“Een meerderheid van de Nederlandse kiezers vindt ondanks alle negatieve kanten dat we met Europa sterker staan in een globaliserende wereld. Nu weten we beter waar het schuurt en waar het beter moet.” Europarlementariër Bas Eickhout is blij met de resultaten van een uitgebreid Europa-onderzoek dat GroenLinks door TNS Nipo liet uitvoeren.

Nu de Britten het voornemen hebben om de Europese Unie te verlaten, zullen de Europese regeringsleiders zich de komende maanden buigen over de toekomst van Europa. Met dit onderzoek wil GroenLinks een bijdrage leveren aan een discussie over de toekomst van Europa: wat bindt ons en waar moet het beter. In Nederland lijkt de kritiek op Europa toe te nemen, maar uit het onderzoek blijkt dat de steun voor Europa onverminderd groot is.

Werk aan de winkel

Dat er werk aan de winkel is voor Europa om de steun van de bevolking te houden is helder voor Eickhout: “Verantwoording voor de miljoenen die door Europa worden uitgegeven en transparantie over besluitvorming is hard nodig.”

“Politici moeten de kritiek op het functioneren van de Europese Unie oppakken in plaats van wegzetten in de extreme hoek.”

Europa krijgt vaak de schuld

Eickhout stelt daarnaast vast dat regeringsleiders te vaak Europa de schuld geven van zaken die misgaan, terwijl zij zelf aan de knoppen zitten. “Ik verwacht van iemand zoals Rutte dat hij staat voor Europa, in plaats van dat hij zegt dat hij in de Europese Raad alleen de belangen van Nederland behartigt.”

“Rutte versterkt het sentiment dat Europa bestaat uit grijpgrage handen die Nederland willen benadelen.”

Problemen aanpakken

Eickhout vindt dat Europese problemen gezamenlijk moeten worden opgepakt: “Klimaatverandering, de economische crisis, vluchtelingenbeleid: het zijn allemaal voorbeelden waar je als Nederland in je eentje weinig kan uitrichten. Alleen gezamenlijk kunnen we de problemen van deze tijd aanpakken.”

De Nederlandse kiezer blijkt echter niet tevreden over hoe Europa veel van de problemen aanpakt. Eickhout kan zich dat goed voorstellen. De wijze waarop Europa probeert tot compromissen te komen, brengt met zich mee dat concrete resultaten lang op zich laten wachten. Niet in de laatste plaats omdat volgens Eickhout de regeringsleiders van de lidstaten uit angst voor eurosceptisch electoraat nauwelijks knopen durven door te hakken.

“Onterecht,” concludeert Eickhout. “Want duidelijk blijkt dat de kiezer juist graag daadkracht ziet in Europa. Het getreuzel om besluiten ten nemen en uit te voeren is een belangrijk kritiekpunt van de kiezer.”

Matig geïnformeerd over Europa

Uit het onderzoek blijkt dat zowel voor- als tegenstanders zich matig geïnformeerd voelen over Europa. De Europese instellingen blijken nauwelijks bekend en belangrijke politici zoals de voorzitter van de Europese Raad zijn onbekenden voor de Nederlandse kiezer. “Het is een pijnlijke conclusie dat zo onbekend is hoe de Europese Unie werkt. Daardoor is het op zich ook logisch dat de kiezer zich moeilijk verbindt met Europese politiek. Onbekend maakt onbemind in dit geval.”

Eickhout stelt vast dat de complexiteit van de Europese Unie veel van de kritiek in de hand werkt. “Afgelopen week nog gaf de Europese Rekenkamer voor de 22e keer geen goedkeuring aan de uitgaven van de EU. Voor de meeste kiezers zal het niet duidelijk zijn dat de EU-landen die uitgaven doen. Logischerwijs is voor hen dus ‘Brussel’ degene is die het helemaal verkeerd doet terwijl de feiten een stuk genuanceerder zijn.”