Deze week bespreken de ministers van Financiën de beoordeling van nationale begrotingen door de Europese Commissie in het kader van het stabiliteits- en groeipact. Het is een nationale sport geworden bij CDA, VVD en D66 om zich zo stoer en streng mogelijk voor te doen tegenover Zuid-Europese landen. Wat de economische situatie in Frankrijk en Italië ook is: hoe meer ze bezuinigen, hoe beter, aldus deze partijen. Eigenlijk vreemd, vooral van de VVD om Frankrijk de les te lezen. Voor de VVD is groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) altijd het hoogste doel. Maar juist als we naar het BBP kijken zien we dat het begrotingsbeleid van het kabinet-Rutte tot veel slechtere resultaten leidt dan bijvoorbeeld in Frankrijk.

Ook GroenLinks vindt het belangrijk dat landen zich houden aan gezamenlijke Europese afspraken over het economisch- en begrotingsbeleid. Dat is noodzakelijk als je een munt deelt met elkaar. Voor de gezondheid van nationale economieën zouden we wat GroenLinks betreft veel verder kijken dan naar de overheidsfinanciën of het BBP alleen: kwaliteit en duurzaamheid van de arbeidsmarkt, woningmarkt, energiemarkt, ongelijkheid, innovatie, onderwijs zijn allemaal relevant voor een succesvolle economie. Als de Europese Commissie het beleid van landen bijstuurt, is het cruciaal daarvoor correcte aannames te gebruiken en te leren uit het verleden in plaats van vast te houden aan een bijna religieus geloof in de heilzame werking van bezuinigen.

Commissieoordeel over nationale begrotingen

Afgelopen week presenteerde de Europese Commissie haar oordeel over de nationale begrotingen. Volgens de nieuwe eurocommissarissen Pierre Moscovici en Valdis Dombrovskis moeten Frankrijk, Italië, België, Spanje, Malta, Oostenrijk en Portugal extra maatregelen nemen om aan de begrotingsregels te voldoen. Hoeveel ze extra moeten bezuinigen is gebaseerd op een berekening van het zogenaamde structureel evenwicht op de begroting. Daarbij gaat het om de begroting gecorrigeerd voor éénmalige effecten en voor de economische conjunctuur.

De berekening van het structureel evenwicht is echter niet zo eenvoudig. De Italiaanse minister van Financiën Pier Carlo Padoan heeft kritiek geuit op de manier waarop de Europese Commissie dit aanpakt. Hij beweert dat de Europese Commissie onvoldoende onderscheid maakt tussen conjuncturele en structurele begrotingseffecten. Daardoor moeten landen harder bezuinigen dan economisch gezien verstandig is. Natuurlijk komt deze kritiek uit een verdachte hoek: Italië heeft zelf moeite om de begroting sluitend te krijgen en zou veel baat hebben bij een methodologie waardoor ze minder hoeven te bezuinigen.

Maar de Italianen staan niet alleen. Ook ons eigen CPB heeft twijfels over de methodologie van de Europese Commissie. Bovendien is het een feit dat andere internationale organisaties zoals het IMF en de OESO op andere berekeningen uitkomen waarbij eurolanden veel minder zouden moeten bezuinigen. GroenLinks wil daarom opheldering van de Europese Commissie over de gebruikte methodologie. Als de Europese Commissie er inderdaad naast zit, moeten de eisen aan eurolanden zo snel mogelijk bijgesteld worden. Het gaat er immers niet om dat er zo streng mogelijk bezuinigd wordt, maar dat de Europese beoordeling begrotingsbeleid voor de beste economische uitkomsten zorgt, zoals een lagere werkloosheid.