“ Als we zo doorgaan verpesten we een hele generatie. Dat klinkt heftig, maar dat is wel hoe het is. Er woedt een crisis in ons onderwijs. Het lerarentekort blijft groeien en kinderen zijn daar de dupe van. ”
Thijs Roovers leraar basisschool

De salarissen zijn te laag, de werkdruk te hoog. Op 6 november gaan onze leraren daarom op verschillende plekken in het land, massaal staken om niet alleen aandacht te vragen voor hun situatie, maar ook actie van de regering te eisen: er moeten nú oplossingen komen voor het lerarentekort. Het is de zoveelste in een lange rij acties, want keer op keer laat het kabinet leraren en leerlingen in de steek.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen? En hoe lossen we het probleem op? Wij spraken met verschillende docenten en ons Tweede Kamerlid voor onderwijs Lisa Westerveld over het falende kabinetsbeleid, burn-outs onder leraren, lege klassen en hoop voor de toekomst.

Meer dan 13.000 lerarenvacatures

Het is een trend die al jaren gaande is: het aantal leraren dat het onderwijs verlaat, is veel groter dan het aantal afgestudeerden dat instroomt. En dus is er een groeiend tekort aan leraren. Het aantal fulltime vacatures in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is de afgelopen jaren opgelopen tot 13.359 vacatures in 2018 - meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2014. Dat heeft tot gevolg dat leraren soms voor klassen van meer dan 60 kinderen staan, of zelfs het drastische besluit moeten nemen om leerlingen naar huis te sturen. De nood is steeds hoger.

“Wij missen nu binnen mijn scholengemeenschap voor openbaar basisonderwijs 25 leerkrachten”, vertelt Thijs Roovers. Thijs is sinds 10 jaar basisschoolleraar, is oprichter van PO in Actie en zet zich nu in voor het lerarencollectief, een organisatie die zich inzet om onderwijs inhoudelijk te verbeteren. “En dan hebben we al van alles geschrapt, zoals muziekles en vakken zoals beeldende vorming. Alsnog hebben we 25 fulltime groepsleerkrachten nodig”, legt hij uit. “Dat betekent dat 25 klassen eigenlijk niet het onderwijs krijgen wat ze verdienen. Er staan dan onderwijsassistentes voor de klas, of stagiaires of soms de conciërge. Of we verdelen de klassen, dan krijgen collega’s meer kinderen erbij in de klas waardoor de werkdruk weer hoger wordt. Het aantal burn-outs stijgt.”

“ Eén bevoegde leerkracht op een hele school ”
Thijs Roovers
Foto van leraar Loes in een lokaal, met daarnaast haar quote: 'De klassen moeten echt kleiner. Zo worden kinderen beter gezien en krijgen ze het zetje wat zij nodig hebben om zich te ontwikkelen."

Marktwerking in het onderwijs

Het is een verhaal dat ook GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld vaak hoort: “Het wordt de docenten die er wél zijn niet bepaald makkelijk gemaakt. Zo nemen, ondanks het lerarentekort, het aantal tijdelijke contracten toe. Vlak voor de zomervakantie heb je de zogenoemde ‘WW-piek’: docenten met tijdelijke contracten die aan het eind van het schooljaar de laan uit worden gestuurd. En in september mogen ze zich weer melden, voor een nieuw tijdelijk contract. Het is een noodgreep waarmee scholen kosten proberen te besparen. Maar als je dat als docent een paar jaar achter elkaar meemaakt... Dat je steeds weer wordt ontslagen en aangenomen, dan zou ik ook denken: 'zoek het maar uit, ik ga iets anders doen.' Op deze manier raken we nog meer leraren kwijt. Daarom moet er meer budget komen voor scholen om leraren aan te nemen, en hen een eerlijk salaris te betalen.”

