Na zondag bijna twintig uur aan één stuk door onderhandeld te hebben, is het de EU-landen en het Europees Parlement gelukt om een akkoord te bereiken over de herziening van zes Europese afvalwetten.

Europarlementariër Bas Eickhout benadrukt dat het belang van deze deal niet onderschat mag worden: “Het had ambitieuzer gekund, maar het allerbelangrijkst is de omschakeling in denken dat deze nieuwe wetgeving uitademt. De transformatie naar een kringloopeconomie is even noodzakelijk als onvermijdelijk."

De huidige afvalwetgeving wordt met deze herziening flink verbeterd. Eickhout: “Zo wordt het storten van afval bijvoorbeeld uitgefaseerd. Ook zijn er een aantal bindende doelstellingen vastgesteld die ervoor zullen zorgen dat steeds meer afval gerecycled wordt. Verder springen ook de extra verplichtingen rondom gescheiden inzameling van afval in het oog, een absolute noodzakelijkheid om hoge kwaliteit van recyclebaar materiaal te garanderen.”

"Ons huidige lineaire economische model waarin we telkens nieuwe grondstoffen winnen om ze vervolgens weg te gooien alsof het niets is, is onhoudbaar. Nooit eerder is zo duidelijk in EU-wetgeving vastgelegd dat we daar vanaf moeten. Nu is het zaak om door te pakken.”

Productiekant

Naast de afvalkant van de circulaire economie, moet ook veel beter gekeken worden naar de productiekant. Want nog beter dan slim omgaan met 'afval', is om het creëren ervan überhaupt te voorkomen." Een herziening en uitbreiding van de ecodesignrichtlijn is in dat opzicht een no-brainer, ik zal niet rusten totdat die wetgeving aangepakt wordt," aldus Bas Eickhout.

Enkele hoofdpunten uit de deal:

  1. Uitfasering van het storten van afval. In 2035 mag nog maximaal tien procent van het gemeentelijk afval gestort worden.
  2. In 2025 moet 55 procent van het gemeentelijk afval gerecycled worden, dit percentage wordt in de loop der tijd verder opgehoogd tot 65 procent in 2035. Nog belangrijker dan het percentage is echter dat er een strikte rekenmethode is ontwikkeld om de hoeveelheid gerecycled afval vast te stellen.
  3. Terugdringen voedselverspilling. Een aspirationele doelstelling die stelt dat voedselverspilling in de EU met 30 procent verminderd moet zijn in 2025 en 50 procent in 2030. Ook moet de Europese Commissie een definitie van “food waste” ontwikkelen.
  4. Gescheiden inzameling van afval. Vanaf 2023 moet biologisch afbreekbaar afval, zo goed als zonder mogelijkheid tot uitzonderingen, gescheiden ingezameld worden. Ook wordt het moeilijker voor EU-landen om af te wijken van de verplichting om plastic, hout, metalen en glas apart in te zamelen.
  5. Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. De basis is gelegd om producenten meer verantwoordelijkheid te geven voor de kosten die hun producten opleveren nadat ze afgedankt zijn.
  6. Betere verpakkingen. In 2025 moet 65 procent van het verpakkingsmateriaal gerecycled worden, en in 2030 wordt de verplichting opgehoogd naar 70 procent.
  7. Gevaarlijke stoffen. Een circulaire economie moet schoon zijn. Het mag niet zo zijn dat mensen in aanraking blijven komen met giftige stoffen omdat ze in een cirkel van recycling zitten. Voordat materiaalstromen de kringloop in worden gebracht, moeten ze dus eerst opgeschoond worden.