Met een nieuw steunpakket voor Griekenland en de oprichting van een Europees Monetair Fonds hebben de regeringsleiders van de eurozone belangrijke stappen gezet om de Europese schuldencrisis te beheersen. De euro valt niet, maar er is meer nodig om haar tot een onwankelbare munt te maken, vindt GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout.
"Het onmiddellijke gevaar van een mondiale recessie en het uiteenvallen van de Europese Unie is geweken", stelt Eickhout vast. "Ik complimenteer de leiders van de eurolanden en de Europese instellingen met hun daadkracht. Beter laat dan nooit. Maar we zijn er nog niet. Er is meer nodig om de euro tot een stabiele munt te maken."
Tijd om orde op zaken te stellen
Het nieuwe pakket aan langlopende leningen voor Griekenland, waaraan banken een substantiële bijdrage hebben toegezegd, neemt veel onzekerheid op de financiële markten weg. Athene hoeft de komende tien jaar niet opnieuw de kapitaalmarkt op. Daarmee krijgt de Griekse regering tijd om orde op zaken te stellen.
Marshall-plan
Het aangekondigde 'Marshall-plan' voor Griekenland moet voor nieuwe investeringen zorgen, waardoor de Griekse economie weer gaat draaien en de burgers weer perspectief krijgen. Van de totale Griekse schuldenlast gaat echter weinig af. Die blijft als een donkere wolk boven de hoofden van de Grieken hangen. "Ik vraag me af of die last niet te zwaar zal blijken tegen de tijd dat Athene weer moet gaan aflossen", aldus Eickhout.
Europees Monetair Fonds
Minstens even belangrijk als de steun voor Griekenland is het besluit om het euronoodfonds nieuwe taken te geven, zoals het opkopen van staatsobligaties, het verstrekken van overbruggingskredieten en het herkapitaliseren van banken. Eickhout: "Het noodfonds ontwikkelt zich zo tot een Europees Monetair Fonds – ook al mag het van de Nederlandse regering nog niet zo heten. Een echte economische unie komt dichterbij."
"Het noodfonds kent echter twee zwakke plekken", constateert Eickhout.
- Allereerst de besluitvormingsprocedure: alle interventies kunnen door een enkel land gevetood worden. Dat belemmert doortastend optreden. Democratische controle is vrijwel afwezig.
- In de tweede plaats schiet de financiële slagkracht tekort. Het is de vraag of de 440 miljard euro die het fonds kan mobiliseren volstaat om speculanten af te houden van aanvallen op de zwakkere eurolanden. Met de taken zouden ook de middelen van het noodfonds verruimd moeten worden. "We laten de brandweer toch ook niet uitrukken met een tuinslang."
Versterking van het fonds kan al binnen enkele maanden nodig blijken, voorspelt Eickhout. "Omdat er grenzen zitten aan de garanties die individuele eurolanden kunnen afgeven aan het fonds zonder hun kredietwaardigheid in gevaar te brengen, zou de stap naar echte euro-obligaties wel eens onvermijdelijk kunnen zijn. Die stap hadden de leiders van de eurozone beter nu al kunnen zetten, om een streep te zetten onder de schuldencrisis."