Op 20 mei gaf Kauthar Bouchallikht haar maidenspeech in de Tweede Kamer. Voor hoop boven haat, van de Kamer tot de straat.
Bekijk hier de video of lees haar volledige speech.
Op 20 mei gaf Kauthar Bouchallikht haar maidenspeech in de Tweede Kamer. Voor hoop boven haat, van de Kamer tot de straat.
Bekijk hier de video of lees haar volledige speech.
Sta met ons op
Wij weten dat het kan: een eerlijk, groen, gelijkwaardig en zorgzaam Nederland.
Hoop boven haat.
Voorzitter,
Het is een eer en verantwoordelijkheid om hier te staan. Om verkozen te worden, om te vertegenwoordigen. Om dingen te fixen.
Maar... Het voelt ook vreemd om hier te staan. Ongemakkelijk. Want met dit hart van onze democratie klopt iets niet.
Hoewel dit parlement het hele Nederlandse volk vertegenwoordigt Is het niet vanzelfsprekend dat ook ik hier sta.
Ik ben een wolf in schaapskleren, kreeg ik te horen. Een bedreiging voor de rechtsstaat, zo stond geschreven. Mij wordt gezegd, keer op keer: jij hoort hier niet. Dat overkomt niet alleen mij. Structureel en institutioneel is ‘De Ander’ het probleem. In deze zaal, Kamer, en samenleving.
Dit uitsluiten gebeurt al generaties lang. Ik ben ermee opgegroeid, mijn broertje weet ook niet beter. De dag voor de verkiezingen zag hij mij het slotdebat kijken. Hij wierp een blik op het beeldscherm, zag daar Wilders en Rutte aan het woord. Weet u wat mijn broertje me vroeg? Of de meneren weer zeggen dat we weg moeten. Mijn broertje is elf.
Tegen hem, tegen mij, en vele Nederlanders, wordt al heel lang gezegd, herhaald, en nog eens herhaald. Dat we ons maar moeten invechten, aanpassen, dankbaar zijn, niet zo zeuren, harder werken, netjes praten, de geschiedenis laten voor wat ie is; en tradities niet bevragen.
Het moet allemaal wel gezellig blijven. Normaal doen. Je mag blij zijn dat je hier bent geboren, want daar is het erger. Dus mondje dicht. Op je tenen lopen, maar niet in die sneakers en niet met die broek aan. Haal je handen uit je zak, maar steek geen vuist in de lucht. Wees gewoon… niet.
Wat vertel ik mijn broertje? Wat zijn we in hemelsnaam aan het doen? Met dit land, met elkaar? En hoe kan ik iets veranderen, bijdragen, als ik er eigenlijk niet eens mag zijn? Waar stap ik dan in?
Ik heb niet alle antwoorden, het is vallen en opstaan, maar wat ik wel kan zeggen: deze plek is van en voor ie-de-reen. Zou dat moeten zijn.
Maar veel te veel Nederlanders vragen zich af, elke dag: Wie mogen zijn, doen, meepraten, meebeslissen, en wie niet?
Op school, op straat en op kantoor. In de media, aan directietafels, binnen instituties. Wie bepalen de woorden die de werkelijkheid vormen? En wie niet?
Zo zou de klimaatcrisis wel meevallen. We moeten vooral niet zo zeuren en klagen Zo snel hoeft het allemaal toch niet? Wat een onzin.
Wereldwijd staan jongeren op. Want waarom naar school gaan, als de wereld in de fik staat, en te veel mensen doen alsof dat niet zo is? Te vaak zijn in deze zaal en hierbuiten problemen klein gemaakt. Terwijl er verantwoordelijkheid genomen had moeten worden.
Ik maak deel uit van een generatie die is opgegroeid in crises en onzekerheid. Een generatie die niet de luxe heeft om weg te kijken van problemen, maar daarmee moet dealen. We hebben geleerd dat alle vormen van onrecht met elkaar zijn verbonden. En dat we ons vooral niet tegen elkaar moeten laten uitspelen.
Dus staan we op, samen. Tegen uitsluiting. Tegen de klimaatcrisis. Tegen ongelijkheid. Voor een eerlijke samenleving, waar we niets onbesproken laten. Waar we elkaar vasthouden, ruimte geven, opvangen. Er voor elkaar zijn, ook als het veel van ons vraagt. Eerlijk zijn, ook als het ingewikkeld is. Of het nou over biobrandstof gaat, zoals vandaag. Over de klimaatcrisis, die ons allemaal aangaat. Over de toekomst, die we delen op deze kwetsbare aarde. Het hangt allemaal met elkaar samen.
Vaak denk ik aan de Britse Ella. Ze werd negen. Ella woonde aan een drukke straat. Daar bleek jarenlang constant de limiet voor luchtverontreiniging te zijn overschreden. Na gerechtelijk onderzoek werd dat mede erkend als haar doodsoorzaak. Het duurde jaren voor dit gebeurde. Omdat haar moeder daar tussen het rouwen door keihard voor moest knokken. Drie keer raden wie relatief vaak in dit soort ongezonde wijken wonen, omdat de huizen daar goedkoper zijn.
Wie je bent, hoe je eruit ziet, hoe dik je portemonnee is : het doet ertoe. Ook in Nederland.
Sinds het astmapatiëntje Noëlle verhuisde, belandde ze drie keer op de intensive care. Haar kinderlongarts ziet een verband met haar woonomgeving. Noëlle is zes, ze woont in een dorp bij de Rotterdamse haven.
Ik ben steeds meer gaan inzien hoe de klimaatcrisis bestaande ongelijkheid vergroot. Hoe belangrijk klimaatrechtvaardigheid is. Hoe belangrijk rechtvaardigheid is. Ook als het gaat om biobrandstoffen.
Het mag niet zo zijn dat elders gezinnen met minder geld, het recht op voedsel wordt ontnomen. omdat wij hier per se eten in de tank willen gooien. Want als we daar palmolie, soja of maïs voor laten verbouwen, dan drijft dat de prijzen van voedsel op.
Er worden ook nog bossen en wouden kapotgemaakt voor landbouwgrond. En te vaak is het land dat hiervoor wordt gebruikt geroofd.
Gelukkig beginnen we elkaar steeds meer te vinden voor echte verandering. Is er een brede beweging aan het ontstaan. Met het besef én ervaring dat winst tegen de ene vorm van onrecht of uitsluiting, winst is voor ons allemaal.
Want we zijn dan wel de generatie van de crises, maar we zijn ook de generatie van beweging en verbinding. Wereldwijd staan we op, in de voetstappen van al die ons zijn voorgegaan. Allen die durfden te dromen. Te doen. Durfden te zijn.
Dat kan alleen als we problemen niet negeren en wegschuiven, naar de ander, naar de toekomst, maar ze onder ogen durven te zien. Verantwoordelijkheid nemen. Hier, en nu.
Dát is waar het om zou moeten gaan. Zodat we een intersectionele strijd voeren. Er voor elkaar zijn, ook als het veel van ons vraagt. Eerlijk zijn, ook als het ingewikkeld is. Misschien vooral dan.
Het zou moeten gaan over hoe iedereen van waarde is. Vrij zou moeten zijn. Vrij van de zorgen over onze toekomst. Vrij om vooral niet normaal te zijn. Vrij, om elkaar te laten zijn. Ook als het moeilijk is, ook als het zoeken is. Vallen en opstaan. Samen.
Voor de planeet en al wat leeft, voor elkaar, voor onszelf. Voor mijn broertje en het jouwe, voor Ella, Noëlle en onze toekomst.
Voor hoop boven haat, van de Kamer tot de straat.
Dankuwel.