3. Een gelijk speelveld online en offline?
De e-Commerce Richtlijn werd opgesteld zodat online bedrijven toegang krijgen tot de Europese interne markt zonder aan te lopen tegen een doolhof van verschillende regels per EU-land. Daarom gelden nu de regels van het EU-land waar zij gevestigd zijn. Dit land handhaaft die regels ook.
Dat online platforms maar met één pakket aan regels te maken hebben, terwijl ze in alle EU-landen actief zijn, is goed voor online bedrijven en voor innovatie in de EU. Maar in de praktijk krijg je hierdoor situaties waarin landen de regels die voor ‘offline’ diensten gelden niet direct kunnen opleggen aan online platforms die op dezelfde markt concurreren. Dit betekent dat ‘offline’ diensten fikse concurrentie krijgen van grote online platforms die niet aan dezelfde regels hoeven te voldoen. Amazon concurreert bijvoorbeeld direct met fysieke winkels, Airbnb doet dat met hotels. Voor een gelijk speelveld op de markt moeten voor alle concurrenten dezelfde regels gelden.
4. Wat offline illegaal is moet ook online illegaal zijn
Onder de oude e-Commerce Richtlijn hebben online platforms een beperkte aansprakelijkheid. Online platforms zijn niet meteen aansprakelijk voor wat op hun platform staat. Ze zijn pas aansprakelijk als zij een melding krijgen dat er iets (illegaals) verwijderd moet worden. Dit is een goede zaak, want zo hoeft niet alles wat online wordt gezet verplicht door een automatische filter, wat gevaarlijk zou zijn voor de vrijheid van meningsuiting en onze privacy. Tegelijkertijd is dit een verschil tussen de online en offline wereld. Voor offline dienstverleners geldt dit systeem namelijk niet. Als je bijvoorbeeld in een fysieke winkel illegale producten tegenkomt is de winkelier daarvoor meteen aansprakelijk, net als een hotel dat kamers illegaal verhuurt zonder vergunning.
5. Wat wil de Europese Commissie?
De Europese Commissie wil heldere regels over de verantwoordelijkheden van online diensten ten opzichte van de risico’s die gebruikers online lopen. De Europese Commissie wil kunnen ingrijpen en online platforms kunnen opbreken als deze richting een monopoliepositie gaan.
Daarnaast wil de Commissie sterke regels voor zogenoemde ‘poortwachters’. Dit zijn grote techbedrijven die zo groot zijn dat ze kunnen bepalen wie er toegang krijgt tot de markt. Denk hierbij aan de app store van Apple of de Play store van Google, maar ook Amazon.com en de zoekmachine van Google. Deze bedrijven kunnen namelijk bepalen welke bedrijven mee mogen doen op hun platforms.
Doordat deze bedrijven zo groot zijn en zo weinig concurrentie hebben, bepalen zij wie er toegang krijgt tot de markt en kunnen ze met hun machtspositie eenzijdig voorwaarden stellen. De Commissie wil regels over wat dit soort platforms in ieder geval niet mogen doen, zoals hun eigen producten eerst tonen, en welke voorwaarden zij aan andere bedrijven mogen stellen.