk vervangen door robots. In theorie blijft er dan alleen leuk werk over.
    2. Hoe gaan we het basisinkomen invoeren?
      Er zijn verschillende manieren om het basisinkomen in te voeren.
      - Fiscaal: Door belastingheffingen en overdrachten en het afschaffen van alle toeslagen en regelingen. Dan komt er voldoende vrij om iedereen een basisinkomen te geven.
      - Monetair: De Europese Centrale Bank schept maandelijks 60 miljard euro in de Europese economie. Meer dan voldoende om een basisinkomen van te financieren.
      - Crowdfunding: Dat gebeurt nu in Groningen. Dat kost veel tijd en waarschijnlijk financier je maar een heel kleine groep. Lukt als pilot, maar niet als geheel.
    3. Wie krijg je mee?
      Hoe krijg je andere mee met dit idee. Nederland is aan de ene kant vrij liberaal, aan de andere kant vrij conservatief. Dit lijdt tot een grote neoliberale stroming. De conservatieven die heel erg in dogma's geloven overtuig je waarschijnlijk niet. De liberalen kun je wel overtuigen (Erik de Vlieger is bijvoorbeeld erg voor). Het basisinkomen zorgt namelijk voor een rechtvaardige marktwerking. Iedereen een basisinkomen wissel je uit voor de afschaffing van het minimumloon. Dat willen echte liberalen ook.
    • Iedere burger heeft recht op leven, in onze samenleving dus recht op inkomen
    • Werken is geen plicht
    • Elk uur betaald werk moet lonen voor de werker
    • De kosten van een handicap worden vergoed
    • Toeslagen en aftrekposten verdwijnen voorgoed
    • Bovenminimale regelingen horen in de CAO en niet in de belastingwet
    • ZZP-ers of flexwerkers of buitenlanders mogen per gewerkt uur niet goedkoper zijn voor de baas dan vaste krachten
    • Niet meer iedere werkloze zich moet verantwoorden
    • Individuen zich naar eigen wensen beter kunnen ontplooien
    • Ruimte is om meer samen te doen
    • De zorg voor de vergrijzende bevolking kan veel meer familiair opgelost worden; hetgeen een verbetering van de zorg kan betekenen en in ieder geval minder gaat kosten
    • Waarin tijd overblijft om geld uit te geven aan cultuur, sport en beleving
    • De rat race wordt vervangen door een "pad" race en zal tot veel minder ziekteverzuim en stress leiden met alle positieve gevolgen waardoor premies voor zorgkosten kunnen verminderen
    • Ook de kosten voor infrastructuur zullen daardoor verminderen.