Vandaag presenteren PvdA en GroenLinks een gezamenlijk progressief oppositieakkoord. Om te laten zien: het kan wél. Een sociale en groene toekomst voor iedereen. We leggen in dit akkoord een toekomstvisie neer aan de hand van vijftien plannen voor Nederland.

Vooruitgang is mogelijk als mensen samenkomen om ideeën te delen, elkaar steunen en hun stem laten horen. Doordat maatschappelijke en politieke bewegingen de handen ineen hebben geslagen, zijn sociale en progressieve idealen werkelijkheid geworden. Door progressieve samenwerking kregen werknemers rechten, vrouwen zeggenschap over hun lichaam, kunnen mensen van hetzelfde geslacht met elkaar trouwen en staat klimaat bovenaan de politieke agenda.

Als er ooit een moment in de recente geschiedenis was voor progressieve partijen om de krachten te bundelen, dan is het nu wel. We staan voor grote maatschappelijke veranderingen. De klimaatcrisis, de technologische ontwikkelingen en de geopolitieke verschuivingen vragen om het verwezenlijken van nieuwe sociale en progressieve idealen. Wie je ook bent, wat je ook doet, je hebt recht op goed werk, een fijn huis en een prettige leefomgeving. En dat geldt ook voor je kinderen, én hun kinderen. Het is onze gedeelde visie dat je pas echt vrij bent als je zeker bent van je bestaan en zo je eigen leven vorm kunt geven. Je hoeft niet te winnen, of altijd maar aan te staan om mee te kunnen doen. We waarderen wat van waarde is: voor elkaar zorgen, tijd met vrienden en familie, naar elkaar omzien als het even tegen zit, en genieten van al het moois dat de planeet te bieden heeft. Dat is een sociale en groene toekomst. Dat is vooruitgang voor ons allemaal.

Maar de vooruitgang is gestokt. In plaats van een belofte voor iedereen is het een voorrecht voor enkelen geworden. Basisvoorwaarden voor een fatsoenlijk leven zijn onder druk komen te staan. Een leefbare aarde, een betaalbaar huis, toegankelijke zorg, goed onderwijs en werk met een goed inkomen, zijn niet vanzelfsprekend.

Dit is geen natuurverschijnsel, maar het gevolg van bewuste politieke keuzes. Van het pleidooi van vele generaties politici voor meer groei, meer efficiency, meer markt en minder overheid. Gecombineerd met een steeds groter wantrouwen richting burgers. We zien nu wat er misgaat als de politiek primair stuurt op economische groei. En zeker als die groei ook nog eens heel nauw wordt gedefinieerd als meer economische groei via de private sector, en met name grote multinationals. Alles is er de afgelopen jaren aan gedaan om het hen zo aangenaam mogelijk te maken met extreem lage belastingtarieven.

Er is een rechtstreeks verband tussen de opwarming van de aarde en de uitbuiting van mensen. Beide zijn het gevolg van een economisch systeem dat winsten privatiseert en schade collectiviseert: winst gaat naar aandeelhouders, de rekening voor het redden van een bank naar de burgers. De winst van Tata Steel gaat naar de eigenaren in India. De prijs wordt betaald door de kinderen uit de buurt die ziek worden van de luchtvervuiling. Pleisters plakken is niet voldoende. Er is fundamentele verandering nodig. Het hedendaags kapitalisme loopt op zijn laatste benen.

Je kunt cynisch worden van de problemen die ons land in zijn greep houden. Maar wij denken dat er alle reden is voor hoop. Want er is een alternatief. Een eerlijke en groene wereld ligt binnen ons bereik. Het vraagt om een “whatever it takes”-mentaliteit zoals we die hebben gezien aan het begin van de coronacrisis. We toonden ongekende saamhorigheid en hielden afstand om kwetsbaren te beschermen. In een paar weken tijd werden miljarden uitgetrokken om werkgelegenheid te behouden en ondernemers te steunen. Dat is eigenlijk hetzelfde als wat er in 2008 gebeurde. De overheid deed er toen terecht alles aan om de spaartegoeden van mensen te redden en de instorting van het financiële systeem te voorkomen.

