Hoe zorgen we ervoor dat ook de uitstoot van broeikasgassen door transport, gebouwen, landbouw en afval naar beneden gaat, zodat we klimaatverandering tegengaan? Europa werkt aan wetgeving met nationale klimaatdoelstellingen voor deze sectoren. Dinsdag stemde de milieucommissie van het Europees Parlement om haar positie te bepalen.

Europarlementariër Bas Eickhout zag het liefst alle mazen in de voorgestelde wet verdwijnen, maar dat is niet gelukt. “Toch is wat er nu op tafel ligt een duidelijke verbetering ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie.”

Eickhout vreest wel dat de EU-lidstaten zullen proberen om de wetgeving af te zwakken. “Het eigenbelang weegt daar vaak zwaarder dan het algemeen belang.”

Effort Sharing Regulation

De wetgeving (Effort Sharing Regulation of ESR in klimaattaal) waar de milieucommissie van het Europees Parlement over stemde, omvat nationale reductiedoelstellingen voor de uitstoot van broeikasgassen die niet onder het Europees emissiehandelssysteem (ETS) vallen. Deze nationale doelstellingen gelden onder andere voor de uitstoot van transport, gebouwen, landbouw en afval. Bij elkaar zorgen die sectoren voor ongeveer zestig procent van de totale uitstoot in Europa.

Eickhout: “De doelstellingen die nu voorliggen zijn niet in lijn met het klimaatakkoord van Parijs. Daarbovenop zitten er allerlei mazen in de wet die de doelstellingen nog eens veel lager maken dan ze op papier lijken.”

In de milieucommissie probeerde Eickhout al die achterdeurtjes af te sluiten, maar de EU-landen proberen ze juist te vergroten. Elk land heeft wel een eigen achterdeurtje waar het voor vecht. “We dreigen straks te eindigen met een wet die enkel op papier wat doet.”

Nederland staat op de rem

Ook Nederland doet flink mee aan het afzwakken van de klimaatwetgeving. De Nederlandse regering wil onder meer het gigantische overschot aan uitstootrechten in ETS gebruiken om minder in de andere sectoren te hoeven doen. Probleem is dat het overschot zo groot is, dat het niks doet met de ETS-prijs, en dus tot geen enkele reductie in CO2-uitstoot leidt. Zolang de ETS niet grondig herzien is, is het volkomen onverantwoord wat de Nederlandse regering probeert.

Volgens de voorstellen zou Nederland aan de slag moeten om de uitstoot (buiten ETS om) in 2030 met 36 procent terug te brengen, maar dat is niet genoeg om volgens de afspraken in Parijs de opwarming van de aarde ver onder de twee graden te houden, laat staan om te streven naar maximaal anderhalve graad. Door de pogingen van EU-landen om de wetgeving nog verder af te zwakken, komt dat doel nog verder weg te liggen.

Eickhout: “Het frappante is dat er een aantal Nederlandse politici zijn die beweren dat het klimaatbeleid volledig Europees geregeld moet worden.” De redenering is dat enkel als de EU meer doet, we in Nederland meer kunnen doen. “Dan is het heel teleurstellend om te zien dat juist die politici toestaan dat Europees klimaatbeleid volledig verwaterd wordt,” concludeert Eickhout.

Naar verwachting stemmen de EU-landen op 19 juni over hun gezamenlijke standpunt. Het volledige Europese Parlement moet haar goedkeuring nog geven over het onderhandelingsmandaat van de milieucommissie. Dat gebeurt waarschijnlijk in de week van 12 juni.