Het Europees Parlement en Europese ministers bereikten donderdagochtend, na een nacht onderhandelen, een politiek akkoord over het Europees investeringsplan EFSI, het zogenaamde Juncker-plan. Het Europees Parlement dwong een aantal belangrijke verbeteringen af ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie en het standpunt van de Raad van ministers van Financiën. Het voorstel van Europarlementariër Bas Eickhout om projecten die door het investeringsfonds EFSI gefinancierd worden van te voren te controleren op duurzaamheids- en werkgelegenheidseffecten werd in het akkoord opgenomen.

“Na jarenlange bezuinigingen die averechts hebben gewerkt, wordt er een begin gemaakt met investeren”, regaeert Eickhout. “Maar de Europese economie wordt niet beter van iedere investering. Investeringen in een groene economie en werkgelegenheid moeten voorop staan. Het Juncker-plan kan dankzij de verbeteringen afgedwongen door het parlement gerichter investeren in die projecten die de meeste meerwaarde hebben voor Europa.”

Eickhout dwong in de onderhandelingen af dat potentiële projecten aan de hand van een scorebord worden beoordeeld. De precieze details van dit scorebord moeten nog worden uitgewerkt door de Europese Commissie en door het Europees Parlement worden goedgekeurd.

Investeringsplan niet ten koste van EU-onderzoeksbudgetten

In het oorspronkelijke plan zoals opgesteld door de Europese Commissie, stelt de EU-begroting acht miljard euro ter beschikking als garantie voor projecten om private of publieke investeerders aan te trekken. Deze acht miljard kwam uit al eerder toegewezen budgetten voor onderzoek en grensoverschrijdende transportinfrastructuur. Het Europees Parlement wilde voorkomen dat het investeringsplan ten koste zou gaan van deze budgetten. De Europese ministers wilde echter vasthouden aan het oorspronkelijke voorstel. In de onderhandelingen kon het Europees Parlement het gebruik van bestaande EU-fondsen met een miljard euro verminderen.

Eickhout is minder tevreden over dit compromis: “Geld voor fundamenteel onderzoek is een van de begrotingsposten met de grootste meerwaarde voor de EU. Het is onbegrijpelijk dat de Commissie en lidstaten juist daar in snijden. Gelukkig heeft het Europees Parlement de schade enigszins beperkt, maar het blijft onbegrijpelijk dat de lidstaten het geld voor een investeringsfonds niet uit niet-duurzame delen van de EU-begroting zoals landbouwsubsidies halen.”

Betere democratische controle

Het Europees Parlement scherpte de democratische controle op het nieuw op te richten investeringsfonds aan. De directeur en plaatsvervanger van het dagelijks bestuur moet voor zijn of haar aanstelling door het Europees Parlement geaccordeerd worden. Ook moet de directeur schriftelijke vragen van Europarlementariërs beantwoorden en op verzoek verschijnen voor het Europees Parlement. “Het investeringsfonds gebruikt geld uit de EU-begroting, dus is het logisch dat het Europees Parlement ook zeggenschap krijgt over het bestuur van het investeringsfonds”, aldus Eickhout.

Ondanks de verbeteringen die het Europees Parlement voorstelt, blijft het investeringsplan wat GroenLinks betreft te klein om hoge werkloosheid in grote delen van Europa voortvarend omlaag te brengen. De Europese Groenen blijft daarom wijzen op het veel ambitieuzere Groene investeringsplan dat substantieel meer nieuwe middelen vrijmaakt om miljoenen nieuwe duurzame banen te scheppen.

Het politieke akkoord moet nog door het gehele Europees Parlement en de Raad van Ministers worden goedgekeurd.