Want wat we daadkrachtig hebben gedaan om bedrijven te redden in crisistijd, kunnen we ook doen om de grote uitdagingen van onze tijd aan te pakken: de bestaanszekerheid vergroten, de ongelijkheid verkleinen en de klimaatcrisis bestrijden.

Daarvoor is moed nodig, daadkracht en een nieuwe visie voor Nederland. Een visie die over meer gaat dan economische groei. Die niet uitgaat van meer, maar van beter. Want een land is geen BV. Onze visie is gebaseerd op het idee van brede welvaart. Op het waarderen van alles dat voor mensen van waarde is: een goede gezondheid, een prettige buurt. Vooruitgang wordt alleen bereikt als welvaart, welzijn en natuur tezamen verbeteren.

Daarom formuleren wij 15 ambities voor het Nederland van 2030. Vijftien doelen en onderliggende keuzes, die gericht zijn op het vergroten van de brede welvaart. Deze doelen zullen centraal staan in onze oppositie de komende jaren. En deze inzet is niet vrijblijvend. Wij zullen het kabinetsbeleid beoordelen op deze doelen en zelf met voorstellen komen om ze te realiseren. Onze doelstellingen zullen we toetsen aan de indicatoren uit de brede welvaartsmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Jaarlijks wordt onafhankelijk vastgesteld of we op koers liggen voor 2030 of dat er bijstellingen nodig zijn.

En tegen iedereen die ons wil vertellen dat deze doelen onhaalbaar zijn, zeggen wij: het kan wél. Roepen wij in herinnering al die keren dat zij zelf zeiden: “whatever it takes”. Ook als het niet populair is. Ook als er tegenstand is. Wij zullen doen wat nodig is om invulling te geven aan onze eed als volksvertegenwoordigers om de grondwet te dienen.

Wij komen niet op voor één groep, één politieke partij of één lobby, maar voor het algemeen belang. Wij beloven niet dat we het beste voor jou doen, maar het beste voor de samenleving als geheel. Wij komen op voor het ideaal van een overheid die haar grondwettelijke opdracht vervult en alles doet om het welzijn van haar burgers, van de aarde en de internationale rechtsorde te bevorderen. Het ideaal van een rechtsstaat die haar burgers beschermt en gelijk behandelt.

Vandaag presenteren de PvdA en GroenLinks een akkoord tussen onze Tweede Kamerfracties. Hiermee slaan wij een nieuwe politieke weg in. Tegen de tijdgeest van versplintering in, zetten wij een volgende stap in onze samenwerking. De komende jaren vormen wij in het parlement een alliantie. Dit progressief oppositieakkoord is de toetssteen waaraan we het regeringsbeleid beoordelen en de agenda waar wij de komende jaren aan bouwen. Hiermee bundelen we onze macht en laten wij ons niet uit elkaar spelen: Het kabinet kan over deze doelstellingen zaken doen met ons beide, of niet. Niet als het blijft bij een onsje meer of minder, niet over de groei van het BBP, maar over het vergroten van de brede welvaart voor Nederland.

Vooruitgang begint als mensen samenkomen om ideeën te delen, elkaar te steunen en een gezamenlijke stem laten horen. Met dit oppositieakkoord komen wij samen en markeren wij een nieuw begin. Een progressieve alliantie voor verandering.

1. We laten een schone en leefbare planeet achter voor onze kinderen.

Doelstelling 2030: We halen de doelstelling van Parijs en beperken de opwarming van de aarde tot maximaal 1.5 graad.

Iedereen wil een leefbare planeet achterlaten voor onze kinderen. Klimaatverandering dreigt de aarde onleefbaar te maken. Wereldwijd zien we de gevolgen van de klimaatcrisis: overstromingen, droogte en branden. Dat zagen we deze zomer dichtbij huis, in Limburg. En verder weg zagen we bosbranden in Californië en overstromingen in Bangladesh.