Het lerarentekort in de praktijk

Op de site lerarentekortisnu.nl houdt een deel van de scholen bij wat het tekort voor hen in de praktijk betekent. Daaruit blijkt dat sinds de zomervakantie van dit jaar alleen al op die scholen bijna 50.000 leerlingen een onbevoegde docent voor de klas hebben gehad. Duizenden leerlingen zijn een dag of meerdere dagen naar huis gestuurd. Vooral in de randstad zijn de problemen groot, met Amsterdam als absoluut dieptepunt. Thijs vertelt: “De problemen in Amsterdam zijn het allergrootst bij kinderen uit minderbedeelde gezinnen. Kinderen die het onderwijs het meeste nodig hebben krijgen de hardste klappen. Er zijn scholen in Nieuw-West waar één bevoegde leerkracht op een hele school staat. Wat verwacht je van die kinderen dan straks? De laaggeletterdheid in Nederland is nu al 18 procent, dat is ook internationaal gezien hoog. Uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat er steeds meer leerlingen van de basisschool bij komen die niet goed kunnen lezen en schrijven.”

Hoe heeft het zover kunnen komen?

Al sinds 2007 waarschuwen onderzoekers de Haagse politiek voor de tekorten in het onderwijs. De openingszin van het rapport: Leerkracht! van de commissie-Rinnooy Kan in 2007 luidde: ‘Nederland staat aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren.’ Een zin die profetisch zou blijken.

“ Nederland staat aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren. ”
Leerkracht! van de commissie-Rinnooy Kan in 2007

“Rinnooy Kan berekende dat er ruim een miljard per jaar nodig zou zijn om het tij te keren”, vertelt Lisa. “Toenmalig onderwijsminister Plasterk maakte in antwoord daarop wel geld vrij, maar kort daarna werden er allerlei maatregelen genomen om te bezuinigen. Onderwijspersoneel werd op de nullijn gezet, wat betekent dat salarissen gelijk bleven en leraren er dus op achteruit gingen. Verschillende regelingen die het beroep aantrekkelijker maken, werden versoberd, zoals de BAPO-regeling (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) die als doel heeft de werkdruk van de oudere werknemer te verlichten. Een regeling die voor veel leraren belangrijk was. Door deze maatregelen en bezuinigingen kreeg het onderwijs een steeds grotere achterstand en kon het lerarentekort de afgelopen jaren gewoon verder stijgen.” Kortom, de leraren moesten meebetalen aan het oplossen van de financiële crisis.

Thijs: “Tijdens mijn master kwam ik erachter hoe ontzettend laag de salarissen in het onderwijs zijn. Zeker als je het vergelijkt met het bedrijfsleven, waar ik zelf ook uit kwam. Ik deed een forse stap terug. Maar wat mij eigenlijk meer tegen de borst stuitte, was het verschil tussen salarissen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Docenten met hetzelfde diploma, dezelfde toegevoegde waarde in het onderwijzen van onze kinderen - en dan liggen de salarissen zo ver uit elkaar. Dat is oneerlijk.”

Een portretfoto van leraar Thijs, met daarnaast zijn quote: 'Ik hoop dat mensen snappen dat we dit echt niet voor onszelf doen maar juist voor de kinderen van nu en van de komende generaties. We doen het voor hun onderwijs.'

Scheikundedocent Arjan Linthorst deelt de mening van Thijs. “Er is te veel overheidsgeld naar spaarrekeningen van schoolbesturen en onderwijs-gerelateerde organisaties gegaan”, vertelt hij. “Er moet structureel meer geld vrijkomen voor de mannen en vrouwen voor de klas."

“De privatisering van het onderwijs zorgt ervoor dat de geldstromen die naar het onderwijs gaan veel minder transparant zijn dan voorheen”, legt Thijs uit. “Er zitten nu allerlei lagen tussen van besturen.”

Lisa Westerveld ziet dat die lagen tussen besturen niet goed werken. “De invoering van het passend onderwijs is daar een goed voorbeeld van. Sinds 1 augustus 2014 hebben scholen de verantwoordelijkheid voor passend onderwijs. Ze hebben zorgplicht. Dit houdt in dat de school een passende plek moet zoeken als een kind extra ondersteuning nodig heeft. Maar helaas zien leraren de werkdruk en ook de bureaucratie alleen maar toenemen doordat de regering te veel controlerende instanties heeft ingebouwd.”

