PvdA en GroenLinks voeren progressieve oppositie tegen het kabinet Rutte IV. In tijden van versplintering bundelen wij de krachten, omdat wij weten dat fundamenteel andere keuzes voor Nederland nodig zijn. En samen laten we zien dat deze keuzes ook echt mogelijk zijn, als je ze durft te maken.
Wij kiezen ervoor om vervuilers niet meer te subsidiëren, maar juist meer te belasten. Daarmee zorgen we echt voor een groene en schone toekomst. En we gebruiken de opbrengsten om energiearmoede tegen te gaan en mensen te helpen met het maken van duurzame keuzes.
Wij kiezen ervoor om mensen met grote vermogens meer te laten bijdragen, zodat het minimumloon, de AOW en uitkeringen juist omhoog kunnen. Dat merken Nederlanders in de portemonnee. En dat is heel hard nodig in tijden waarin de prijzen de pan uit rijzen. Wij kiezen om te investeren in wat belangrijk is voor ons allemaal. Er komt geld voor woningbouw, het onderwijs, de zorg en ontwikkelingssamenwerking. De bezuinigingen op de verpleeghuiszorg en jeugdzorg halen we natuurlijk van tafel.
En wij kiezen ervoor om fatsoenlijk, degelijk en solide begrotingbeleid te voeren. Met belastinggeld moet je immers netjes omgaan. Met onze plannen wordt de rekening dan ook niet doorgeschoven naar volgende generaties. De voorspelde staatsschuld komt bij onze plannen uit op 68 procent in 2060, terwijl de staatsschuld in de plannen van het kabinet tot wel 92 procent kan stijgen.
De basis voor de doorrekeningen is het progressieve akkoord dat PvdA en Groenlinks in december presenteerden. Daarin staan onze politieke keuzes voor de komende jaren (tot 2030). Ons uitgangspunt is het realiseren van brede welvaart nu en in de toekomst. Op het waarderen van dat wat voor mensen van waarde is: een inkomen waar je fatsoenlijk van kunt leven, een fijn huis in een veilige buurt, goed onderwijs voor onze kinderen, liefdevolle zorg voor onze ouderen en een duurzame toekomst voor onze natuur en de planeet.