Om de klimaatcrisis op te lossen moeten de klimaatafspraken van Parijs zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Dat doen we rechtvaardig. Grote vervuilende bedrijven gaan op een eerlijke manier betalen voor hun CO2-uitstoot. We stoppen met fossiele belastingkortingen voor de luchtvaart en de industrie. Huishoudens profiteren van eerlijk klimaatbeleid met beter geïsoleerde woningen, een lagere energierekening en snellere treinen. Met sociaal en groen beleid wordt Nederland een fijnere plek om te wonen, te werken en van het leven te genieten.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan de CO2-uitstoot per sector, het aantal fossiele subsidies en het aantal geïsoleerde huurwoningen.

2. Iedereen heeft recht op een fijne en betaalbare woning.

Doelstelling 2030: Mensen geven maximaal een kwart van hun inkomen uit aan wonen.

Een fijne en betaalbare woning is de basis die je nodig hebt om vooruit te komen, tot rust te komen na een lange dag werken of om plezier te hebben met vrienden en familie. Betaalbaar wonen is een grondrecht.

Dat grondrecht staat onder druk. De wooncrisis legt de tweedeling in onze samenleving genadeloos bloot. We komen ruim 300.000 woningen tekort. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal daklozen. De woningmarkt werkt uitstekend voor mensen die woningen verzamelen voor de winst, niet voor mensen die er een zoeken om in te wonen. Een goed salaris is lang niet meer genoeg om de huur te betalen, of een eigen huis te kopen.

In 2030 maakt de overheid de zorgplicht voor voldoende betaalbare woongelegenheid weer waar. Dat gaat om meer dan alleen het bouwen van woningen. Het vraagt een andere kijk op wonen: een recht, geen lucratieve belegging. De politiek moet durven sturen op nieuwbouw en betaalbaarheid, zodat iedereen een fijn huis kan vinden. Daarom is ons doel dat iedereen maximaal een kwart van het inkomen besteedt aan wonen. We kiezen voor gemeenschappelijk bezit, uitbreiding van de wettelijke bescherming van huurders en het tegengaan van speculatie.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het woningtekort, het aantal daklozen en het aantal woningen zonder grote gebreken.

3. Alle werkenden verdienen waardering, een fatsoenlijk salaris en bescherming tegen ziekte of pech.

Doelstelling 2030: Iedereen die werkt heeft een zekere arbeidsmarktpositie.

Tijdens de coronacrisis bleek hoe onmisbaar het werk kan zijn dat mensen doen. De leraar van onze kinderen, medewerkers in de zorg, de trambestuurder die ons naar werk brengt. Vakkenvullers, schoonmakers, pakketbezorgers. Het zijn vaak mensen die onmisbaar werk doen, die niet de erkenning en waardering krijgen die ze verdienen. Zo’n 3 miljoen mensen, waarvan een groot deel jongeren, hebben nauwelijks een vangnet, of werken geen vast aantal uren. Bijna 900.000 mensen werken rondom het minimumloon en/of op wegwerpcontracten. Ze verdienen niet genoeg om een gezin te onderhouden en staan als eerste op straat als het economisch tegenzit.

We kiezen voor een herwaardering van onmisbaar werk. Wie werkt, verdient een fatsoenlijk salaris en bescherming tegen ziekte of pech. Daarbij hoort een substantiële verhoging van het minimumloon, de AOW en de bijstand. Vast werk, met bescherming tegen ontslag en steun bij ziekte, wordt de norm. Wegwerpcontracten worden verboden. Wie een leven lang gewerkt heeft, moet kunnen rekenen op een goed pensioen, met meer perspectief op indexatie.

Er zijn grote personeelstekorten in het onderwijs, de zorg, bij politie en defensie. Werknemers in de publieke sector verdienen meer salaris en waardering, en meer collega’s. Werken voor de publieke zaak moet aantrekkelijker worden gemaakt.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het aantal mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie, het aantal werkenden met een vast contract, het aantal werkenden dat pensioen opbouwt en een vangnet heeft, en een minimumloon waarvan je kunt leven.

4. De ongelijkheid neemt fors af.

Doelstelling 2030: Werken loont meer dan beleggen en speculeren.

