Europarlementariër Bas Eickhout is op de klimaattop in Madrid delegatieleider namens het Europees Parlement. Hij schrijft regelmatig updates over de onderhandelingen.

De tweede week van de klimaattop in Madrid is ingegaan. Zoals gebruikelijk is dit het moment waarop de politici binnendruppelen. Zo ook de delegatie van Europarlementariërs die ik voorzit. De timing is niet toevallig. De eerste week doen de ambtenaren het voorbereidende werk, in de tweede week is het de bedoeling dat de politieke knopen ontrafeld of doorgehakt worden. Maar om wat voor politieke kwesties gaat het dan zoal? Twee knopen ter voorbeeld.

Dubbeltelling

De regels over handel in CO2-rechten onder het Parijsakkoord moeten worden uitgewerkt. In theorie kan de uitstoot zo kostenefficiënt mogelijk gereduceerd worden via CO2-handel. De praktijk is uiteraard vele malen weerbarstiger. Onder andere vanwege de fraudegevoeligheid. Vandaar dat er strikte regels moeten komen. Zo moeten de regels bijvoorbeeld dubbeltelling voorkomen. 

Verkoopt een land CO2-rechten, dan zou het direct de CO2-uitstoot die de rechten vertegenwoordigen bij het landelijke emissietotaal moeten optellen en aan de VN moeten rapporteren. Dit heet een 'corresponding adjustment'. Zonder zo’n aanpassing wordt één reductie immers door twee landen gebruikt. Klinkt logisch om dat te voorkomen. Helaas is niets minder waar, een land als Brazilië zegt letterlijk dat zo een systeem overbodig is. Zonder stevige politieke druk is dat niet op te lossen. 

Gemeenschappelijke tijdlijnen

Een andere knoop wordt aangeduid als 'common time frames'. Vorig jaar hebben landen tijdens de klimaattop in Polen afgesproken dat vanaf 2031 de nationale CO2-doelstellingen (NDC's in VN-taal), die de basis van het Parijsakkoord vormen, allemaal dezelfde periode moeten overbruggen. Momenteel is het een rotzooitje. Landen gebruiken verschillende jaartallen voor hun doelstelling, dat maakt het moeilijk om ze met elkaar te vergelijken en gezamenlijk opgehoogd te krijgen.

Het is goed dat er op z'n minst overeenstemming is dat ieder land doelstellingen met dezelfde jaartallen moet gaan inleveren. Rest echter nog de kwestie: hoe lang moeten de periodes zijn. Kortere periodes zijn beter. Het liefst elke vijf jaar. Dan zijn ze precies in lijn met het vijfjarige herzieningsmechanisme van het Parijsakkoord waarin landen telkens scherpere NDC's in moeten leveren.

Druk zetten

Deze week zal ik druk uitoefenen op landen als Brazilië, Australië en Zuid-Korea om keiharde regels rondom het gebruik van CO2-rechten te krijgen. De EU staat daar aan de goede kant. Bij de tweede kwestie zijn het echter juist de Europese Commissie en de EU-ministers die dwars liggen. Zij zien het niet zitten om iedere vijf jaar weer een moeilijk intern proces aan te gaan om tot nieuwe Europese doelstellingen te komen.

Dat is niet alleen een domme Europese stellingname gezien de noodzaak om tot veel meer wereldwijde klimaatactie te komen. Het ondermijnt tevens de Europese hand op kwesties als dubbeltelling. Kies je gevechten zorgvuldig, is een belangrijke regel voor succesvol onderhandelen aan de internationale klimaattafel. Reken dus maar dat ik ook de EU achter de broek zal zitten de komende dagen.