De publieke omroep is van grote waarde voor de Nederlandse samenleving, zolang onafhankelijkheid, diversiteit en herkenbaarheid voldoende geborgd zijn. Senator Frits Lintmeijer roept de regering op om het patroon van partijbenoemingen te doorbreken en vindt dat de lokale omroep meer aandacht verdient.

De Eerste Kamerfractie van GroenLinks meent dat een goede onafhankelijke en niet door commerciële of politieke belangen gedreven omroep van grote waarde is voor de Nederlandse samenleving. Een breed bereik, meebewegen met de kijker- en luisteraar, inspelen op veranderend media-gebruik, herkenbaar zijn op vindplaatsen van jongeren: als de nieuwe Mediawet dat mogelijk maakt, dan is GroenLinks daarvoor. Ook de focus op informatie, educatie en cultuur vindt GroenLinks positief, mits niet al te krampachtig wordt omgegaan met amusement.

De fractie staat voor een publiek bestel waarin mensen zich herkennen en die de mogelijkheid geeft hun blik te verruimen. De publieke omroep moet staan voor waarden als openbaarheid, toegankelijkheid, veelzijdigheid, verbondenheid, transparantie en democratie. Waarden, die benadrukken dat de samenleving van iedereen is, dat mensen het recht en de mogelijkheid hebben te zien wat er om de hoek en in de wereld gebeurt, daar hun mening over kunnen vormen en die kunnen uiten. Waarden, die het mogelijk maken dat mensen zich in vrijheid en veelzijdigheid kunnen ontplooien.

Patroon van partijbenoemingen
Volgens senator Frits Lintmeijer is het hiervoor noodzakelijk dat het patroon van politieke benoemingen binnen de publieke omroepen wordt doorbroken. Eerder benoemden D66- en CDA- bewindspersonen al bestuurders van publieke omroepen uit de eigen partij, maar ook staatssecretaris Dekker heeft drie voorzitters van Raden van Toezicht bij NOS, NTR en recentelijk NPO benoemd, van wie in elk geval twee in alle openbaarheid lid zijn van zijn eigen partij.

Afspiegeling van de samenleving
Als vanouds zijn de ledenomroepen een afspiegeling van de samenleving, ongeveer één op de drie Nederlanders is lid van een omroep. De ledenomroepen bieden daarvoor ook een belangrijk platform. Als de rol van de omroepen als ledenorganisaties minder groot wordt, moet op een andere manier minstens zo’n grote diversiteit gerealiseerd worden.

Sturing op inhoud van programma’s
Omroep MAX heeft juridisch advies gevraagd van Bureau Stibbe over het feit dat de bestuursorganisatie NPO voorafgaand toezicht uitoefent op de inhoud van programma’s. Stibbe ziet daarin, in combinatie met het benoemingsrecht van de minister, strijdigheid met artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Deze rol wordt groter, omdat de coördinerende rol van de NPO plaats maakt voor de sturende rol.

Ook als het handelen op basis van de nieuwe wet van de NPO binnen de kaders van de grondwet en het EVRM blijft – en dat moet - dan wil GroenLinks gezonde checks-and-balances tussen NPO, omroepen en, in hun kielzog, producenten.

Regionale omroepen
Een stevig redactiestatuut voor de samenwerkende regionale omroepen is voor GroenLinks een noodzaak om de onafhankelijkheid te borgen. De redactionele onafhankelijkheid kan niet los worden gezien van de bezuiniging van 17 miljoen. Technische samenwerking en snijden in de overhead moeten dat bedrag opleveren. Wij delen de bezorgdheid van vele redacties dat een vanuit de techniek ingegeven opdracht om voortaan uitsluitend met camjo’s te werken, de inhoud en de kwaliteit van het werk kan beïnvloeden.

GroenLinks vraagt het Kabinet een soepele overgangsregeling voor de taakstelling van regionale omroepen en een ruimhartige frictiekostenregeling. Ook vraagt zij het Kabinet om nog deze regeerperiode met voorstellen te komen om vanuit haar stelselverantwoordelijkheid en in overleg met gemeenten te komen tot een beter draagvlak voor lokale omroepen, mede voor hun aandeel in de werking van de lokale democratie.