Excuses van de Nederlandse regering vormen een symbolisch startpunt om institutioneel racisme bij de wortels aan te pakken. Dat zeggen Raadslid Simion Blom (Amsterdam) en Tweede Kamerleden Nevin Özütok en Niels van den Berge.
Diepe, welgemeende excuses maken, vergt volwassenheid en moed. Een formele erkenning van de misdaad tegen de menselijkheid die slavernij was, is nodig om een stevige basis te leggen voor een samenleving waarin vrijheid, solidariteit en gelijkwaardige behandeling vooropstaan. Instituten, collectieven, individuele burgers en grassroots organisaties strijden hier al decennia voor.
De Nederlandse slavernij was een formeel systeem waarin mensen werden ontvoerd en te werk gesteld, van generatie op generatie. Het beroofde mensen van hun taal, cultuur, identiteit en naam. Om dat systeem te legitimeren kregen Nederlanders via teksten, tekeningen en ‘wetenschappelijke’ onderzoeken de boodschap ingeprent dat het normaal was. Deze geconstrueerde, koloniale machtsstructuren werken op allerlei manieren door in het Nederland van nu. In de hoofden van mensen, maar ook in de systemen en instituten van vandaag de dag.
We zien het in de onderadvisering van biculturele leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. In algoritmes en etnisch profileren bij de politie en belastingdienst. In toewijzing van woningen en voorzieningen in wijken. In verminderde kansen om op gesprek te komen bij sollicitatieprocedures. Maar ook in de dagelijkse omgang met elkaar, in zogenaamd grappige opmerkingen op de werkvloer of in tv-shows.
Terwijl maatschappelijke organisaties, publicisten, onderzoekers en activisten zich inzetten om dit soort onderliggende mechanismen bloot te leggen, is de politieke en maatschappelijke toon vijandiger geworden. Haat en superioriteitsdenken worden via sociale media razendsnel verspreid. Ongelijkheid en polarisatie tussen bevolkingsgroepen worden strategisch ingezet voor electoraal gewin. En dit belemmert verbeteringen van beleid en frustreert het dagelijks leven van veel mensen in Nederland.
Intussen sluiten steeds meer mensen zich aan bij de Black Lives Matter-beweging. Het lint van protesten door Nederland, van Groningen tot Maastricht, toont een breed gedragen roep om verandering. Jong en oud spreken zich uit tegen racisme, en willen dat het wordt aangepakt door onze overheid.
Met het aanbieden van excuses voor ons gezamenlijke slavernijverleden geeft de Nederlandse regering een krachtig en gedurfd signaal af. Een signaal voor verbinding. Dat betekent dus ook échte aandacht, in het onderwijs, in het publieke debat en in de openbare ruimte, voor slavernij, kolonialisme, en migratiegeschiedenis. En investeren in een nationaal slavernijmuseum.
Voormalig president Barack Obama verwoordde het belang van educatie over slavernij op een indringende manier. “A great nation doesn’t shy away from the truth. By knowing this other story we better understand ourselves and each other. It binds us together”.
Laat scholieren samen Wij slaven van Suriname lezen, van de antikoloniale schrijver, activist en verzetsheld Anton de Kom, die onlangs zeer terecht is opgenomen in de Nederlandse canon. En ook op de werkvloer, bij verenigingen, op het sportveld: maak recruiters, trainers, bestuurders, afdelingshoofden en managers bewust van hun onbewuste vooroordelen.
Het in openheid benaderen en bespreken van de geschiedenis, uitmondend in excuses, is een investering in de waardigheid en volwassenheid van onze toekomstige samenleving.
Simion Blom,
Nevin Özütok,
Niels van den Berge