De afgelopen jaren zijn woningen massaal opgekocht door beleggers waardoor met name starters moeite hadden om een woning te kopen. Vervolgens verhuren die beleggers diezelfde huizen voor enorme huren aan de starters die niet tussen de koopmarkt komen. Doel van de wet is om grip terug te krijgen op de woningmarkt en te zorgen dat beleggers niet langer vrij spel krijgen.
Klaver: "Zorgen voor betaalbare woningen is een taak van de overheid. GroenLinks wil dat huizen niet langer een beleggingsobject zijn maar weer een thuis voor gezinnen. Een Nationaal Opkoopverbod zorgt ervoor dat het voor beleggers niet meer interessant is om woningen op te kopen."
Nijboer: "Nederland is een walhalla voor pandjesbazen en huisjesmelkers, terwijl starters zonder steun van hun ouders geen woning meer kunnen krijgen. Woningen zijn om in te wonen, niet om in te beleggen. Met deze wet zorgen we ervoor dat huizen er niet voor beleggers zijn, maar voor de bewoners."
Het aantal woningen in het bezit van beleggers is in Nederland de afgelopen tien jaar gestegen met 30 procent tot 1,1 miljoen woningen. In de vier grote steden is maar liefst één op de vijf woningen in handen van beleggers. Maar niet alleen grote beleggers kopen woningen op, ook zijn er steeds meer particuliere beleggers. In Amsterdam is één op de tien aankopen een tweede woning. En van nieuwbouwwoningen die in Nederland tussen 2017 en 2020 zijn opgeleverd is 33 procent in handen van particuliere verhuurders, terwijl slechts 16 procent in handen is van woningbouwcoöperaties.
Een ontheffing van het Nationaal Opkoopverbod is mogelijk voor mensen die door werk of studie in het buitenland tijdelijk verhuren (maximaal een jaar) of voor mensen die op proef samenwonen (maximaal negen maanden). Ook kunnen gemeenten ontheffing aanvragen voor bepaalde wijken als zij het noodzakelijk achten voor de leefbaarheid in die wijk dat er meer particuliere huurhuizen zijn.