Hoog tijd voor een gesprek met Suzanne Kröger, ons kamerlid dat zich bezighoudt met luchtvaart en alles wat daarmee te maken heeft.
Het lijkt met de coronacrisis een beetje alsof er twee richtingen zijn. Sommige mensen zeggen: o wat heerlijk, kijk naar die prachtige blauwe hemel, dit laat zien dat grootschalige verandering wél kan. Maar er klinken ook negatievere stemmen: zo gaat het nou altijd, het bedrijfsleven krijgt al na een paar slechte weken miljardensteun en de zorg krijgt niks. Mensen die vóór de crisis al in armoede leefden worden vergeten. Waar sta jij?
Suzanne: Een crisis legt de kwetsbaarheden van ons systeem bloot, en één van die kwetsbaarheden is dat grote fossiele bedrijven altijd sneller hun zin krijgen dan bijvoorbeeld de publieke en culturele sector. Aan de andere kant merk ik dat veel mensen de afgelopen tijd op een dieper niveau naar dingen zijn gaan kijken, dat het zaken op scherp heeft gezet. Als een systeem door elkaar wordt geschud, zie je nog beter wat er niet klopt. En dat biedt ook de kans om te zeggen hoe een nieuw systeem eruit moet zien.
KLM was een van de eerste bedrijven die op flinke financiële steun kon rekenen. Jij hebt je daar tegen uitgesproken, in een opiniestuk in het AD schreef je: “Niemand zit erop te wachten dat lidstaten eerst met veel geld hun eigen nationale carrier redden om ze vervolgens keihard te laten concurreren op een steeds kleinere luchtvaartmarkt met steeds kleinere marges.” Dat klinkt logisch. Dat klinkt in mijn ogen ook nog wel als iets wat de VVD zou kunnen onderschrijven.
Suzanne: Gek hè? Aan de ene kant is de luchtvaart een heel beschermde markt. Als luchtvaartmaatschappijen in het nauw komen, grijpt de overheid meteen in. Daarin is Nederland niet de enige. Maar daarna laten ze het weer helemaal los en krijg je keiharde concurrentie. Als je op de wereldkaart kijkt, vormen Amsterdam, Frankfurt, Londen en Parijs samen één stipje. Waarom concurreren ze zo hard om dezelfde groep passagiers? Al die landen pompen nu geld in hun nationale luchtvaartmaatschappij, maar in de huidige staat is het een failliet bedrijfsmodel.