De afgelopen jaren groeide de economie en stegen de winsten. Maar werkenden en gepensioneerden profiteerden daar nauwelijks van. De groei kwam vooral ten goede aan de aandeelhouders van multinationals, hun CEOs in de boardrooms, aan miljonairs en vastgoedspeculanten. Het is nu eenvoudiger om geld te verdienen met geld, dan met werken. We kiezen weer voor eerlijk delen, als basis van vooruitgang. En dat vraagt om een eerlijke bijdrage van multinationals, miljonairs en topinkomens, zodat welvaartsgroei weer ten goede komt aan ons allemaal.

Daarom kiezen we voor een fundamenteel eerlijkere inrichting van onze economie. Met een hogere winstbelasting voor grote bedrijven, een progressieve vermogensbelasting, minder inkomstenbelasting voor lage- en middeninkomens en een strenge aanpak van belastingontwijking. Daarmee kunnen we investeren in hogere lonen en goede collectieve voorzieningen, in de wetenschap dat wij allemaal profiteren van betaalbare woningen, inspirerende cultuur, goed onderwijs, snelle verbindingen, kwalitatieve zorg en mooie natuurgebieden. Een eerlijker belastingstelsel betekent ook dat we de vervuilers meer gaan laten betalen.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan de inkomensongelijkheid, de vermogensongelijkheid en de effectieve belastingbijdrage van multinationals.

 5. Van mainport naar brainport.

Doelstelling 2030: Nederland behoort tot de meest duurzame innovatieve economieën van de wereld.

Nederland heeft alles in huis voorop te lopen, met het beste onderwijs en onderzoek en goede infrastructuur. We worden de brainport van Europa: een groene circulaire economie met kennis en innovatie als hernieuwbare brandstof. Daarvoor moeten we veel meer geld aan wetenschap, onderzoek en innovatie besteden (3% van het BNP).

Een groene economie levert veel banen op. Om ons land te verduurzamen zijn technisch en praktisch geschoolde mensen cruciaal. Dat betekent dat we fors investeren in het MBO. De fossiele industrie gaat bijdragen aan een werkgarantiefonds. Daarmee kunnen mensen met behoud van inkomen worden omgeschoold en begeleid naar de banen van de toekomst. Werkgelegenheid is niet een individueel probleem, maar een collectieve verantwoordelijkheid.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan de uitgaven aan onderwijs, onderzoek en innovatie, het aandeel hernieuwbare energie, en het aantal nieuwe groene banen.

6.  Alle kinderen kunnen hun dromen najagen ongeacht waar hun wieg staat.

Doelstelling 2030: Iedereen in Nederland kan goed lezen, schrijven en rekenen.

Voor je kansen in het leven, maakt het steeds meer uit welke opleiding je ouders hebben gedaan, en wat ze verdienen. Het onderwijs werd jarenlang gezien als motor achter gelijke kansen en vooruitgang. Maar die motor hapert. Door het lerarentekort zijn er vierdaagse schoolweken. Nu kan een kwart van onze jongeren niet goed genoeg lezen en schrijven, bij volwassenen is dit bij bijna 1 op de 6 mensen het geval. Het valt te begrijpen dat ouders kiezen voor dure huiswerkbegeleiding, maar het zou niet nodig moeten zijn. De coronacrisis heeft de tweedeling in onze samenleving vergroot, en genadeloos blootgelegd. Want hoe graag ze het ook willen, niet alle ouders kunnen hun kinderen even goed helpen.

We maken een plan zodat alle kinderen, met of zonder beperking, hun talenten ten volle kunnen benutten en hun dromen kunnen najagen. Kunnen lezen, schrijven en rekenen is een voorwaarde om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Ons doel is dat iedereen die basisvaardigheden goed beheerst. Daar kunnen we niet vroeg genoeg mee beginnen. De kinderopvang wordt omgevormd tot een publieke voorschool, waar alle kinderen naar toe kunnen. We zorgen voor voldoende leraren, door het beroep aantrekkelijker te maken, met meer salaris en waardering, betere ondersteuning en tijd voor ontwikkeling. Dure commerciële bijlessen maken we overbodig, omdat ieder kind recht krijgt op extra begeleiding via school.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het aantal vroegtijdige schoolverlaters, het lerarentekort en de sociale mobiliteit in het onderwijs. 

