Europarlementariër Bas Eickhout is op de klimaattop in Glasgow namens het Europees Parlement. Hij schrijft regelmatig updates over de onderhandelingen.
Bij aanvang van de klimaattop in Glasgow was duidelijk dat de huidige klimaatdoelen bij lange na niet genoeg zijn om de Parijsdoelen te halen. Volgens het laatste VN-rapport leidt het huidige beleid tot wel 2,7 graden opwarming aan het eind van deze eeuw. De opdracht voor de top was duidelijk: stel ambitieuzere doelen en houdt het beperken van de opwarming tot 1,5 graden in zicht. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) is dat gelukt met de beloftes die de eerste week werden gemaakt. Een week van politiek tromgeroffel zou ons 0,9 graden winst hebben opgeleverd; we koersen volgens het IEA nu op 1,8 graden aan het eind van deze eeuw af.
Hoewel politieke leiders deze boodschap maar al te graag herhalen, is dit cijfer allesbehalve hard te maken. Het is absoluut goed nieuws dat landen als India, Rusland en China beginnen te schuiven en daarmee de meeste landen nu lijken toe te werken naar ‘klimaatneutraliteit’. Zelfs kolenboer Australië doet mee. Toch is het helaas vaak niet meer dan het noemen van een datum, zoals bij Rusland en Australië, of is het conditioneel, zoals bij India. Ontwikkelde landen zullen stevige toezeggingen moeten doen op financieel gebied om ontwikkelingslanden over de streep te trekken om dit ook echt waar te kunnen maken. Maar ondertussen rekent het IEA al deze doelen mee, ongeacht hoe realistisch de uitkomst is.
Het Verenigd Koninkrijk wist dat het te weinig uit de klimaattop zou halen als het alleen zou focussen op de nationale, vaak lange termijn doelen (NDCs) en heeft daarom gekozen om verschillende coalities op touw te zetten met oog op concrete actie. Onder het mom van ‘coal, cars, cash and trees’ zijn tal van beloften gedaan. Met gemengd resultaat.
Vandaag was er goed nieuws op het gebied van de financiering van de groene economie: Nederland sluit zich aan bij een ambitieuze coalitie van landen om internationale fossiele financiering uit te faseren voor het eind van 2022. De ‘cash’ telt, maar als Polen meetekent op kolen, en Brazilië op ontbossing, dan rijst de vraag of deze statements enige waarde hebben. Ook de ‘methane pledge’ kreeg al meteen kritiek omdat deze minder zou opleveren dan nodig. Het toont het sterke en zwakke van de eerste week. Er was politiek momentum, maar het is maar zeer de vraag of die ambitie ook werkelijk vertaald wordt in de conclusies van de klimaattop.
De onderhandelingen deze week zullen niet meer gaan over de doelen zelf, maar moeten de voorwaarden scheppen om de doelen zo snel mogelijk, op papier, aan te scherpen. Dat betekent afspraken op financieel vlak om ontwikkelingslanden over de streep te trekken, maar ook over de tijdlijn van de uitvoering. Dit is het cruciale decennium voor klimaatactie, we kunnen niet nog eens vijf jaar wachten op nieuwe klimaatdoelen.