Lisa: “Ik sprak ouders die voor hun gehandicapte dochter een aangepaste stoel wilden aanvragen. Een makkelijke vraag, zou je denken. Maar er zijn zo veel formulieren die de school vervolgens moet invullen. Zo veel verschillende loketten waar de school langs moet. Het duurde maanden voordat de aanvraag binnen was. Dit soort dingen maken het onderwijs geen aantrekkelijke sector om in te werken. Er is heel veel bureaucratie en administratie, waardoor leraren minder aan het lesgeven toekomen.”

Een portretfoto van leraar Shalane in een klaslokaal, met daarnaast haar quote: 'Leraar zijn is een fantastisch beroep. Maar het moet aantrekkelijker gemaakt worden. Door hogere salarissen, extra hulp in de klas en minder randzaken.'

 

Een klap in het gezicht van de hele maatschappij

Er zijn dus al jarenlang signalen en waarschuwingen over het lerarentekort. Actiegroepen trekken keer op keer aan de bel. Het blijkt tevergeefs. Na de stakingen in 2017 en 2018, met meer dan 60.000 leraren in het Zuiderpark in Den Haag, blijven structurele oplossingen voor het personeelstekort in het onderwijs uit.

In de miljoenennota van 2019, het huishoudboekje van de Nederlandse regering, waar de verwachte inkomsten en de uitgaven van dit jaar in staan, komen de leraren er wederom bekaaid vanaf. Het draagt bij aan de frustratie die er onder leraren heerst. “Toen minister Slob vóór de miljoenennota kwam met 285 miljoen euro voor de arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs, wisten wij eigenlijk al dat er in de miljoenennota zelf weinig extra geld naar het onderwijs zou gaan”, vertelt Thijs. “De teleurstelling was dan ook heel erg groot. We hebben zo op de trom geslagen. Als er dan niks structureels gebeurt terwijl we ons zo ontzettend zorgen maken om al die kinderen die nu niet het onderwijs krijgen dat ze verdienen, dan is dat niet alleen een klap in ons gezicht, maar een klap in het gezicht van de hele maatschappij.”

Lisa: “Het kabinet van nu investeert iets meer dan voorheen. Dat is ook waarom GroenLinks voor deze begroting stemt: als we dat niet doen, blijven we zitten met een oude begroting waarin de leraren nog veel slechter af zijn. Maar het is lang niet genoeg. Daarom blijven wij ook druk zetten voor meer geld voor het onderwijs. Arie Slob is helaas niet een minister die met de vuist op tafel slaat. D66, de zelfbenoemde onderwijspartij, is ook opvallend stil als het om geld gaat.”

Thijs: “Ik denk dat dit kabinet de problemen in het onderwijs gewoon niet serieus neemt. Dit kabinet ziet niet zo veel in de publieke sector. Er is door voorgaande kabinetten 61 miljard op onderwijs bezuinigd. Onderwijs is geen sexy onderwerp voor ze. Ik denk dat daar het probleem in zit. Als we nu fors gaan investeren in de salarissen bijvoorbeeld, dan zien we dat niet deze regeerperiode al terug. Vooral CDA en VVD lijkt het niks te interesseren. Ik snap dat vanuit de VVD-gedachte ergens nog, want je ziet de groei van het private (door ouders zelf betaald) onderwijs ontzettend toenemen. En de mensen die het kunnen betalen, zullen hier het minst last van krijgen.”

De toekomst

Als we zo doorgaan komen er alleen al in het basisonderwijs de komende jaren 10.000 vacatures bij. Dat is dus nog bovenop alle vacatures die er nu al zijn.
We moeten er alles aan doen om dit toekomstbeeld te veranderen. Lisa pleit voor een pakket aan maatregelen, waaronder:

  • Er moet structureel meer geld naar het onderwijs
  • Loonkloof tussen basis- en voortgezet onderwijs weghalen
  • Meer ondersteuning van leraren om de administratiedruk te verlichten
  • Meer vaste contracten
  • Leraren meer autonomie geven
  • Meer investeren in zogenoemde ‘stille reserve’. De ‘stille reserve’ is een term, die wordt gebruikt om de 83.000 mensen met een lesbevoegdheid die op het moment niet in het onderwijs werken aan te duiden. Twee derde van deze stille reserve geeft aan te overwegen weer in het onderwijs te willen werken. Maar de hoge werkdruk, de bureaucratie en het relatief lage salaris zijn redenen om het niet te doen.”