7. De overheid is er voor iedereen.

Doelstelling 2030: Mensen hebben meer vertrouwen in de democratische rechtsstaat dan ooit.

Er is te veel verdeeldheid in ons land. Mensen maken zich zorgen over de tweedeling, de verharding en het wantrouwen. We geloven niet meer dat de politiek voor ons allemaal opkomt, onze dagelijkse problemen oplost, of de grote uitdagingen van deze tijd weet op te lossen. De toeslagenaffaire en de omgang met Groningen hebben laten zien wat er mis kan gaan als de overheid en rechtsspraak de bescherming van mensen veronachtzamen.

Het gegroeide wantrouwen toont aan hoezeer een nieuwe bestuurscultuur nodig is. Dat gaat niet over de dikte van een coalitieakkoord, of de frequentie van het torentjesoverleg, maar over de vraag: hoe gaat een overheid om met burgers?

Om het vertrouwen in de politiek, de overheid, de democratie en de rechtsstaat te herstellen, is een ander soort politiek nodig, en een ander soort overheid. In de eerste plaats gaat het om een sociale overheid, die uitgaat van vertrouwen in mensen, in plaats van wantrouwen. Dat vraagt om een fundamenteel andere kijk op onze sociale zekerheid, met minder eigen verantwoordelijkheid, regels, verplichtingen, sancties en boetes. En juist meer hulp, maatwerk en een betere toegankelijke dienstverlening. En voor wie toch in de problemen komt, moet de toegang tot het recht worden verbeterd.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het vertrouwen van mensen in de overheid, het vertrouwen in de politiek en de toegang tot het recht.

8. Iedereen verdient het om fijn en gezond oud te kunnen worden.

Doelstelling 2030: De sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn minstens gehalveerd.

Na een leven lang werken, is het iedereen gegund om te genieten van een ontspannen oude dag. Maar dat is nu niet voor iedereen weggelegd. Mensen met hoge inkomens leven langer en blijven langer gezond. Mensen die belangrijk werk doen, zoals bouwvakkers en zorgpersoneel worden eerder ziek, leven korter en kunnen minder lang van hun pensioen genieten. Die verschillen kunnen oplopen tot 15 jaar. Maar het zou voor je gezonde levensverwachting niet uit moeten maken in welke wijk je geboren bent en wat je inkomen is. Dat vergt langjarige investeringen en is niet zomaar opgelost. Daarom is ons doel om de sociaaleconomische gezondheidsverschillen te halveren.

De problemen waar mensen mee kampen, komen vaak niet alleen. Wie onzeker werk doet, vindt moeilijker een betaalbare woning. Het zwaarste werk, wordt vaak het slechtst betaald. Een vergeten rekening leidt dan tot oplopende schulden. Psychische problemen en verslavingen liggen op de loer. Wie geldzorgen heeft, maakt moeilijker gezonde keuzes.

Dat probleem moeten we niet individualiseren. Vaak is de makkelijkste keuze, niet de meest gezonde, of niet in het belang van producenten, verzekeraars of de farmaceutische industrie. Halvering van het verschil in gezonde levensjaren, vraagt dan ook om meer bestaanszekerheid, het stimuleren van gezonde keuzes en het terugdringen van marktwerking.

Daar is een belangrijke taak weggelegd voor de overheid. Een kilo frikandellen is goedkoper dan een kilo appels. De overheid kan mensen helpen gezonde keuzes te maken, bijvoorbeeld door de btw op groente en fruit te verlagen, of te voorkomen dat jongeren vallen voor de verleidingen van de tabaksindustrie. Met een suiker- en zouttaks dwingen we producenten hun verantwoordelijkheid te nemen.

In een systeem waar verzekeraars en farmaceuten verdienen aan behandelingen, staat ziekte gelijk aan winst. Big Farma verdient aan medicijnen, niet aan het voorkomen van ziektes. Jeugdzorg-cowboys maken woekerwinsten. We kiezen daarom voor samenwerking boven marktwerking, in het algemeen belang.

