Na een jarenlange politieke strijd is het biobrandstoffendossier na een stemming in het Europees Parlement dinsdag gesloten. Bas Eickhout, die als enige Nederlandse Europarlementariër meeonderhandelde over het wetsvoorstel, is teleurgesteld in de uitkomst.

“De reden dat we ooit aan deze wetsherziening begonnen zijn tweeledig”, legt Eickhout uit. Ten eerste zou er in de toekomst geen voedsel in de tank meer mogen verdwijnen. Ten tweede zou er een eind gemaakt worden aan de biobrandstoffen die schadelijk zijn voor het klimaat. “Beide doelstellingen zijn bij lange na niet behaald en dus stemde GroenLinks vandaag tegen.”

Het nieuw afgesproken beleid laat het gebruik van landbouwgewassen als brandstof ruimschoots toe, waardoor het geen einde maakt aan stijgende voedselprijzen en voedselschaarste in ontwikkelingslanden.

Daarnaast zijn er veel biobrandstoffen die voor extra CO2-uitstoot zorgen omdat ze veranderingen in landgebruik (indirect land use change, ILUC) veroorzaken.

Eickhout: “Sommige gesubsidieerde biobrandstoffen zijn nog schadelijker dan de fossiele brandstoffen die ze vervangen.”

Onderhandelingstactiek

Eickhout is niet te spreken over de opstelling van de EU-landen en over de onderhandelingstactiek van het Europees Parlement, dat in eerste instantie een goede uitgangspositie had. Iedereen die bij de deal betrokken is geweest, weet hoe schadelijk het huidige beleid is en toch weigert men het te veranderen. “Gevestigde belangen, onder andere in de landbouwsector, wordt de hand boven het hoofd gehouden.”

Toch blijft Eickhout strijdlustig: “Deze afspraken lopen tot 2020, dus over een paar jaar krijgen we weer een kans om deze schandalige praktijken een halt toe te roepen.”