Afgelopen zondag is een directe ramp voor de Franse democratie en voor Europa afgewend: de nieuwe president van Frankrijk werd gekozen op basis van een pro-Europees programma. Dat betekent echter niet dat de Europese Unie vandaag vrolijk de Dag van Europa kan gaan vieren. De miljoenen Fransen die voor Marine le Pen kozen — en de miljoenen andere Europeanen die zich vertegenwoordigd voelen door Le Pen’s geestverwanten — zijn namelijk ook ná de overwinning van Emmanuel Macron niet ineens verdwenen.

Een substantieel deel van de Europeanen ziet de EU namelijk als een aanstichter van problemen, in plaats van als een instrument om globalisering te reguleren en onze vrijheid, veiligheid en welvaart te garanderen. De EU zal haar beleid dus moeten veranderen om deze beloftes echt waar te kunnen maken.

Jean Claude Juncker noemde zijn ploeg bij aantreden de ‘Europese Commissie van de laatste kans’. Maar een geloofwaardige strategie om ook de meerwaarde van de EU te bewijzen aan hen die afgelopen zondag voor het Front National kozen, is er nog altijd niet. Bij het beleid dat ten grondslag ligt aan de onzekerheid, de onvrede en het gebrek aan toekomstperspectief, zit de EU vast in een there is no alternative-modus: alsof het gekozen beleid van de EU niet kan worden veranderd.

De Brexit heeft een discussie teweeggebracht over de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Unie en haar lidstaten. Het gaat echter maar nauwelijks over zaken die veel directer raken aan de opkomst van anti-Europese partijen, zoals de scheve balans tussen markt en overheid en het democratische tekort van de Europese besluitvorming.

Nauwelijks zelfreflectie

Dat gebrek was duidelijk zichtbaar toen Juncker in maart vijf toekomstscenario’s voor de EU presenteerde. Die scenario’s bieden de volgende opties: doorgaan op dezelfde voet, meer of minder taken voor de Unie, of een Unie van verschillende snelheden. Er is nauwelijks zelfreflectie te bespeuren over wat de EU de afgelopen jaren aan haar burgers geleverd heeft. 

Ga het maar na: allerlei bezuinigingen met een averechts effect — in Griekenland en Spanje, maar ook in Nederland. Een ontspoorde financiële sector die maar halfslachtig werd gereguleerd. Lonen en investeringen die achterblijven in vergelijking met de winsten van bedrijven.

Of wat te denken van het feit dat de grootste multinationals nauwelijks belasting betaalden, maar ondertussen wél werden bediend met handelsakkoorden die hun toch al grote invloed op de wetgeving alleen maar deden groeien? En dat al dit beleid veelal tot stand kwam zonder dat EU-burgers daar voor hun gevoel bij betrokken waren? In de vijf Juncker-scenario’s is geen spoor te vinden van enig voorstel dat die burgers een reëel perspectief op verandering biedt.

Ook het verkiezingsprogramma van Macron borduurt deels voort op recepten die de onzekerheid juist vergroten, zoals het verder flexibiliseren van de arbeidsmarkt en het verzwakken van CAO’s. Demonstraties en onrust lijken dus niet te voorkomen.

Wat wél hoop geeft, is dat de nieuwe Franse president op een aantal punten een substantiële verandering in de juiste richting wil bewerkstelligen. Macron zet onder andere in op Europese afspraken over winstbelasting en minimumlonen, om de race naar de bodem een halt toe te roepen. 

Ook wil hij een begroting voor de eurozone zodat er ruimte komt voor investeringen, zeker in crisistijd. Zodoende kan het zelf de werkloosheid aanpakken en de plaats innemen van het riskante en monetaire beleid van de ondemocratische Europese Centrale Bank. 

Macron wil deze eurozonebegroting — tezamen met het tot nu toe vooral technocratische bestuur van de eurozone — onder democratische controle brengen van een parlement voor de eurozone. Bij het Europese handelsbeleid, tot nu toe vooral gericht op het liberaliseren van markten, pleit Macron voor een EU die zich actiever opstelt in het reguleren van de globalisering en die bedrijven tot respect voor mens en milieu dwingt. 

Duits-Franse as

De daadkracht van Macron zal afhangen van het verloop van de Franse parlementsverkiezingen. De grootste vraag is nu hoe Duitsland na de Bondsdagverkiezingen reageert op de voorstellen van Macron. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Sigmar Gabriel, betuigde afgelopen week in een opinieartikel in Le Monde zijn steun aan Macron. Maar dat niet alleen: Gabriel schreef daarnaast dat de verkiezing van Macron vooral ook verandering in Duitsland teweeg moet brengen.

Als er, zoals Gabriel wil, inderdaad een einde komt aan het Duitse dogma dat een begrotingsevenwicht en handelsoverschot de heilige graal van de economie zijn, zou de oude Duits-Franse motor de EU weer de goede kant op kunnen bewegen. Na het vertrek van de Britten zal die as weer een stuk dominanter worden; ook Nederland zal zich dan tot deze ontwikkelingen moeten verhouden.

De Europese Commissie zou er na de winst van Macron goed aan doen om snel een zesde scenario uit te stippelen dat de sociale en democratische gebreken van de EU en de eurozone bij de hoorns vat. Dan is er een kans dat de unie zich wél met een brede steun van Europeanen effectief kan richten op de talloze uitdagingen van deze tijd.

Dit opinie-artikel verscheen eerder op Follow the Money, hun financieel-economische onderzoeksjournalistiek verdient je steun.