“Het kabinet moet een realistisch beeld scheppen van de opvangcapaciteit die nodig is op de korte én op de lange termijn en deze plekken, via landelijke en regionale coördinatie, op orde brengen,” aldus Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid voor GroenLinks.
Volgens Kröger moet in de opvang rekening worden gehouden met kwetsbare groepen, zoals onbegeleide minderjarigen en LHBTI-ers, en moet verdringing van vluchtelingen die evenzeer Nederlandse opvang nodig hebben worden voorkomen.
Om ervoor te zorgen dat de grote aantallen vluchtelingen uit Oekraïne direct goede opvang krijgen is er voor het eerst Europese noodwetgeving in werking gesteld. Iedereen die vlucht uit Oekraïne krijgt recht op tijdelijke bescherming voor één tot drie jaar in de gehele Europese Unie zonder hiervoor een asielprocedure te moeten doorlopen. Asielzoekerscentra zoals in Ter Apel worden hierdoor niet overbelast. Door de noodwetgeving heeft iedereen recht tot belangrijke voorzieningen als gezondheidszorg, werk en een fatsoenlijk onderkomen en worden. Daarbij hebben deze vluchtelingen het recht om zo snel mogelijk herenigd te worden met hun familieleden.
De toegang tot al deze voorzieningen moet nog wel praktisch geregeld worden. Het ontbrak de IND en het COA de afgelopen maanden aan voldoende capaciteit, waardoor vluchtelingen lange tijd op uitsluitsel op hun verblijfsverzoek wachtten en provisorisch werden opgevangen. Oekraïense vluchtelingen zullen vermoedelijk langdurig moeten worden opgevangen. Daarvoor ontbreekt het nog aan de noodzakelijke maatregelen en te vrezen valt dat de opvang van Oekraïense vluchtelingen ten koste gaat van andere vluchtelingen. Dat mag niet gebeuren.
Op dit moment worden Oekraïense vluchtelingen vooral in de naburige landen opgevangen, zoals bijvoorbeeld Polen, dat bijna 1 miljoen ontheemden opvangt. Maar ook in Nederland zien we veel solidariteit. Het draagvlak voor het opvangen van Oekraïense vluchtelingen is enorm; mensen openen hun hart, hun huis en hun portemonnee voor deze slachtoffers van ongekend oorlogsgeweld. De Nederlandse veiligheidsregio’s en gemeenten zetten alles op alles om zo veel mogelijk opvangplekken te realiseren. Deze goede initiatieven mogen geen excuus zijn voor het kabinet om niet of te laat met een gedegen plan te komen om de vluchtelingen uit Oekraïne volwaardig op te vangen.
Europese solidariteit
De eerste opvang lijkt geregeld voor vluchtelingen uit Oekraïne maar zij moeten nog steeds zelf hun weg naar Nederland vinden. Dit kan voor hen ingewikkeld zijn door een gebrek aan (financiële) middelen of andere kwetsbaarheden. Het lijkt erop dat het kabinet, ondanks het pleidooi voor ‘ruimhartige opvang’, het vooral aan het eigen initiatief van vluchtelingen overlaat om de reis naar Nederland te ondernemen. De landen die de eerste opvang verzorgen worden geconfronteerd met ongekende aantallen vluchtelingen en te verwachten valt dat de lokale opvangvoorzieningen al snel overbelast raken. Dat zal kunnen leiden tot schrijnende, onaanvaardbare misstanden: mensen die de nacht in de vrieskou moeten doorbrengen, kinderen die geen onderwijs krijgen en onvoldoende toegang tot medische hulp. Maar de risico’s van uitbuiting van kwetsbare vluchtelingen liggen op de loer. De regering zal daarom mensen zo snel mogelijk een veilige overkomst naar Nederland moeten verzorgen.
GroenLinks is erg blij dat de Europese Commissie en de lidstaten zo snel en eensgezind de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn hebben geactiveerd. Maar omdat de EU dit solidariteitsmechanisme voor de eerste keer gebruikt, is Europese coördinatie en ondersteuning hard nodig. Bovendien gaat de richtlijn nog steeds uit van een vrijwillig aanbod door de lidstaten.
GroenLinks Europarlementariër Tineke Strik: “Voor een betekenisvolle solidariteit zullen regeringen nu echt proactief en ruimhartig moeten delen in de verantwoordelijkheid. Ook de moedige Russen en Wit-Russen die opkomen tegen de invasie, hebben onze bescherming nodig. Laten we de huidige daadkracht en eensgezindheid benutten om te komen tot een Europees asielbeleid dat alle vluchtelingen wereldwijd een eerlijke kans geeft op bescherming en een nieuwe toekomst”.
Het Nederlandse kabinet moet snel in actie komen en de overkomst van vluchtelingen uit Oekraïne naar Nederland in gang zetten. Op Europees niveau worden nu afspraken gemaakt over financiële steun voor EU-landen die grenzen met Oekraïne en de opvang en verdeling van vluchtelingen uit Oekraïne. Dit is goed, maar niet voldoende. We moeten de opvang in landen aan de grens met Oekraïne ontlasten door zelf mensen op te vangen. Nederland moet daarom snel een concrete belofte maken dat het een eerlijk en ruimhartig deel van de vluchtelingen zal opvangen, zonder onderscheid naar status of nationaliteit van iedereen die Oekraïne ontvlucht.
Racisme en discriminatie tegen vluchtelingen
De afgelopen weken kwamen meerdere berichten binnen van regelrechte discriminatie van vluchtelingen van kleur. Ook de VN sprak zich hier onlangs over uit. Het niet doorlaten van vluchtelingen op basis van hun huidskleur of etnische achtergrond is onacceptabel. Ook statements van Europese regeringsleiders dat we nu pas zouden spreken over ‘echte’ vluchtelingen (ten opzichte van vluchtelingen uit andere landen) druisen in tegen een gelijke behandeling van vluchtelingen en mogen niet getolereerd worden. GroenLinks stelde hierover onlangs vragen aan de Minister van Buitenlandse Zaken en dringt erop aan bij de Europese Commissie dat er een helder signaal wordt afgegeven aan alle EU-landen dat discriminatie onacceptabel is en dat er opvolging wordt gegeven over deze rapporten bij de betreffende autoriteiten.
Aandacht voor andere vluchtelingen
Volgens GroenLinks moet Nederland bescherming bieden aan wie dat nodig heeft. Op dit moment hebben Oekraïense vluchtelingen acuut onze hulp nodig, maar dat mag niet ten koste gaan van de bescherming die we bieden aan vluchtelingen uit bijvoorbeeld Afghanistan, Libië en Syrië. Daarbij blijven onmenselijke situaties voor vluchtelingen ook in Europa voortbestaan. GroenLinks blijft daarom ook strijden voor directe evacuatie van vluchtelingen op de Griekse eilanden en meer structurele opvangplekken voor kwetsbare vluchtelingen die in landen als Libië en Afghanistan worden geïdentificeerd door de UNHCR.