GroenLinks vraagt de regering om af te treden. Om verantwoordelijkheid te nemen voor de gemaakte fouten. Om door af te treden te laten zien dat het gevoerde beleid niet verder door kan gaan. Er moet zo snel mogelijk een fatsoenlijke compensatie komen voor de slachtoffers van het toeslagenschandaal. Daarnaast moet de nieuwe regering een grote hersteloperatie van de verzorgingsstaat doorvoeren. Die hersteloperatie is wat GroenLinks betreft gebaseerd op de volgende drie pijlers.
Pijler 1: Een overheid die haar burgers vertrouwt
Er moet een sterker sociaal vangnet komen waarin mensen weer met vertrouwen tegemoet worden getreden. Een vangnet waarin ruimte is voor menselijkheid en begrip, en een vergissing maken niet leidt tot onredelijke straffen. Burgers krijgen een faire en eerlijke behandeling, de doorgeslagen fraudejacht wordt gestopt. Dat vraagt om een cultuurverandering in allerlei lagen van de overheid, en om een aantal wetswijzigingen.
We willen de persoonlijke dienstverlening terug. Het gesprek van mens tot mens in plaats van van het kastje naar de muur gestuurd te worden. Mensen zijn de overheid gaan zien als een politieagent, in plaats van als iemand die kan helpen. UWV en gemeenten moeten weer meer middelen krijgen om het gesprek met mensen te kunnen voeren.
Het betekent ook dat we de wetgeving herzien. De Participatiewet moet bijvoorbeeld drastisch worden verbouwd. Nu is het zo dat mensen die een bijstandsuitkering krijgen al hun inkomsten moeten opgeven, zodat die kunnen worden ingehouden op hun uitkering. Het telt ook als inkomsten als je kind een bedrag krijgt voor zijn of haar verjaardag van opa en oma of als je ouders je iedere maand een tas boodschappen brengen. Het telt als inkomsten als je een bioscoopkaartje voorgeschoten hebt voor een vriend en diegene jou via een tikkie het bedrag terugstort. De bijstandswet is zo streng en de opsporing en handhaving dringt zover in het privéleven door, dat mensen bang worden voor de overheid die ze zou moeten helpen.
Wij willen daarom de participatiewet hervormen. Een klein bedrag tot honderd euro per maand mag je krijgen zonder dat je het hoeft op te geven als inkomen. De kostendelersnorm wordt afgeschaft, zodat mensen niet meer worden gestraft als ze voor elkaar zorgen en sociaal rechercheurs geen tandenborstels meer tellen. Mensen mogen meer bijverdienen naast hun uitkering. En ten slotte worden gemeenten niet langer verplicht om bij een vergissing de hele uitkering terug te vorderen en een boete op te leggen: er komt ruimte voor menselijkheid en uitzonderingen.
Pijler 2: Een begrijpelijke sociale zekerheid
De overheid is zo complex geworden, dat veel mensen de weg kwijt raken in het oerwoud aan regels en voorwaarden. Verdien je te weinig om rond te komen of heb je een arbeidsbeperking dan zijn er vaak allerlei regelingen om je te helpen, maar je moet ze wel net weten te vinden. Honderdduizenden mensen lukt dat niet en krijgen dus niet het geld waar ze wel recht op hebben. En je moet vooral geen beroep doen op regelingen waar je geen recht op hebt, want voor je het weet moet je een bedrag met boete terug betalen.
Het leidt tot enorm veel stress en tot goedbedoelde regelingen die mensen juist in de problemen kunnen helpen. Het toeslagensysteem is daar het belangrijkste voorbeeld van. Jaarlijks wordt er zo’n 12 miljard rondgepompt in het toeslagenstelsel: geld dat mensen eerst aan kinderopvang of zorgpremie moeten betalen en via een toeslag terugkrijgen van de overheid.
Zeker bij mensen die een onregelmatig inkomen hebben gaat het vaak mis. Als je zzp’er bent bijvoorbeeld, of je hebt een 0-urencontract. Dan zijn je inkomsten iedere maand verschillend en het bedrag waar je recht op hebt dus ook. Zo wordt meer dan de helft van de uitbetaalde huurtoeslagen en kindgebonden budgetten achteraf gecorrigeerd. Zelfs als je daarvoor geen boete ontvangt, moeten mensen regelmatig alsnog een fors bedrag terugbetalen dat ze niet hebben. Door het toeslagensysteem komen jaarlijks 40.000 mensen in de schuldhulpverlening terecht. En de overheid is de grootste schuldeiser voor mensen die schulden hebben. De wereld op zijn kop.
Wij willen terug naar een overheid die basisvoorzieningen levert. Voor iedereen. Zodat het simpel is waar je recht op hebt en niemand in de problemen komt. We verhogen het minimumloon en de bijstand, zodat de aanvullende inkomensregelingen grotendeels niet meer nodig zijn. We geven kinderen recht op 4 dagen gratis kinderopvang. De overheid betaalt dat voortaan uit de belastingopbrengsten. De kinderopvangtoeslag kan dan worden afgeschaft.
Hetzelfde doen we met de zorgpremie. Die wordt verlaagd naar ongeveer 10 euro per maand. Mensen hebben dan geen zorgpremie meer nodig en ook dat maakt het leven simpeler en overzichtelijker.
Pijler 3: Sterke collectieve voorzieningen
Jarenlang is er bezuinigd op alles wat van waarde is voor de gemeenschap. Bibliotheken, muziekscholen, zwembaden, buurthuizen en sportverenigingen, zij kregen klap op klap. De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn gegroeid en een deel van de thuiszorg is wegbezuinigd.
Het heeft geleid tot verschraling van het maatschappelijk leven. Tot uitholling van de solidariteit. Tot het idee dat je er in Nederland steeds meer alleen voor staat. Dat geldt voor gewone burgers, want er lijken soms wel twee overheden ontstaan. Eén overheid voor gewone mensen voor wie het allemaal minder lijkt te worden, en een hele andere overheid voor de happy few, de rijkste 1%. Voor hen wordt een rode loper uitgerold. Volgens de economisten zijn zij immers degenen die de economie draaiende houden.
Mensen die de Belastingdienst omzeilden door zwart geld op een Zwitserse bankregeling te stallen werd geen boete opgelegd. Zij kregen een speciale ‘tot-inkeer-gekomen-regeling.’ Voor multinationals als Shell bestaat er zelfs een speciaal team van de belastingdienst dat bedrijven vooraf zekerheid geeft over wat ze moeten doen en hoeveel belasting ze verschuldigd zijn. Terwijl de verzorgingsstaat is afgebouwd zijn de belastingen voor grote bedrijven keer op keer verlaagd.
Bij het herstellen van de verzorgingsstaat hoort dat we een einde maken aan die twee overheden en weer gaan investeren in wat voor ons allemaal van belang is. En wat ons land daadwerkelijk draaiende houdt. Het onderwijs voor onze kinderen. De zorg voor onze ouderen. Een eerlijk salaris voor onze leraren en verpleegkundigen.
Dat is niet onbetaalbaar. Het enige wat nodig is, is het besef dat een sterke publieke voorzieningen geen kostenpost is, maar juist cruciaal voor het welzijn van ons land. Door een extra bijdrage te vragen van grote bedrijven en rijke Nederlanders kunnen we sterke collectieve voorzieningen betalen. Ja, multinationals gaan meer winstbelasting betalen en miljonairs een vermogensbelasting: maar daar krijgen we kleinere klassen en meer aandacht in de zorg voor terug. Dat is in het belang van ons allemaal.