We halen de neoliberale prikkels uit ons zorgstelsel. Zorg is geen product dat je kan consumeren.  Mensen mijden zorg nu uit angst voor hoge zorgrekeningen, terwijl vroeg behandelen vaak erger kan voorkomen. Het eigen risico en andere elementen van marktwerking moeten worden verminderd, niet worden uitgebreid.

De coronacrisis heeft eens te meer duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is dat iedereen toegang heeft tot goede gezondheidszorg. Door de oplopende besmettingscijfers staat het recht op goede zorg onder druk. Dat gaat over voldoende goed opgeleid zorgpersoneel, dat meer salaris en waardering verdient. Maar ook over meer capaciteit, of de bereikbaarheid van de huisartsenpost en de spoedeisende hulp.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan de ontwikkeling van gezonde levensverwachting naar achtergrondkenmerken.

9. Ieder kind verdient een onbezorgde jeugd.

Doelstelling 2030: We bannen armoede onder kinderen uit.

In het rijke Nederland groeit een op de dertien kinderen op in armoede. Er is geen geld voor nieuwe kleren, voor Sinterklaascadeautjes, soms niet eens voor een goed ontbijt. Maar erger nog dan het gebrek, is het gevoel van uitsluiting en eenzaamheid. Deze kinderen kunnen minder goed meekomen op school en kunnen soms niet naar verjaardagsfeestjes. Je gunt elk kind een onbezorgde jeugd. In een rijk land als het onze zou geen kind mogen opgroeien in armoede. Het is een kwestie van beschaving.

Een aanpak van kinderarmoede betekent meer inkomen voor hun ouders, met een hoger minimumloon, hogere uitkeringen en meer financiële ondersteuning voor ouders. Voedselbanken zouden niet nodig mogen zijn.

De schuldenindustrie is een van de oorzaken van langdurige armoede. Het terugdringen van armoede vraagt dan ook om een aanpak die niet de belangen van de schuldeiser vooropstelt, maar die van ons allemaal. Dat betekent een einde aan het toeslagenstelsel, een sociaal incassobeleid, een verbod op de handel in schulden en betere regelingen om mensen met schulden te helpen.

Ieder kind moet gewoon mee kunnen doen, wat je ouders ook verdienen. Sporten, muziekles volgen, met de trein reizen, boeken lenen bij de bibliotheek, naar het zwembad gaan. Het betekent dat we kiezen voor breed toegankelijke publieke voorzieningen, waar iedereen gebruik van kan maken, en we allemaal aan bijdragen.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het aantal minderjarigen met risico op armoede of sociale uitsluiting en het aantal mensen dat gebruik moet maken van de voedselbank. 

10. In Nederland voelt iedereen zich thuis.

Doelstelling 2030: Zo snel mogelijk uitbannen van discriminatie en institutioneel racisme.

In Nederland mag je zijn wie je bent. Ongeacht waar je geboren bent, op wie je valt, wat je huidskleur is, hoe jij jezelf identificeert, of je wel of niet gelooft, of hoe je eruit ziet: iedereen moet zich thuis voelen in onze samenleving. Waar we allemaal verschillend maar gelijkwaardig zijn. Het Regenboogakkoord moet daarom volledig worden uitgevoerd. Juist in tijden dat achtergestelde groepen wereldwijd steeds meer onder druk komen te staan, moeten wij een stap vooruit zetten.

Er komt zo snel mogelijk een einde aan uitsluiting, institutioneel racisme en discriminatie. We accepteren niet dat mensen minder kans hebben op een stage, een studie, een baan of een woning om wie ze zijn of hoe ze eruit zien. We accepteren geen haat tegen moslims of joden. De cijfers zijn al lang bekend, maar het probleem is nog steeds niet opgelost. Etnisch profileren door de overheid en de politie valt nooit goed te praten. Er komt een staatscommissie institutioneel racisme. Nederland maakt excuses voor haar rol in het slavernijverleden en Keti Koti wordt een nationale vrije dag.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het aandeel van de bevolking dat zichzelf ziet als lid van een gediscrimineerde groep en het aantal meldingen van discriminatie.

