GroenLinks stemde donderdag tegen het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Zuid-Korea. Helaas was een meerderheid van het Europarlement voor. GroenLinks heeft onoverkomelijke bezwaren tegen het vrijhandelsverdrag: het is slecht voor het klimaat, voor digitale vrijheid en voor ontwikkelingslanden.

Uitzondering voor Europese auto's

In de onderhandelingen met Zuid-Korea heeft de Europese Unie, onder druk van de Europese auto-industrie, een uitzondering bedongen op de Koreaanse milieuwetgeving. Daardoor kunnen grote auto’s vanuit de Europese Unie naar Zuid-Korea worden geëxporteerd, zonder dat zij aan de strengere Koreaanse normen voor de uitstoot van het broeikasgas CO2 hoeven te voldoen.

Dubbele tong

“Een beroerd precedent”, vindt Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks. “De Europese Unie spreekt met dubbele tong. Als we voor strengere Europese milieuwetgeving pleiten, stelt men vaak dat we vanwege onze concurrentiepositie niet te ver vooruit mogen lopen op de rest van de wereld.” Nu blijkt dat Zuid-Korea striktere CO2-normen hanteert, gaat de Europese Unie deze ondermijnen, in plaats van haar eigen normen aan te passen. “Zo wordt de koplopersrol die de Europese Unie claimt bij klimaatbeleid volstrekt ongeloofwaardig. Onder het mom van vrijhandel wordt de Duitse auto-industrie in het zadel gehouden, terwijl die maar benzineslurpers blijft produceren”, aldus Eickhout.

Internetwetgeving via de achterdeur

Het verdrag met Zuid-Korea maakt internetproviders strafrechtelijk aansprakelijk voor het helpen bij of aanzetten tot namaak en piraterij. “Deze bepaling heeft zo weinig precisie dat zij gebruikt zou kunnen worden om internetproviders te bestraffen voor de uitwisseling van auteursrechtelijk beschermd materiaal door hun klanten”, constateert GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini.

“Dat is in strijd met hun taak als neutraal doorgeefluik. Het zou een fundamentele verandering van het Europees recht zijn. Over de vraag of en in hoeverre het strafrecht moet worden ingezet voor de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten is in de EU geen consensus. Nu dreigt, via de achterdeur van dit handelsverdrag, Europese wetgeving te worden ingevoerd”, stelt Sargentini.

Ontwikkelingslanden buitenspel

Sargentini is ook ontevreden over de wending die het Europese handelsbeleid neemt met dit vrijhandelsverdrag. Het streven naar mondiale afspraken verdwijnt naar de achtergrond, in plaats daarvan wordt nu op bilaterale handelsakkoorden met specifieke landen ingezet. Sargentini: “Er valt veel aan te merken op de Wereldhandelsorganisatie WTO, maar in die arena kunnen ontwikkelingslanden tenminste opkomen voor hun belangen. Ze maken steeds vaker een vuist tegen de rijke landen. Door te kiezen voor bilaterale handelsakkoorden ondermijnt de Europese Unie de WTO. Uiteindelijk zijn de arme landen daar het slachtoffer van”.