Donderdag publiceerde de Europese Commissie een financieel plan om ontwikkelingslanden steun te bieden in strijd tegen klimaatverandering. In het voorstel staat dat de Europese Unie 2 tot 15 miljard euro per jaar beschikbaar moet stellen voor klimaatsteun vanaf 2020. Volgens GroenLinks-Europarlementariër en klimaatexpert Bas Eickhout is dit bedrag veel te laag.

"Over ongeveer negentig dagen begint de klimaattop van de Verenigde Naties in Kopenhagen. Eén van de cruciale dossiers wordt financiele hulp om ontwikkelingslanden te steunen in strijd tegen klimaatverandering. Helaas heeft de Europese Commissie vandaag met haar plan de lat te laag gelegd. Zeker als je bedenkt dat Europa straks de kar moet gaan trekken in Kopenhagen," zegt Eickhout.

Jaarlijks is een bedrag van ongeveer 110 miljard euro nodig om klimaatverandering het hoofd te bieden in ontwikkelingslanden. De EU komt met nog een tiende van het geld dat nodig is. Volgens GroenLinks is het onverstandig dat de Europese Commissie laag inzet richting Kopenhagen.

"Het is nodig dat de EU minstens 35 miljard euro per jaar beschikbaar stelt aan klimaathulp. Voor ontwikkelingslanden zou het desastreus zijn als er na overleg met EU-lidstaten nog geen 2 miljard euro per jaar over zou blijven. Ook verliest de EU hiermee haar leiderschapsrol. Als de EU zelf al niet met meer geld over de brug komt, dan kan het zeker niet andere westerse staten over de streep trekken tijdens de onderhandelingen in Kopenhagen," vindt Eickhout.

Volgens de Europese Commissie moeten private investeringen en opbrengsten uit de emissiehandel geld gaan opleveren die het bedrag omhoog kunnen brengen. Volgens Eickhout zijn deze opbrengsten uitermate onzeker.

"Europa is blijkbaar meer bezig met het onderling bepalen wat de strategie moet worden, dan nu de voortrekkersrol nemen in het bereiken van een ambitieus klimaatakkoord in Kopenhagen. Ook Commissievoorzitter Barroso klopt zichzelf continu op de borst dat Europa wereldleider is op het gebied van klimaat. Maar dit voorstel laat duidelijk zien dat dat pure retoriek is," aldus Eickhout.