Thijs hoopt dat leraren zich nog meer gaan uitspreken en vaker aan de onderhandelingstafel komen te zitten. “We moeten zelf mede dat beleid bepalen. Als je kijkt naar de nieuwe regels die er in het onderwijs bij zijn gekomen afgelopen tijd, zoals de citotoets voor kleuters, het lerarenregister, passend onderwijs… het zijn allemaal dingen die bedacht zijn door mensen die niet in het onderwijs werken. Wij leerkrachten moeten ons daar veel meer mee bemoeien.”

“ Leraren moeten vaker aan tafel komen te zitten en het onderwijsbeleid bepalen." ”
Thijs Roovers

Ook Lisa vindt dat leraren en ander onderwijspersoneel meer te zeggen moet krijgen over de financiële keuzes die op scholen worden gemaakt. GroenLinks wil dat bestuurders veel meer dan nu het geval is hun onderwijspersoneel betrekken.

Nog een keer actie

En dus voeren de leraren op woensdag 6 november wederom actie. In heel het land leggen leraren hun werk neer. Ook ouders en iedereen die voor het onderwijs wil opkomen worden aangemoedigd mee te doen. Voor sommige leraren zal het de eerste actie zijn, voor leraren zoals Thijs Roovers is het de zoveelste. Dat eist soms zijn tol: “Er is echt hard gestreden. Voordat een leraar zijn klas verlaat en de deuren dicht doet om te gaan staken moet er echt wel iets aan de hand zijn. Leraren zijn supertrouw. Mensen die echt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat nog mails aan het versturen zijn, hun lessen aan het voorbereiden zijn. Voordat die gaan staken moet er echt wel wat aan de hand zijn. Maar je merkt ook dat het vele staken wel een beetje zijn weerslag krijgt. Omdat mensen moe worden.”

Lisa tegen Thijs: “Vergeet niet wat jullie wél voor elkaar hebben gekregen. Dat er toch wat geld bij is gekomen, vergeleken met de afgelopen kabinetsperiodes, komt door jullie. Dus alle acties hebben wel zeker zin, het onderwerp staat steeds beter op de kaart.”

Thijs: “Ik hoop vooral dat mensen gaan snappen dat we dit echt niet voor onszelf doen, maar dat we ons ontzettend zorgen maken over de kinderen van nu en de generatie die hierna komt, die nog hun onderwijs moeten gaan volgen. Ik hoop dat de politiek en de samenleving in zullen zien dat we niet aan het klagen zijn, maar dat wat wij willen nodig is om kinderen goed onderwijs te bieden.”

Hier doen we het voor

Eén ding is zeker: we moeten vechten voor beter onderwijs. We moeten met plannen blijven komen, blijven demonstreren, debatten voeren en knokken tot de salarissen omhooggaan, de werkdruk omlaag en er meer waardering komt voor docenten. Want de waardering die leraren nu krijgen, haalt het niet bij de geleverde prestatie van deze publieke helden.

En de toekomst van het onderwijs ziet er volgens GroenLinks een stuk hoopvoller uit. Kinderen krijgen les in klassen met minder dan 23 leerlingen. Leraren krijgen voldoende tijd en ruimte om leerlingen goed te begeleiden. Leraren krijgen weer het gevoel dat ze er kunnen zijn voor elke leerling, omdat ze zich niet bezig moeten houden met randzaken en bureaucratie. Hierdoor wordt de werkdruk verlaagd. Leraar zijn krijgt de waardering en salaris die hoort bij dit belangrijke beroep.

Jesse Klaver in gesprek

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste politieke nieuws in je inbox.

Wil je weten hoe GroenLinks je persoonsgegevens verwerkt? Bekijk dan onze privacyverklaring.