Natuur

11. Meer bomen, planten en dieren.

Doelstelling 2030: We keren de afname van de biodiversiteit, door meer natuurgebieden, schoner water en gezondere lucht.

We zitten in een biodiversiteitscrisis. Het aantal bedreigde diersoorten neemt in hoog tempo toe, miljoenen planten en dieren dreigen uit te sterven. Een van de oorzaken hiervan is de slechte toestand waar de natuur zich in bevindt. Daarom moet de stikstofuitstoot zo snel mogelijk worden gehalveerd en investeren we fors in nieuwe natuur door bijvoorbeeld 17 miljoen bomen te planten.

Stalbranden en dierenleed zijn nog steeds aan de orde van de dag. Er moet zo snel mogelijk een einde komen aan de bio-industrie. Dit is niet alleen belangrijk voor het dierenwelzijn, maar ook voor de volksgezondheid. Supermarkten en banken die boeren jarenlang hebben gestimuleerd om uit te breiden gaan bijdragen aan de transitie naar een eerlijker systeem dat goed is voor mens, dier en natuur.

Jaarlijks overlijden er in Nederland nog altijd 11.000 mensen aan de gevolgen van slechte luchtkwaliteit. Deze luchtvervuiling is extra slecht voor kinderen en ouderen. Om dit tegen te gaan willen we zo snel mogelijk voldoen aan de wereldwijde normen van de WHO. In 2030 is het water in Nederland weer schoon, van plassen en rivieren tot aan de zee. Er komt een einde aan de plastic soep door, als eerste stap, te stoppen met wegwerpplastic.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan de toename van de biodiversiteit, de hoeveelheid stikstof en het percentage fijnstof in de lucht.

12. Vooruitgang is een belofte aan heel Nederland.

Doelstelling 2030: De bereikbaarheid van voorzieningen neemt toe in heel Nederland.

Veel mensen in Nederland hebben het gevoel dat de overheid er niet meer voor hen is, omdat de overheid letterlijk op afstand is komen te staan. Op veel plekken in Nederland worden buslijnen opgeheven, sluiten voorzieningen als scholen, zwembaden en bibliotheken. Winkelcentra kampen met leegstand, en jongeren verhuizen.

Een sociale, groene en saamhorige samenleving is een belofte aan heel Nederland, aan alle provincies. Daarom investeren we fors in voorzieningen, de bereikbaarheid van zorg en regionaal openbaar vervoer. We gaan bibliotheken, politiebureaus en spoedeisende hulpposten heropenen, niet sluiten. We investeren in snelle treinen en nieuwe spoorlijnen, zoals de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Zo komt iedereen dichterbij elkaar te wonen. We zien voldoende goed werk als collectieve verantwoordelijkheid, daarom spreiden we werkgelegenheid en nieuwe bedrijvigheid over heel Nederland. Zo wordt elke regio in Nederland een aantrekkelijke plek om te wonen.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het aantal voorzieningen per provincie en de maximale reistijd tot voorzieningen, de werkgelegenheid per regio en de reistijd tussen Rotterdam, Amsterdam, Leeuwarden, Enschede en Maastricht.

13. Iedereen is gelijkwaardig.

Doelstelling 2030: Vrouwen krijgen even goed betaald als mannen, de loonkloof wordt gedicht.

Iedereen in Nederland verdient een gelijkwaardige behandeling ongeacht je gender of sekse. Het lijkt vanzelfsprekend dat vrouwen doorleren, goed betaald werk hebben en zelf bepalen of en wanneer ze kinderen willen, en met wie. Maar wereldwijd staan de rechten van vrouwen en achtergestelde groepen onder druk. In de VS wordt het recht op abortus betwist, maar ook dichterbij huis – zoals in Polen en Hongarije – staan de rechten van vrouwen en achtergestelde groepen onder druk. Het laat zien dat verworvenheden als rechten voor vrouwen en lhbti’ers geen vanzelfsprekendheid zijn, maar elke dag opnieuw verdedigd moeten worden.

