Vandaag zijn de hoofdlijnen van het klimaatakkoord gepresenteerd. In deze tussenstand staan conceptafspraken om het klimaatdoel van 49% CO2-reductie voor 2030 te halen. Op papier genoeg ambities, maar de uitwerking is alleen concreet genoeg als het gaat om de bebouwde omgeving en duurzame elektriciteitsopwekking. Daardoor is het onduidelijk of de doelstelling gehaald wordt en of dit pakket goed is door te rekenen op klimaat- en inkomenseffecten.

Door Tom van der Lee

GroenLinks juicht toe dat er goed is nagedacht over de mogelijkheden om CO2-uitstoot te voorkomen, maar uit het hoofdlijnenakkoord blijkt duidelijk dat de zogenoemde ‘klimaattafels’, niet alle vrijheid hebben gekregen om bepaalde politieke taboes te doorbreken. Hierdoor blijven veel concrete stappen die nodig zijn uit en dreigt vooral de burger voor de kosten van de transitie op te draaien. Zeker omdat de grote vervuilers, de industrie voorop, er voor terugdeinst haar verantwoordelijkheid te nemen. Er dreigt daarbij ook veel te worden ingezet op CCS, de opslag van CO2 onder de grond.  Ook die discussie moet na de zomer nog worden beslecht. 

Het klimaatkakoord is een akkoord dat wordt gesloten tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Deze onderhandelen aan vijf verschillende 'tafels', waarbij per tafel een specifieke sector wordt besproken, waarvoor aparte plannen worden gemaakt.

In het conceptakkoord staat een indrukwekkende lijst van ambities en mogelijke maatregelen, maar ook een grote hoeveelheid open einden die nog tot concrete maatregelen moeten leiden. Gelukkig zijn er wel concrete plannen voor een grote opschaling van duurzame opwekking van elektriciteit uit wind en zon; daar is GroenLinks erg blij mee. Ook voor de bebouwde omgeving is er een aanpak die tot de verduurzaming van zowel sociale als koopwoningen kan leiden. Wel maakt GroenLinks zich zorgen over de betaalbaarheid en de vraag of de gekozen compensatiemethode (via de energieheffing) wel eerlijk uitpakt. Goed aanvullend beleid is nodig. Ook bij andere sectoren zijn er mooie plannen, zoals een visie op slimme en schone mobiliteit, vernatting van veenweides en gebouwgebonden financiering. Jammer is dan weer dat er vijf alternatieven voor de introductie van een CO2-minimumprijs worden genoemd; maar er geen keuze wordt gemaakt en zelfs de optie om af te zien van dit noodzakelijke prijsbeleid nog steeds op tafel ligt. De beslissingen over biomassa en biobrandstof worden ook vooruit geschoven.

Er ontbreken nog meer cruciale maatregelen. Zoals strenge normen en prijsbeleid voor de grote industrie, de slimme kilometerheffing en verkleining van de veestapel. Van tevoren is er door het kabinet en (sommige) coalitiepartijen te veel op gehamerd dat deze maatregelen politiek onacceptabel zouden zijn. Het gevolg hiervan is een concept-klimaatakkoord dat amper uit de startblokken heeft kunnen komen. Het staat vol aanzetten tot goede ideeën, maar door gebrek aan concrete acties kunnen we hiermee de klimaatdoelen voor Nederland nog niet halen.

Achtereenvolgende kabinetten hebben veel te lang de grote vervuilers in de watten gelegd. En ook nu weer lijkt er veel geld te gaan naar de grote industrie. GroenLinks staat voor een eerlijke transitie naar een schone economie, en hierbij hoort dat de vervuiler betaalt. Bovendien kan de industrie zelf al veel voordelen halen uit een schonere en innovatieve manieren van produceren.

GroenLinks roept het kabinet op om niet langer op de rem te staan, taboes los te laten en de industrie tot daden te dwingen. Alleen dan gaat het lukken om een robuust en rechtvaardig klimaatbeleid te realiseren.