De milieucommissie van het Europees parlement kiest voor een stevige aanpak van de schadelijke bijeffecten van biobrandstoffen. GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout, namens de Europese Groenen woordvoerder op dit dossier, is optimistisch over de uitkomst. “We kunnen nu aan de slag om ervoor te zorgen dat er geen voedsel meer in de brandstoftank verdwijnt. De eerste slag is gewonnen.”

De Europese Unie besloot enkele jaren geleden dat tien procent van de gebruikte brandstoffen van duurzame afkomst moest zijn. Helaas werd deze doelstelling voornamelijk ingevuld door landbouwgewassen in biobrandstoffen om te zetten, met alle schadelijke gevolgen van dien.

“Extra bossen en tropisch regenwoud zijn gekapt om daarna gewassen voor voedsel of biobrandstoffen te kunnen verbouwen. Dat was nou net niet de bedoeling”, reageert Eickhout.

“Sommige biobrandstoffen bleken zelfs tot meer CO2-uitstoot te leiden dan de fossiele brandstoffen die ze moesten vervangen.”

De grote winst die nu behaald is, is dat de indirecte verandering van landgebruik (ILUC) moet worden meegewogen bij de beoordeling van de CO2-intensiviteit. Daardoor kunnen schadelijke biobrandstoffen niet langer gebruikt worden om klimaatdoelstellingen te halen.

De milieucommissie moet nu gaan proberen om op dit dossier overeenstemming te vinden met de ministers van de EU-landen. De vorige keer lukte dat helaas niet, nu heeft Eickhout de hoop dat het wel gaat lukken. “De Europarlementariërs geven een duidelijk signaal af: Wij stellen paal en perk aan voedsel in de tank.”