Daarom staan we pal voor het recht van mensen om zichzelf te zijn, en voor de rechten van vrouwen. Iedereen verdient een gelijke beloning ongeacht hoe je je identificeert: we dichten de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Het moet eenvoudiger worden om werk en zorg te combineren, en vanzelfsprekender dat zorgtaken worden gedeeld binnen het huishouden. Gelijkwaardigheid gaat over meer dan werk en financiële onafhankelijkheid, het gaat ook over zelfbeschikking. We verdedigen het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Met toegankelijke anticonceptie, en bescherming van het recht op abortus. De pil komt in het basispakket, de verplichte bedenktijd voor abortus wordt geschrapt, de abortuspil wordt beschikbaar via de huisarts.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan het beloningsverschil per uur tussen mannen en vrouwen, en de Nederlandse score op de gender inequality index van UNDP, die onder meer kijkt naar de loonkloof en reproductieve rechten.

14. Verantwoorde consumptie. 

Doelstelling 2030: Producten in de winkel zijn vrij van uitbuiting, ontbossing, kinderarbeid of andere vormen van mensenrechtenschendingen ergens op de wereld.

Er zijn nog steeds te veel voorbeelden van productieketens die leiden tot uitbuiting, ontbossing, kinderarbeid of andere mensenrechtenschendingen. We willen af van een systeem waarin kapitaal altijd wint en onze consumptie ten koste gaat van de natuur, dieren en mensen elders op de wereld. De verantwoordelijkheid hiervoor kan niet alleen bij het individu gelegd worden. Dit vraagt om systeemverandering en harde afdwingbare internationale afspraken (IMVO wet).

Daarnaast zullen we meer gaan toewerken naar een circulaire economie waarin we dankzij hergebruik en recycling 50% minder primaire grondstoffen nodig hebben. Het wordt daarbij makkelijker voor mensen om hun spullen te laten repareren. Verder moeten alle producten een eerlijke prijs krijgen, waarin de externe kosten volledig zijn verwerkt.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan de recycling van afval, de hoeveelheid voedselverspilling en de mate waarin internationale richtlijnen worden nageleefd. 

15. Waardengedreven buitenlandpolitiek.

Doelstelling 2030: De Europese Unie is koploper groene banen, eerlijke handel en faire belastingen.

Veel van de uitdagingen die op ons afkomen, kunnen we als Nederland niet alleen aanpakken. Wereldwijd staan democratieën steeds verder onder druk, ook binnen Europa. Samen met onze Europese partners staan we sterker en zijn we effectiever. In 2030 is de EU koploper groene banen, eerlijke handel en faire belastingen. Sociale rechten voor alle Europeanen zijn verankerd, onze democratieën zijn weerbaarder en we zijn in staat om onze burgers te beschermen.

Er is meer ruimte in de begrotingsregels om structureel te investeren in mens en klimaat. We zijn bereid om de enorme investeringen in de verduurzaming en digitalisering van de Europese economie te bekostigen met Europese obligaties. Belastingontwijking van bedrijven pakken we keihard aan.

De macht van techbedrijven is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Onze democratie wordt bedreigd door ongereguleerde techbedrijven die in hun verdienmodel juist de ondermijning en complottheorieën vergroten. Dit kan alleen worden beteugeld met strenge internationale wet- en regelgeving. Hierbij speelt privacy een cruciale rol. Algoritmen worden transparant en regelmatig getoetst op de naleving van mensenrechten. 

We besteden minstens 0.7% BNP aan armoedebestrijding, een groene transitie en internationale gezondheid in ontwikkelingslanden. Nederland speelt een actieve en constructieve rol in de Europese integratie, heeft waardengedreven buitenlandpolitiek en maakt haar reputatie als verdediger van de internationale rechtsorde waar.

We zetten ons in voor een Europees migratiebeleid en een aanpak van de grondoorzaken van gedwongen migratie. Mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking krijgen hier een menswaardige opvang, met taallessen en begeleiding naar werk vanaf de eerste dag. Er komt een ambitieus hervestigingsprogramma via veilige routes.

Het behalen van de doelstelling valt onder meer af te meten aan onze bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking, de extra budgettaire ruimte voor groene investeringen en het bedrag aan onbelaste miljarden dat via Europese landen naar belastingparadijzen wordt gesluisd.